2 Stoppen met de onderneming

Als ondernemer kiest u in principe zelf het moment waarop u stopt met uw bedrijfsactiviteiten. U kunt dat over meerdere jaren verspreid doen, dus in onderdelen. Stoppen – of staken – betekent wel dat u dan niet meer het voornemen heeft om de activiteiten opnieuw op te starten.

Als uw onderneming meerdere jaren achter elkaar verlies lijdt, kan de Belastingdienst besluiten dat de bedrijfsactiviteiten gestaakt zijn. Dan spreken we van een verplichte staking. Het gaat om situaties waarin de Belastingdienst oordeelt dat er geen bron van inkomsten (meer) is, en er dus niet langer sprake is van een onderneming. U bent dan belasting verschuldigd over de zogenoemde stakingswinst. En als de Belastingdienst het standpunt inneemt dat de staking al in een eerder jaar heeft plaatsgevonden, bent u over de verschuldigde belasting ook nog belastingrente verschuldigd.

Als u uw bedrijfsactiviteiten staakt, krijgt u te maken met fiscale regelingen zoals de stakingswinst en de landbouwvrijstelling. Verder moet u rekening houden met de belastingregels die gelden voor uw materiële bezittingen.

2.1 Stakingswinst

Stakingswinst is het verschil tussen de fiscale boekwaarde van uw bedrijf en de werkelijke waarde op het moment van bedrijfsbeëindiging. Deze winst is onderdeel van uw inkomen in het jaar van staking en u betaalt hier dus inkomstenbelasting over. Als de staking over meerdere jaren plaatsvindt, wordt de stakingswinst of het stakingsverlies toegerekend aan het jaar waarin het voordeel of het verlies wordt gerealiseerd.

Om de stakingswinst te bepalen moet u de omvang van de stille reserves vaststellen. De stille reserve is het verschil tussen de getaxeerde waarde op het moment van staking en de boekwaarde op dat moment. We kijken dan eerst naar de waarde in het economisch verkeer (WEV) van de activa die binnen de onderneming zijn gebruikt en de boekwaarden die op de ondernemingsbalans staan verantwoord.

2.2 Landbouwvrijstelling

Op de boekwinst is onder bepaalde voorwaarden de landbouwvrijstelling van toepassing. De landbouwvrijstelling is een fiscale regeling waarbij de waardeverandering van de grond wordt vrijgesteld van belasting. Het gaat om alle grond waarop u uw landbouwbedrijf uitoefent, dus ook de ondergrond van de bedrijfsgebouwen.

De stille reserve op de ondergrond van de bedrijfsgebouwen valt in beginsel onder de toepassing van de landbouwvrijstelling. Voorwaarde is dan wel dat het bedrijfsgebouw voor het landbouwbedrijf is gebruikt.

De landbouwvrijstelling is alleen van toepassing als u de grond uitsluitend voor agrarische doeleinden binnen uw bedrijf gebruikt. De landbouwvrijstelling geldt dus niet als u de grond:

  • voor andere doeleinden gebruikt, bijvoorbeeld voor een hondenfokkerij of een paardenpension, of als caravanopslagplaats. In dat geval valt de opbrengst van die grond onder belaste stakingswinst;
  • tijdens de looptijd van de onderneming of voorafgaand aan de staking uit gebruik heeft gegeven of verpacht heeft;
  • braak heeft laten liggen.

In de gevallen die hierboven staan opgesomd, mag de behaalde boekwinst wél opgedeeld worden in:

  • een deel waarin de waardeverandering betrekking heeft op de periode dat u de grond in het eigen bedrijf heeft gebruikt;
  • een deel dat gaat over de periode waarin de grond buiten uw eigen bedrijf in gebruik was.

De landbouwvrijstelling mag op geen enkele wijze toegepast worden als er sprake is geweest van de gevallen die hieronder worden beschreven.

2.2.6 Wel landbouwvrijstelling bij waardedaling na bestemmingswijziging

Daalt de waarde van de grond omdat de grond bijvoorbeeld een duurzame natuurbestemming krijgt, en ontvangt u daarvoor een financiële compensatie, dan kan dit bedrag onder de landbouwvrijstelling vallen.

2.3 Bedrijfsgebouwen

Wat doet u met de bedrijfsgebouwen als u uw onderneming staakt? En welke fiscale consequenties kleven er aan de verschillende mogelijkheden? Het gaat om aandacht voor de volgende punten:

2.3.1 De waardering

Staakt u de onderneming waarin bedrijfsgebouwen zitten? Dan moet u over het positieve verschil tussen de vrije waarde in het economische verkeer en de balanswaarde belasting betalen. Het is daarom raadzaam om de waardering van de bedrijfsgebouwen kritisch te beoordelen. Dit geldt niet alleen op het moment van staking, maar zeker ook tijdens de looptijd van de onderneming.

