Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 29-08-2017

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 22 augustus 2017

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

06 Beantwoording schriftelijke vragen ex art 47 RvO van de heer Van Kranenburg (ChristenUnie) inzake nieuwe regels voor speed-pedelecs

SAMENVATTING:

Naar aanleiding van de berichtgeving rond de wijziging in gedragsregels voor bestuurders van een speed-pedelec heeft de heer Van Kranenburg van de fractie ChristenUnie vragen gesteld over de verkeersveiligheid van elektrische fietsen en de inrichting van bromfietspaden. Op basis van de registratie kan geen relatie worden gelegd tussen het aantal ongevallen met elektrische fietsen en de inrichting van het fietspad of de rijbaan. Hiervoor zijn te weinig detailgegevens ten aanzien van locatie en toedracht in de registratie beschikbaar. In het Realisatieplan Fiets 2016-2020 heeft het college onderkend dat de inrichting van de provinciale infrastructuur nog niet overal op orde is. Daarom is in het Realisatieplan Fiets 2016-2020 € 5 miljoen gereserveerd om bromfietspaden die tenminste 10% smaller zijn dan de CROW-richtlijnen te verbreden. De uitvoering hiervan is gekoppeld aan de trajectaanpak voor provinciale wegen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex. artikel 47 van het Reglement van Orde provincie Utrecht van de heer K. van Kranenburg namens de ChristenUnie betreffende de verkeersveiligheidsaspecten van de speed-pedelec en de inrichting van bromfietspaden vast te stellen en te verzenden.

07 N233 Rijnbrug, aanbieding verkeerskundige studies

SAMENVATTING:

Er zijn onderzoeken uitgevoerd ten behoeve van de besluitvorming van de vormgeving van de Rijnbrug. Het gaat om een studie naar de verkeerskundige effecten van een 2x2 brug ten opzichte van de Tidal Flow en een actualisatie van een quick scan onderzoek naar de lange termijnoplossing van de kruising van de N233 met de Neder-Rijn. Deze onderzoeken zullen bijdragen aan de keuzes die gemaakt moeten worden over de uiteindelijke inrichting.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de rapportages “Verkeerskundige effecten van 2x2 op de Rijnbrug bij Rhenen” (Sweco 14-06-2017) en “Quick scan Zuidelijke ontsluiting FoodValley” (RHDHV 3-07-2017) vast te stellen;
  2. deze informatie in een informatiebijeenkomst te delen met de staten van de Provincie Utrecht en Gelderland en de raden van de betrokken gemeenten.

08 Voordracht directievoorzitter VITENS

SAMENVATTING:

Na het aangekondigde vertrek van mevrouw Declercq als directievoorzitter bij VITENS, is de Raad van Commissarissen (RvC) op zoek gegaan naar een kandidaat voor deze positie en hebben een kandidaat gevonden in de persoon van de heer J. (Jelle) Hannema. De bezoldiging zal worden vastgesteld door de RvC en zal conform vigerende wet- en regelgeving, Wet Normering Topinkomens (WNT) zijn.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de benoeming van de heer Hannema als directievoorzitter van VITENS N.V. voor onbepaalde tijd;
  2. de afdelingsmanager BDO, de heer drs. C.P. Bontje, te mandateren namens GS (schriftelijk) in te stemmen met onderhavige benoeming tijdens de BAvA op 31 augustus 2017.

09 Beantwoording statenvragen PVV betreffende “Bos & Van Rijn, rapport Scherp aan de wind”

SAMENVATTING:

Op 13 juli 2017 heeft Statenlid Dercksen van de Partij voor de Vrijheid statenvragen gesteld over het rapport Scherp aan de wind dat in opdracht van de provincie is opgesteld door Bos & Van Rijn. In dit rapport wordt ingegaan op lopende initiatieven voor windenergie en op welke wijze de provincie de voortgang ten aanzien van windenergie kan versnellen. In de beantwoordingsbrief wordt op de gestelde vragen ingegaan.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde provincie Utrecht van de heer R. Dercksen van de Partij voor de Vrijheid betreffende “Bos & Van Rijn, rapport Scherp aan de wind” vast te stellen en te verzenden.

10* Statenbrief Jaarrekening 2016 NV Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht

SAMENVATTING:

Op 23 juni 2017 is in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders de Jaarrekening 2016 en het bijbehorende Directieverslag van de NV. Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU) goedgekeurd met instemming van de provincie. Op 21 juni heeft uw college hierover een besluit genomen. Op grond van toezeggingen bij het oprichtingsbesluit in 2011 worden de jaarstukken van de OMU ter kennisname naar Provinciale Staten gestuurd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief vast te stellen en ter informatie naar Provinciale Staten toe te zenden.

