01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 20 juni 2017
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
06 Vergadering IPO Bestuur 29 juni 2017
SAMENVATTING:
Het IPO Bestuur vergadert op 29 juni 2017. Er is een annotatie vanuit de provincie ter voorbereiding van dit IPO Bestuur opgesteld.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten in te stemmen met:
- 2.2 Toezicht van de Toekomst;
- 2.3 ‘Rondje Actualiteit’’;
- 2.4 ‘Onderhandelaarsakkoord CAO provincies 2017-2018;
- 2.5 “Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra): IPO omvormen naar werkgeversvereniging conform de wet op de cao.
Portefeuillehouder een standpunt in te laten nemen m.b.t.:” 1. 2.1 ‘Inzet kabinetsformatie/gezamenlijke Investeringsagenda, inclusief bestuurlijk overleg”; 2. 2.3 ‘Wet Open Overheid’;
07* Pilot zonnepanelen op wegdek
SAMENVATTING:
BAM heeft de provincie benaderd om gezamenlijk een innovatieve pilot uit te voeren met zonnepanelen op het wegdek. Dit is voor het eerst dat deze innovatie zal worden toegepast in Nederland. Doel van de pilot is om te onderzoeken wat de effecten zijn op de materialen bij toepassing op een drukke weg en wat het rendement is van de betreffende zonnepanelen met als doel energieopwekking voor bijvoorbeeld de wegverlichting. Daarnaast zal ook worden onderzocht of dit kan leiden tot minder onderhoud aan het asfalt. Daarnaast is gevraagd of het mogelijk is om met de zonnepanelen de weg energie neutraal te verwarmen zodat gladheidsbestrijding niet meer nodig is of kan worden beperkt. Provincie Noord-Holland doet een vergelijkbare pilot (Solaroad) echter dit product is nog niet geschikt om toe te passen op hoofdbaan van een provinciale weg.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- om op het wegdek van de hoofdbaan van de N401 nabij Kockengen (kmp. 3,2) als pilot zonnepanelen aan te brengen;
- om voor uitvoering van deze pilot zonnepanelen € 150.000 beschikbaar te stellen uit het budget van het Mobiliteitsplan 2015-2018, Kwaliteit leefomgeving.
- de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.
08* Meicirculaire provinciefonds 2017
SAMENVATTING:
De provincies ontvangen drie maal per jaar informatie van Binnenlandse Zaken over de (hoogte van de) provinciefondsuitkeringen: in mei, in september en in december, ter afronding van het lopende jaar. Op 1 juni jl. is de meicirculaire verschenen. De meicirculaire 2017 is bijzonder, omdat met ingang van 2017 sprake is van een nieuwe, vereenvoudigde verdeling van de Algemene Uitkering provinciefonds (conform advies commissie Jansen). Zoals bekend kent het nieuwe verdeelmodel geen herverdeeleffecten (de uitkomst van de verdeling is identiek aan het oude verdeelmodel). Wel zijn een viertal doel- en decentralisatie-uitkeringen toegevoegd aan de Algemene Uitkering, waaronder de middelen voor Natuur en Verkeer en Vervoer. De wijziging van de Financiële-verhoudingswet (vereist voor de implementatie van het nieuwe verdeelmodel) is op 31 januari 2017 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 mei 2017 zonder stemming aangenomen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- de uitkomsten van de meicirculaire provinciefonds voor kennisgeving aan te nemen;
- de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.
09* Jaar- en trendrapportage 2016 OV
SAMENVATTING:
Over de beide concessies openbaar vervoer in provincie Utrecht wordt ieder jaar verslag gedaan middels een rapportage. De rapportage beoogt op beknopte manier aan te geven in hoeverre het openbaar vervoer in Utrecht presteert volgens de gemaakte afspraken. Dit verslag is bedoeld voor het publiek en dus ook openbaar. De rapportage wordt na vaststelling in GS aangeboden aan PS en daarnaast verspreid onder externe organisaties waaronder alle gemeentes in de provincie Utrecht. De rapportage wordt ook op de website gepubliceerd.