Voor bedrijfsgebouwen op de ondernemingsbalans zijn drie vragen van belang:

2.3.2 Alternatieve aanwending

Schakelt u van een agrarische onderneming over naar een onderneming met alternatieve activiteiten? Dan is er eigenlijk sprake van een staking van de oude onderneming en de start van een nieuwe. Een omschakeling zoals deze leidt in principe tot een afrekening met de Belastingdienst. Onder voorwaarden is een dergelijke omschakeling mogelijk zonder in die fase met de Belastingdienst te moeten afrekenen. U leest dat in het hoofdstuk over een andere bedrijfsactiviteit starten.

2.3.3 Sloop

De sloop van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen houdt ondernemers en overheid de laatste decennia bezig. Daarnaast roept de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen vraagstukken op over de organisatie van de sloop en de invulling van de omgeving. Interessant in dit verband is de ruimte-voor-ruimteregeling (zie hieronder)

En wat zijn de fiscale consequenties van sloop? Lees meer over sloop van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen.

2.3.4 Ruimte-voor-ruimteregeling

Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk om de vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen te slopen en ter compensatie voor de gesloopte m² een bouwrecht voor één of meer woningen te verkrijgen.

Voor zover het bouwrecht een compensatie voor de waardedaling van de ondergrond van de gesloopte bedrijfsgebouwen betreft, kan onder voorwaarden de landbouwvrijstelling worden toegepast op de waardedaling van betreffende grond.

2.3.5 Overheveling naar privévermogen

De eigendommen die u bij staking van de onderneming niet verkoopt, worden aan de onderneming onttrokken en gaan over naar uw privévermogen. Over de aanwezige stille reserves moet u op het moment van overgang belasting betalen. De zogenoemde stille reserve is het verschil tussen de getaxeerde waarde op het moment van overgang en de boekwaarde op dat moment.

2.3.6 Ondergrond van de gebouwen

De fiscale regels voor de ondergrond zijn beschreven in het hoofdstuk over de landbouwvrijstelling.

2.4 Het woonhuis

Is uw woonhuis als bedrijfsvermogen aangemerkt? Dan valt dit op het moment van staking van uw onderneming onder uw privévermogen, en moet u het over de stille reserves afrekenen.

Kiest u ervoor om in uw woonhuis te blijven wonen? Dan mag, onder bepaalde voorwaarden, de waarde voor uw woonhuis op basis van een besluit van de staatssecretaris op 85 procent van de vrije waarde worden gesteld. Over het verschil tussen 85 procent van de vrije waarde en de boekwaarde bent u dan belasting verschuldigd.

Let op: de waardeverandering van de ondergrond van uw woonhuis valt sinds 1 april 1986 niet meer onder de landbouwvrijstelling. In voorkomende gevallen kan de waardeverandering worden gecompartimenteerd en kan voor de periode tot 1 april 1986 een beroep worden gedaan op de toepassing van de landbouwvrijstelling.

Is uw woonhuis als privévermogen aangemerkt? Dan hoeft u op het moment van staking van uw onderneming niet af te rekenen over de meerwaarde van uw woonhuis. De meerwaarde van uw woonhuis valt in dit geval buiten de belastingheffing, net als bij andere privépersonen.

2.5 De productierechten

Productierechten die op uw bedrijf aanwezig zijn, blijven bij de staking van de onderneming in beginsel tot het ondernemingsvermogen behoren, tot het moment dat u deze rechten verkoopt. Op het moment van verkoop wordt de behaalde boekwinst belast. Verhuurt u de productierechten tussentijds? Dan wordt de huur in box 1 in de belastingheffing betrokken.

Maakt u gebruik van de ruimte-voor-ruimteregeling? Dan moet u de productierechten voor varkens of pluimvee inleveren. De bouwrechten die u ter compensatie ontvangt worden mede als opbrengst voor de productierechten gerekend en in de belastingheffing betrokken. Een compensatie voor de waardedaling van de grond kan in een dergelijk geval onder de landbouwvrijstelling worden gerangschikt.

2.6 De oudedagsreserve

Op de balans van de onderneming kan in bepaalde gevallen een fiscale oudedagsreserve zijn opgenomen. Over de stand van deze fiscale oudedagsreserve bent u op het moment van staking belasting verschuldigd. U kunt dit voorkomen door een stakingslijfrente af te sluiten bij een verzekeraar, of door een bedrag bij een bank onder te brengen in bancair sparen.

Bij bancair sparen wordt, onder voorwaarden, een bedrag op een geblokkeerde bankrekening gestort. In dat geval wordt de belastingheffing uitgesteld tot het moment dat u de beschikking over het gestorte bedrag verkrijgt.