11* Versnellingsagenda windenergie

SAMENVATTING:

Gezien de voortgang in realisatie van windenergie projecten en de conclusies uit de landelijke Monitor Wind op Land wordt voorgesteld de inzet op windenergie te intensiveren en hierover met de Staten in gesprek te gaan.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. tot vaststelling van de notitie "versnellingsagenda windenergie";
  2. de statenbrief vast te stellen en met de notitie "versnellingsagenda windenergie" ter bespreking toe te zenden aan Provinciale Staten.

12 Reactie Ruimtelijk-economische koers U10

SAMENVATTING:

In mei hebben de U10-gemeenten de Ruimtelijk-economische koers, ‘Ontmoetingsplaats voor Healthy Urban Living’ gepubliceerd. Hierin wordt aan de hand van zes toekomstbeelden beschreven hoe de gemeenten de toekomst in 2040 voor zich zien. In de provinciale reactie wordt onder andere waardering uitgesproken voor het doorlopen proces, het streven naar samenwerking en complementariteit, en aangegeven dat de koers belangrijke input levert voor zowel de op te stellen provinciale Omgevingsvisie als de Ruimtelijk-economische Strategie. Voorts wordt ingegaan op enkele specifieke thema’s.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de brief aan de wethouders Ruimte en Economie in de Utrechtse regio vast te stellen en te verzenden.

13 Beantwoording statenvragen PVV betreffende voorlichting NMU en mogelijke windturbines in Rijnenburg

SAMENVATTING:

Op 11 juli 2017 heeft Statenlid Dercksen van de Partij voor de Vrijheid een vraag gesteld over de voorlichting door de NMU over mogelijke windturbines in Rijnenburg. In de beantwoordingsbrief wordt op de gestelde vraag ingegaan.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vraag ex artikel 47 van het Reglement van Orde provincie Utrecht van de heer R. Dercksen van de Partij voor de Vrijheid betreffende “voorlichting door de NMU mbt mogelijke windturbines in Rijnenburg” vast te stellen en te verzenden.

14* Statenbrief Verslag overleg gemeenten retailbeleid

SAMENVATTING:

In het kader van de opstelling van de Retailvisie heeft de provincie overleg gevoerd met de Utrechtse gemeenten over het retailbeleid van de gemeenten en provincie. De uitkomsten van dit overleg vormen een belangrijke bouwsteen voor de op te stellen Retailvisie. Uit het overleg blijkt dat veel gemeenten in regionaal verband afspraken hebben gemaakt over het tegengaan van verdere uitbreiding van het winkeloppervlak van perifere detailhandel en het afstemmen van nieuwe grootschalige detailhandelsontwikkelingen. In slechts enkele gemeenten wordt daadwerkelijk een actief beleid gevoerd over de aanpak van knelpunten in de detailhandel. Van de provincie verwacht men vooral een ondersteunende, faciliterende rol.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

15 Beantwoording schriftelijke vragen ex art.47 RvO van PvdA betreffende de dreigende effecten (van nieuwe golf) van verzuring

SAMENVATTING:

Op 27 juni 2017 heeft de heer K. de Kruijf van PvdA vragen gesteld over de dreigende effecten van (een nieuwe golf van) verzuring. In de beantwoording wordt vastgesteld dat er aanwijzingen zijn dat de verzuringsproblematiek ook in Utrecht speelt in de (randen van de) Heuvelrug en dat het Programma Aanpak Stikstof een beperkt antwoord is op deze problematiek. Voor de natuurparel Hoge Zandgronden (waar de Heuvelrug deel van uit maakt) zullen we voor de Utrechtse aandachtsoorten onderzoeken of en welke maatregelen nodig zijn voor hun duurzaam voortbestaan. Tot die aandachtsoorten behoren ook soorten die verzuringsgevoelig zijn en waar mogelijk herstelmaatregelen voor nodig zijn. In de beantwoording wordt verder ingegaan op de relevante meetnetten, op de effectiviteit van bronmaatregelen en op de verschillende bronnen van verzuring.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid de heer K. de Kruijf van de PvdA betreffende dreigende effecten (van nieuwe golf) van verzuring vast te stellen en te verzenden.

