Klimaatmonitor toont dat doelen voor 2030 nog buiten bereik zijn

De provincie Utrecht stelt vast dat dat het halen van de klimaatdoelen in 2030 een flinke opgave is. Dat blijkt uit de regionale doorrekening van de Klimaat- en Energieverkenning 2024 (KEV 2024). De prognoses uit de KEV zijn toegevoegd aan de vernieuwde provinciale klimaatmonitor. Utrecht behaalt daarin een reductie van 40 tot 46 procent en scoort daarmee net als de rest van Nederland lager dan de landelijke doelstelling. Die bedraagt een reductie van 55 procent CO2 in 2030 vergeleken met 1990.

Zonnepanelen

 De vernieuwde klimaatmonitor is het instrument van de provincie Utrecht om de voortgang op de klimaatdoelen bij te houden. In de klimaatmonitor staan inzichten over de broeikasgasuitstoot van gemeenten en provincie. Daarmee geeft het een helder overzicht van waar we als provincie staan en waar nog klimaatwinst te behalen is. Zo is goed te zien dat de provincie Utrecht relatief veel uitstoot kent door mobiliteit en de verwarming van woningen en juist weinig door de industrie. Ook zijn de afgelopen jaren de effecten van de coronapandemie en de energiecrisis als gevolg van de oorlog in Oekraïne goed te zien. Deze hebben beiden tot een (tijdelijke) afname van de uitstoot geleid. 

Doorrekening van de Klimaat- en Energieverkenning

Op 24 oktober jl. is de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uitgekomen. Daarin zijn de verwachte effecten van klimaat- en energiebeleid in Nederland in beeld gebracht. In de regionale doorrekening van de KEV is te zien dat de provincie Utrecht met het huidige beleid komt tot een reductie van 40 tot 46 procent in 2030 in plaats van de afgesproken 55 procent. Factoren als netcongestie en het aangepast landelijk beleid belemmeren een hoger reductiecijfer. Gedeputeerde Klimaat Has Bakker: “Het is geen geheim dat het halen van de klimaatdoelen een enorme uitdaging is. We zijn wel vastbesloten om hard te blijven werken aan een duurzamere toekomst. Dat we door monitoring inzicht hebben in waar we moeten besparen is enorm waardevol. We passen dit ook al toe in ons beleid.” 
  
Zo heeft de provincie Utrecht sinds twee jaar een Klimaatparagraaf in de begroting. Hierin rapporteert de provincie over de voortgang op klimaatdoelen en de klimaatparagraaf maakt duidelijk waar uitstoot te verminderen is. Bakker: "We zitten niet stil en zijn al goed op weg. Met het Energie Diensten Centrum werken we met gemeenten samen om woningen te verduurzamen. Met het Convenant Toekomstbestendig Bouwen stimuleren we gemeenten en ontwikkelaars om meer circulair, energieneutraal, klimaatadaptief en natuurinclusief te bouwen. Zo dragen we bij aan de verduurzaming van gebouwen en grondstoffen. Mobiliteit drukt nog zwaar op de uitstoot die we meten. Daar hebben we maar beperkt invloed op door onze centrale ligging: door de provincie Utrecht rijdt nou eenmaal veel verkeer. Daar staat tegenover dat als mobiliteit meer en meer elektrificeert en die elektriciteit groen is, de uitstoot daardoor ook daalt.”  

Uitstoot Utrecht versus Nederland
Uitstoot Utrecht versus Nederland

De Nationale Klimaatweek

De Nationale Klimaatweek die vandaag van start gaat, biedt een uitgelezen kans om het gesprek aan te gaan over hoe we gezamenlijk de klimaatdoelen kunnen realiseren. Gedeputeerde Bakker: “Dit is een verantwoordelijkheid die ons allemaal aangaat. De klimaatweek die vandaag start biedt bij uitstek de gelegenheid om thuis, maar ook op het werk de balans eens op te maken: wat doe je eigenlijk om klimaatimpact te verminderen?"  
 
Naar berekening van het Planbureau voor de Leefomgeving lijken de doelen voor Nederland op dit moment uit te komen tot een reductie van 45 tot 52 procent. Hiermee blijven ook de landelijke doelen nog buiten bereik. Has Bakker: “Daarom moet het kabinet nu werk maken van aanvullend beleid, meer actie en versnelling van de uitvoering. We hebben onze handtekening onder de klimaatdoelen gezet, nu moeten we ook gaan leveren.” 

De geactualiseerde klimaatmonitor is hier te bekijken. 

Voor persinformatie:
jiri.glaap@provincie-utrecht.nl
06 39 63 21 97