Inhoud rapportage In de rapportage is te lezen dat het gebruik van het OV in Utrecht wederom is gestegen (van 55,2 miljoen naar 57,1 miljoen instappers). Daarnaast geeft de reiziger het Utrechtse OV een goed cijfer (streekconcessie: 7,5, stadsconcessie: 7,6). Stiptheid en rituitval blijft bij de concessie U-OV achter bij de wensen. Dit heeft te maken met de toenemende congestie op de weg door het toegenomen verkeer en veel werkzaamheden in de regio. Kostendekkingsgraad van de U-OV-concessie is vergeleken met 2015 licht gedaald (van 68,3% tot 67,0%), maar vergeleken met 2010 (59,9%) flink gestegen. Bij U-OV is de kostendekkingsgraad exclusief kosten traminfrastructuur en tramstellen. De kostendekkingsgraad van U-OV behoort tot een van de hogere van Nederland. De streekconcessie blijft redelijk stabiel en is na een kleine dip in 2015 (45,6%) weer opgeklommen naar 47,9%. De beleving van de reizigers op het gebied van sociale veiligheid (U-OV: 8,0; CXX: 7,8) ligt bij beide concessies boven het landelijk gemiddelde (7,7).
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- de Jaar- en trendrapportage 2016 openbaar vervoer provincie Utrecht vast te stellen;
- de statenbrief vast te stellen en met bijlage toe te zenden aan Provinciale Staten;
- de Jaar- en trendrapportage 2016 te verspreiden onder relaties.
11 Vaststelling Bestuursovereenkomst agrarisch waterbeheer
SAMENVATTING:
Sinds 2016 is het nieuwe stelsel voor agrarisch natuurbeheer in werking. Nieuw daarin is agrarisch waterbeheer. Agrarische collectieven kunnen voor beheermaatregelen in de periode van 2016 t/m 2021 die bijdragen aan het waterbeheer subsidie ontvangen o.b.v. de provinciale Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer 2016 (SVNL 2016). Hiermee kunnen waterdoelen van de provincie en waterschappen worden gerealiseerd. De subsidies voor waterbeheer worden in de provincie Utrecht voor 50% gefinancierd uit POP3 en voor 50% door de waterschappen. Tussen de provincie Utrecht en de waterschappen is over de uitvoering een aantal afspraken gemaakt. Deze zijn op verzoek van de waterschappen neergelegd in bijgaande concept Bestuursovereenkomst (BOK).
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de Bestuursovereenkomst agrarisch waterbeheer 2016-2022 vast te stellen en aan te gaan.
12 Verrekening neveninkomsten 2016 commissaris van de Koning en gedeputeerden
SAMENVATTING:
Op grond van de Provinciewet dienen neveninkomsten van de commissaris van de Koning en de gedeputeerden jaarlijks te worden gemeld aan het provinciebestuur. Als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, dienen deze neveninkomsten te worden verrekend met de bezoldiging. Voor de gedeputeerden die voor 10 maart 2010 al in functie waren, geldt deze verrekenplicht niet. Het ministerie van BZK heeft naar aanleiding van de opgaves over het jaar 2016 adviezen opgesteld. Op basis van de adviezen van BZK hoeft voor geen van de betrokkenen verrekening plaats te vinden.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- op basis van de adviezen van het ministerie van BZK vast te stellen dat de verplichting neveninkomsten te verrekenen niet van toepassing is op oud-gedeputeerde Krol;
- op basis van de adviezen van het ministerie van BZK vast te stellen dat de commissaris van de Koning en de gedeputeerden Van den Berg, Pennarts-Pouw, Verbeek-Nijhof vallen onder de verrekenplicht, maar dat er geen of geen zodanige neveninkomsten zijn dat deze voor verrekening in aanmerking komen;
- de commissaris van de Koning en de gedeputeerden door middel van de afdoeningsbrieven van deze beslissing in kennis te stellen;
- de provinciesecretaris te mandateren om de afdoeningsbrieven namens hen te ondertekenen;
13 Kwartaalrapportage onkosten gerelateerd aan werkzaamheden GS 1e kwartaal 2017
SAMENVATTING:
De bestuurders van de provincie Utrecht zijn van mening dat zij integer en verantwoordelijk om moeten gaan met publieke middelen. Om hier openlijk verantwoording over af te leggen, wordt er elk kwartaal een overzicht van de onkosten van iedere bestuurder opgesteld. Deze overzichten worden elk half jaar verzonden naar Provinciale Staten en tegelijkertijd gepubliceerd op de provinciale website. De kwartaaloverzichten onkosten gerelateerd aan de werkzaamheden GS voor het eerste kwartaal 2017 zijn gereed en worden hierbij ter vaststelling voorgelegd.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de kostenoverzichten over het eerste kwartaal van 2017 per lid van het college vast te stellen.