16 Mandatering en machtiging aan gedeputeerde W.H. Maij (provincie Overijssel) in het kader van het maken van Schriftelijke Opmerkingen ter beantwoording van de prejudiciële vragen over het Programma Aanpak Stikstof

SAMENVATTING:

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 mei 2017 in het kader van de aanhangige pilotzaken over het Programma Aanpak Stikstof, prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie over de toelaatbaarheid van het Programma Aanpak Stikstof in relatie tot de Habitatrichtlijn. Lidstaat Nederland en de procespartijen kunnen hun schriftelijke opmerkingen hierop indienen. Interprovinciaal is afgesproken dat de provincies aan de gedeputeerde W.H. Maij (van de provincie Overijssel) hiervoor het benodigde mandaat en machtiging verlenen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. Gedeputeerde W.H. Maij van de provincie Overijssel te mandateren om namens de provincie Utrecht te reageren op het voorstel voor Schriftelijke Opmerkingen over de prejudiciële vragen over het Programma Aanpak Stikstof en deze te accorderen;
  2. Gedeputeerde W.H. Maij van de provincie Overijssel te machtigen om namens de provincie Utrecht de Schriftelijke Opmerkingen en/of de formele brief aan het Europese Hof van Justitie waarin de beantwoording van deze vragen wordt opgenomen te ondertekenen;
  3. Gedeputeerde W.H. Maij van de provincie Overijssel te informeren via een brief;
  4. de portefeuillehouder te machtigen en te mandateren voor de verdere afhandeling.

18 Ongegrondverklaring Awb-bezwaarschrift tegen beschikking ‘ernst en spoed’ (Wet bodembescherming), gemeente Houten

SAMENVATTING:

Op een bij de provincie in eigendom zijnd perceel in Houten (een vroegere, en nu braak liggende strooizoutopslagplaats) is bodemverontreiniging vastgesteld. Omdat de verontreiniging, met o.a. chloride, PAK’s en barium, zich dicht aan het grondoppervlak bevindt, is er risico op huidcontact. Daarom moet het terrein, zodra het een woonbestemming krijgt, functioneel worden gesaneerd. Bij een naastgelegen particulier woonperceel is ook een – zij het afnemende – verontreiniging met alleen chloride vastgesteld. Die bevindt zich veel dieper in de ondergrond. Bij normaal gebruik is er geen risico op huidcontact. De eigenaren willen dat ook hun perceel ter plekke van de chlorideverontreiniging functioneel wordt gesaneerd. De Awb-adviescommissie is van mening dat de risico’s vanwege het diepteverschil (1,5 meter) niet vergelijkbaar zijn. Ook de andere bezwaren treffen volgens de Awb-adviescommissie geen doel. Het besluit van Gedeputeerde Staten kan volgens de Awb-adviescommissie daarom in stand blijven, waarmee er ook geen aanleiding is voor toekenning van de gevraagde vergoeding van proceskosten. Gedeputeerde Staten besluiten om het advies van de Awb-adviescommissie op te volgen en hun bestreden beslissing te handhaven.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Awb-bezwaarschrift van 23 mei 2017 ongegrond te verklaren;
  2. geen proceskostenvergoeding toe te kennen;
  3. het bestreden besluit van 15 maart 2017 in stand te laten;
  4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS d.d. 10 juli 2017.

19 Awb-bezwaarschrift tegen een TUG-ontheffing Wet luchtvaart natuurgebied ’t Gein, Abcoude

SAMENVATTING:

Vereniging ‘Spaar het Gein’ is het niet eens met een door Gedeputeerde Staten verleende ontheffing aan een helikopterbedrijf om in 2017 gedurende 12 dagen maximaal 50 vluchten per dag (= max. 1.200 vliegbewegingen in totaal) te maken met één of meer helikopters vanaf een locatie in natuurgebied ’t Gein te Abcoude. Bezwaarmaker is van mening dat zo’n activiteit niet past bij het karakter van het Geingebied en dat Gedeputeerde Staten de betrokken belangen niet (goed) hebben afgewogen. De Awb-adviescommissie van GS en PS concludeert dat bezwaarde een punt heeft omdat er sprake is van een onvolledige belangenafweging. Dat is in strijd met art. 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht. De Awb-adviescommissie van GS en PS adviseert het besluit te herroepen. Gedeputeerde Staten besluiten het advies op te volgen en hun bestreden beslissing te herroepen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het bezwaarschrift van 5 mei 2017 gegrond te verklaren en het bestreden besluit van 27 maart 2017 te herroepen;
  2. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het betreffende advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

20 Mandaatbesluit Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht – provincie Utrecht 2017

SAMENVATTING:

De Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht voert sinds 1 juli 2014 in opdracht van de provincie Utrecht (en 11 gemeentelijke opdrachtgevers) vergunningverlenings-, toezichts- en handhavingstaken (VTH-taken) uit. Met het huidige limitatief ingerichte mandaatregister kan de RUD Utrecht vaak niet snel genoeg inspelen op regelmatig voorkomende onverwachte provinciale praktijksituaties. Dat geldt ook voor het eind 2015 verleende mandaat inzake de Wet lokaal spoor. Gedeputeerde Staten trekken daarom beide mandaatbesluiten in en vervangen die door een meer in algemene termen ingericht Mandaatbesluit, waarbij het opdrachtkader verschuift naar de veel flexibelere periodieke dienstverleningsovereenkomsten tussen provincie en RUD Utrecht. Zodra mogelijk wordt het nieuwe Mandaatbesluit gepubliceerd in het Provinciaal blad.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Mandaatbesluit RUD Utrecht - provincie Utrecht (2014) en het Mandaat RUD Utrecht Wet lokaal spoor 2015 in te trekken;
  2. het besluit, nummer (81BC01FC), houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de RUD Utrecht (Mandaatbesluit RUD Utrecht – provincie Utrecht 2017) vast te stellen;
  3. het onder punt 2 genoemde besluit zodra mogelijk in het Provinciaal blad te publiceren.

21 Awb-bezwaarschrift tegen opgelegde last onder dwangsom vanwege overtreding van de Verordening natuur en landschap provincie Utrecht 2017

SAMENVATTING:

Gedeputeerde Staten hebben medio 2014 schriftelijk aan een inwoner van De Hoef (gemeente De Ronde Venen) bevestigd dat een eerder geconstateerde overtreding van de toenmalige Landschapsverordening provincie Utrecht 2011 (Lsv) door hem ongedaan was gemaakt. Zonder dat er sindsdien qua feiten of omstandigheden iets is gewijzigd, komen Gedeputeerde Staten begin 2017 op die beslissing terug. Daartegen wordt bezwaar aangetekend. Bezwaarde is van mening dat handhaving vanwege de niet gewijzigde omstandigheden geen pas geeft. Bezwaarde krijgt van de Awb-adviescommissie gelijk vanwege strijd met het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel. Gedeputeerde Staten besluiten het advies van de Awb-adviescommissie op te volgen en herroepen hun besluit. Ook vergoedt de provincie de wettelijk vastgestelde proceskosten ad € 990,-.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Awb-bezwaarschrift van 10 mei 2017 gegrond te verklaren;
  2. het besluit van 9 maart 2017 te herroepen;
  3. aan bezwaarde proceskosten (ad € 990,-) te vergoeden conform het bepaalde in het Besluit proceskosten Bestuursrecht;
  4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS van 10 juli 2017.

22 Awb-bezwaarschrift tegen een TUG-ontheffing Wet luchtvaart

SAMENVATTING:

De rentmeester van Landgoed Remmerstein te Rhenen is het niet eens met een door Gedeputeerde Staten verleende ontheffing aan een particulier om in 2017 gedurende 12 dagen één start en landing per dag te maken met zijn gemotoriseerd schermvliegtuigje op een afstand van ruim 700 meter vanaf het landgoed. Bezwaarmaker is van mening dat de ontheffing te weinig rekening houdt met de bijzondere flora en fauna op het landgoed en als zodanig ook een onevenredig zware, onnodige en vooral ook ongewenste belasting vormt voor het landgoed Remmerstein. De Awb-adviescommissie van GS en PS overweegt dat bezwaarmaker dermate ver van de start- en landingslocatie woont dat met de TUG-ontheffing een aanvaardbaar geluidsniveau wordt bereikt. Echter, de Awb-commissie verbindt in haar advies geen consequenties aan de in de TUG-ontheffing ontbrekende afweging van belangen. Dat is in strijd met art. 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarom kan het besluit van Gedeputeerde Staten vanwege strijdigheid met art. 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht niet in stand blijven. Gedeputeerde Staten besluiten het advies van de Awb-adviescommissie vanwege formele redenen niet op te volgen en herroepen hun besluit.

BESLUIT; Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het bezwaarschrift van 19 april 2017 om formele redenen gegrond te verklaren en het bestreden besluit van 10 maart 2017 te herroepen;
  2. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering deels te verwijzen naar het betreffende advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

32 Communicatie

Geen opmerkingen.

34 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 5 september 2017,

voorzitter,

secretaris,