In gesprek met de Wildbeheereenheid Eem: 'Wij zijn geen plezierjagers, maar natuurbeheerders'

Mensen, dieren en planten leven met en naast elkaar in de provincie Utrecht. En dat kan soms zorgen voor botsende belangen. Denk aan ganzen die het grasland van boeren regelmatig kaalvreten of vossen die de eieren en kuikens van weidevogels opeten. Om schade te beperken aan natuur en landbouwgewassen en om evenwicht te behouden in de aantallen dieren zijn jagers van de Wildbeheereenheden actief binnen de provincie.  

Jan Hoolwerf
Jan Hoolwerf, jager en voorzitter van Wildbeheereenheid Eem.  

Elke provincie heeft een Faunabeheereenheid (FBE) die van allerlei diersoorten de populatiestand in de gaten houdt; de zogeheten Staat van Instandhouding. De lokale Wildbeheereenheden spelen een belangrijke rol in het bijhouden van de aantallen: zij zijn dagelijks in het veld en hebben een goed beeld van de omvang van de populaties dieren.  

Vertekend beeld 

Ook tellen zij in het voorjaar alle dieren die mogelijk schade veroorzaken en in de zomer de ganzen en geven alle gegevens door aan de FBE. Iets wat de jagers volledig vrijwillig en in eigen tijd doen. Jan: “Veel mensen hebben een vertekend beeld van wat wij doen. Ze zien ons als moordenaars, maar het doden van dieren is slechts een onderdeel - en vaak een allerlaatste stap - van ons werk.”

Om een gezonde balans te houden moet je soms ingrijpen in de natuur

Jan Hoolwerf, voorzitter Wildbeheereenheid Eem

Hij legt uit waar jagers zich mee bezig houden. “Zo plaatsen wij op eigen initiatief en kosten bijvoorbeeld spiegels langs wegen om te voorkomen dat reeën oversteken en worden aangereden. En plekken waar jonge reeën in het gras van boeren liggen, halen we weg voordat er gemaaid wordt. Gelukkig snappen de meeste mensen, die we tijdens het jagen in het veld tegenkomen, het na onze uitleg wel. Ik denk dat we als Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging nog te weinig uitleggen wat we nou precies doen en waarom. We zijn geen plezierjagers of moordenaars, maar natuurbeheerders.” 

Ingrijpen is soms nodig 

Soms ontstaan problemen als een populatie te groot wordt. Jan: “Denk aan ganzen die eerst alleen maar in Nederland kwamen overwinteren en nu voorgoed blijven en hele graslanden van boeren kaalvreten, waardoor hun koeien geen gras meer hebben. Maar ook hazen, waar uiteindelijk inteelt en dus ziekten ontstaan. Of vossen die het broedsucces van weidevogels bedreigen. Mensen reageren vaak vanuit emotie, want die jongen van vossen zien en natuurlijk heel aaibaar uit. Ze vergeten echter dat hun ouders massaal eieren en kuikens van weidevogels opeten. Vossen moeten en mogen er zijn, maar je moet wel zorgen dat het er niet te veel worden. Soms moet je dus, om een gezonde balans te houden, ingrijpen in de natuur. En dat is wat wij als natuurbeheerders doen.”

Ganzen in een weiland

Samenwerking provincie 

De samenwerking met de provincie is altijd goed geweest volgens Jan. Hij heeft via de FBE regelmatig bijeenkomsten met gedeputeerde Mirjam Sterk. “Natuurlijk schuurt het wel eens, bijvoorbeeld als we een andere visie hebben op hoe we een probleem oplossen. Wij zijn dagelijks aanwezig in het veld, gebruiken drones en warmtebeeldcamera’s en weten precies hoe het ervoor staat met de stand van de dierenpopulaties en waar sommige dieren schade aanrichten. En tsja, soms worden er dan besluiten genomen waarvan wij denken dat het uiteindelijk problemen gaat opleveren. Maar daar kunnen we dan wel met elkaar het gesprek over aangaan. Over het algemeen gaat het gelukkig goed en worden onze tellingen gebruikt als input voor het Faunabeheerplan dat de Faunabeheereenheid op- en vaststelt en de provincie goedkeurt. Het afschot van reeën wordt bijvoorbeeld uitgevoerd om aanrijdingen met reewild te voorkomen. Stel er worden 70 reeën in Eemland geteld door de WBE, dan kent het werkplan afschot toe van een bepaald percentage. Maar pas als ook voldoende preventieve maatregelen zijn genomen.”

Jagers
Jagers Hendrik van Twillert en Jan Hoolwerf.

Ontheffingen 

De jagers hebben vaak meerdere ontheffingen op zak, want voor elke diersoort die ze afschieten is een aparte ontheffing of binnenkort onder de Omgevingswet een vergunning nodig. Jan: “Dat is niet altijd handig, maar op deze manier is het wel goed geregeld en dat is belangrijk. Elk dier dat wij afschieten melden we vervolgens in een centraal systeem. Zo schieten we altijd precies wat is afgesproken. We werken met de natuur, niet tegen de natuur.”  

Voor persinformatie:
jytte.reichert@provincie-utrecht.nl06 18 54 01 37