16 Reactie op Concept Regionale Ruimtelijke Visie van de Regio Amersfoort
SAMENVATTING:
De Regio Amersfoort heeft bij brief van 18 mei jl. gevraagd om een provinciale reactie op haar Concept Regionale Ruimtelijke Visie (RRV). Met de RRV beoogt de regio richting te geven aan de ontwikkeling tot 2040. In de reactie wordt waardering uitgesproken over het initiatief en het doorlopen proces, en aangegeven dat de RRV een bouwsteen is voor de op te stellen provinciale Omgevingsvisie. Voorts wordt ingegaan op enkele specifieke thema’s.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de brief aan de Regio Amersfoort vast te stellen en te verzenden.
17 Memorandum of Understanding RegMed XB
SAMENVATTING:
Regeneratieve geneeskunde verhoogt de kwaliteit van leven en versterkt de economie. Het stimuleert en gebruikt de helende krachten van het lichaam om ziek weefsel en organen te herstellen. Het zorgt voor genezing i.p.v. langdurige (kostbare) zorg voor chronisch zieken en is een opkomende en sterk groeiende industrie die inspeelt op grote, internationale markten. RegMed XB is een internationaal samenwerkingsverband op het terrein van regeneratieve geneeskunde. Het wil uitgroeien tot een wereldwijd toonaangevend onderzoeksinstituut dat de groei en verankering van een nieuw industrieel cluster op het gebied van regeneratieve geneeskunde versnelt, oplossingen voor patiënten dichterbij brengt en een bijdrage levert aan (kosten)efficiëntie in de zorg. UU, UMCU en Hubrecht Instituut zijn zeer belangrijke spelers op het gebied van regeneratieve geneeskunde. Als provincie staan wij positief tegenover deze ontwikkeling. Andere partijen die deze ontwikkeling steunen zijn de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg, gezondheidsfondsen (zoals Nierstichting en Reumafonds), bedrijven en universiteiten. RegMed XB vraagt aan alle partijen, inclusief de provincie Utrecht, een Memorandum of Understanding (feitelijk een intentieverklaring) te ondertekenen, waarin de partners hun intenties uitspreken om bij te dragen aan de opschaling van RegMed XB richting internationaal leiderschap, voor patiënt, economie en wetenschap.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het Memorandum of Understanding RegMed XB vast te stellen en te ondertekenen;
- Gedeputeerde Van den Berg te mandateren redactionele wijzigingen aan te brengen in het concept Memorandum of Understanding REGMED XB.
18 Beslissing op bezwaarschrift van Stichting De Faunabescherming tegen een GS-besluit tot het verlenen van ontheffing op basis van de Wet natuurbescherming waarbij het gebruik van CO2 voor het doden van ganzen wordt toegestaan
SAMENVATTING:
Stichting De Faunabescherming is het niet eens met de verleende ontheffing en zij voert in de kern aan dat er geen ontheffing kan worden verleend voor het gehele werkgebied van de Faunabeheereenheid, omdat er niet voor alle gebieden schadecijfers zijn. Tevens zijn er volgens haar alternatieve oplossingen. Ook vindt zij het gebruik van CO2 geen diervriendelijke methode. Gedeputeerde Staten verklaren conform en verwijzend naar het advies van de Awb-adviescommissie de bezwaren ongegrond. De ontheffing is wel voldoende onderbouwd.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het besluit d.d. 20 maart 2017, nummer 81A9341B, in stand te laten en de bezwaren van Stichting De Faunabescherming ongegrond te verklaren;
- de afdoeningsbrief vast te stellen, te verzenden en voor de motivering van de beslissing op bezwaar, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 23 mei 2017 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.
