4 Verplaatsen van uw onderneming

De verplaatsing van een onderneming in de agrarische sector is verre van eenvoudig. Bij verplaatsing van de onderneming kunnen we een onderscheid maken tussen vrijwillige bedrijfsverplaatsing en gedwongen bedrijfsverplaatsing. In beide gevallen is er dan sprake van sloop.

4.1 Vrijwillige bedrijfsverplaatsing

Bij een vrijwillige verplaatsing gaat het over het algemeen om de verkoop van de locatie aan een projectontwikkelaar of belegger, om de verkoop voor natuurontwikkeling, of om de verkoop om alternatieve energiebronnen te realiseren, zoals zonneparken. Onder vrijwillige verplaatsing vallen situaties waarbij de overheid geen of slechts een zijdelingse rol speelt. In die situaties is dan ook geen sprake van onteigening.

Bij een vrijwillige bedrijfsverplaatsing is er in beginsel minder ruimte om gebruik te maken van de herinvesteringsreserve. Dat komt omdat bij de herinvestering de bedrijfsmiddelen met een afschrijvingstermijn van meer dan tien jaar eenzelfde economische functie moeten hebben als het vervreemde bedrijfsmiddel. We lichten dit toe met een voorbeeld.

4.2 Gedwongen bedrijfsverplaatsing

Een gedwongen bedrijfsverplaatsing gaat in de meeste gevallen gepaard met een onteigening of een minnelijke verkoop om een onteigening te voorkomen. U kunt als ondernemer te maken krijgen met onteigening, met een minnelijke verkoop om onteigening te voorkomen of met een verkoop in het zicht van een onteigening. U heeft in beide gevallen van onteigening in fiscale zin meer ruimte om de herinvesteringsreserve toe te passen. In deze situaties geldt namelijk niet dat het vervangende bedrijfsmiddel dezelfde economische functie binnen de onderneming moet vervullen. Hierbij gelden wel een aantal voorwaarden, maar daar kan doorgaans eenvoudiger aan worden voldaan dan in het geval het vervangende bedrijfsmiddel eenzelfde economische functie moet hebben. Bij een gedwongen verkoop kan de behaalde belaste winst bij de verkoop van grond immers op de gehele aangekochte oppervlaktegrond worden toegepast.

Verder mag u de boekwinst die is behaald bij de verkoop van grond, afboeken op bedrijfsgebouwen. Maar omgekeerd mag u niet de boekwinst behaald op gebouwen als herinvesteringsreserve, afboeken van de grond. In de praktijk blijkt dat onder die omstandigheden het over het algemeen relatief eenvoudig is om de locatie zonder of met weinig belastingheffing te verplaatsen.

4.3 Sloop

In de praktijk volgt een bedrijfsverplaatsing vaak op een verkoop van het bestaande bedrijf aan een projectontwikkelaar of is sprake van een minnelijke verkoop om een onteigening te voorkomen. In dergelijke situaties komen de sloopkosten doorgaans voor rekening van de koper.

Als op de nieuwe locatie sprake is van sloop om nieuwbouw te kunnen plegen, dan worden de aanschafwaarde van de te slopen gebouwen en de sloopkosten aan de vrijgemaakte grond toegerekend.

Verder gelden voor sloop van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen de regels zoals ze ook gelden bij een staking van de onderneming.