19 Beslissing op bezwaarschrift van Stichting De Faunabescherming tegen het besluit van Gedeputeerde Staten om goedkeuring te verlenen aan het aanvullende Faunabeheerplan Utrecht 2017-2021 Wildsoorten en Landelijk vrijgestelde soorten
SAMENVATTING:
De Faunabescherming heeft veel inhoudelijke bezwaren over de soorten op de landelijke vrijstellingslijst. Deze soorten zijn door de rijksoverheid op deze lijst gezet. Met het besluit van Gedeputeerde Staten om dit aanvullende Faunabeheerplan goed te keuren zijn daarom op dit punt geen nieuwe rechtsgevolgen ontstaan. De Awb-commissie adviseert daarom de bezwaren niet-ontvankelijk te verklaren. Gedeputeerde Staten volgen dit advies op.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het besluit d.d. 21 februari 2017 in stand te laten en de bezwaren van Stichting De Faunabescherming niet-ontvankelijk te verklaren;
- de afdoeningsbrief vast te stellen, te verzenden en voor de motivering van de beslissing op bezwaar, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 23 mei 2017 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.
20* Stedenbouwkundig plan woonwijk Vliegbasis Soesterberg
SAMENVATTING:
De ambitie voor de woonwijk is een duurzame en kwalitatief hoogwaardige woonwijk te realiseren die zich voegt in de bijzondere omgeving van de Vliegbasis. Het stedenbouwkundig plan legt de structuur van de woonwijk vast en vormt hiermee een ruimtelijk kwaliteitskader voor de verdere ontwikkeling van de woonwijk door te selecteren marktpartijen. Dit stedenbouwkundig plan is een belangrijk kaderstellend product voor grondverkopen en de verdere ontwikkeling van de wijk. Het stedenbouwkundig plan past binnen de financiële kaders van de vastgestelde grondexploitatie 2017.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het stedenbouwkundig plan Woonwijk Vliegbasis Soesterberg vast te stellen (bijlage 1);
- bijgevoegde statenbrief vast te stellen en te verzenden.
21* Vaststellen geluidsbelastingkaart provinciale wegen provincie Utrecht
SAMENVATTING:
Ter uitvoering van de EU Richtlijn omgevingslawaai moet de provincie iedere vijf jaar een geluidsbelastingkaart opstellen voor drukke provinciale wegen (ca 75 % van het provinciale wegenbestand). De kaart geeft aan hoeveel geluidsgevoelige objecten, geluidsgevoelige terreinen en stille gebieden er zijn en hoeveel bewoners van woningen (geschat, uitgaande van gemiddeld aantal bewoners per woning) in een bepaald gebied aan bepaalde waarden van geluidsbelasting, veroorzaakt door provinciale wegen, worden blootgesteld. De geluidbelastingkaart vormt de basis voor het actieplan omgevingslawaai, dat uiterlijk 18 juli 2018 door de provincie moet worden vastgesteld. Voor de provincie Utrecht is de geluidsbelasting voor het totale wegenbestand in beeld gebracht. De rapportage ten behoeve van de EU-richtlijn beslaat echter alleen de drukke provinciale wegen, met jaarlijks meer dan 3 miljoen voertuigen. Conclusie is dat het aantal geluidsbelaste woningen met een geluidsbelasting van meer dan 61 dB in 2016 van alle provinciale wegen ten opzichte van 2011 met 160 woningen is afgenomen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- de geluidsbelastingkaart van de provinciale wegen met meer dan 3 miljoen voertuigen per jaar vast te stellen ten behoeve van de rapportage aan de EU;
- dit besluit binnen 1 maand te publiceren;
- kennis te nemen van de stand van zaken met betrekking tot het aantal woningen met hoge geluidsbelastingen langs provinciale wegen;
- de Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.
22 Vaststelling concept ontwerpbesluit wijziging Provinciale milieuverordening Utrecht 2013
SAMENVATTING:
Met de voorgestelde wijzigingen in de Provinciale milieuverordening Utrecht 2013 worden onjuistheden hersteld met betrekking tot de grenzen van het grondwaterbeschermingsgebied Bunnik en de ontheffingsmogelijkheid voor stiltegebied Eemland ten behoeve van de Sinterklaasintocht. Ook wordt de opkomende techniek horizontaal gestuurd boren mogelijk gemaakt in grondwaterbeschermingsgebieden in situaties waarin dit verantwoord is. Daarnaast vindt een aantal kleinere wijzigingen plaats. Deze zijn voornamelijk gericht op verduidelijking van regelgeving en het beter laten aansluiten van regelgeving bij de huidige praktijk. Ten behoeve van de inspraak moet dit wijzigingsbesluit als ontwerp worden vastgesteld.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het concept ontwerpbesluit tot wijziging van de Provinciale milieuverordening Utrecht 2013 met bijbehorende toelichting vast te stellen;
- het onder 1 genoemde ontwerpbesluit met bijbehorende toelichting gedurende acht weken ter inzage te leggen;
- de portefeuillehouder te mandateren voor het aanbrengen van ondergeschikte tekstuele wijzigingen voorafgaand aan de terinzagelegging.
23 Drie Awb-bezwaarschriften tegen een TUG-ontheffing Wet luchtvaart
SAMENVATTING:
Drie inwoners van Eemnes zijn het niet eens met een door Gedeputeerde Staten verleende ontheffing aan een helikopterbedrijf om in 2017 gedurende 4 dagen max. 50 rondvluchten per dag met helikopters te maken vanaf een locatie in Eemnes. Bezwaarmakers zijn van mening dat de ontheffing onjuistheden bevat en te weinig rekening houdt met hun belangen. Bezwaarden sluiten eventuele schadeclaims richting de provincie niet uit wanneer hun dieren vanwege schrikreacties door omheiningen breken en letsel oplopen. Eén van de bezwaarden runt een op ruim 500 m. gelegen paardenpension met 70 paarden. De Awb-adviescommissie van GS en PS overweegt dat alle bezwaarmakers dermate ver van de start- en landingslocatie wonen dat met de TUG-ontheffing een aanvaardbaar geluidsniveau wordt bereikt. Ook anderszins wordt aan alle wettelijke en procedurele vereisten voldaan. Wel wordt geadviseerd enkele voorschriften te verduidelijken en de motivering in relatie tot de stal met 70 paarden aan te scherpen. Gedeputeerde Staten besluiten het advies op te volgen en hun bestreden beslissing in stand te laten, e.e.a. onder aanpassing van de motivering op sommige onderdelen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- de bezwaarschriften van 30 januari, 15 februari en 6 maart 2017 ongegrond te verklaren en het bestreden besluit van 12 januari 2017, onder aanscherping/verbetering van de motivering, in stand te laten;
- bij de lopende herijking van de provinciale ‘Beleidsregels ontheffingen tijdelijk en uitzonderlijk gebruik luchtvaart provincie Utrecht’ waar mogelijk in te steken op meer maatwerk bij het verlenen van TUG-ontheffingen;
- via de beslissingen op bezwaar alsnog nadrukkelijk duidelijk te maken voor welke vluchtonderdelen de provincie, respectievelijk het helikopterbedrijf verantwoordelijk is;
- de 3 beslissingen op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar de betreffende adviezen van de Awb-adviescommissie van PS en GS.
29 Communicatie
Geen opmerkingen.
31 Rondvraag
Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 4 juli 2017,
voorzitter,
secretaris,