Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 26-09-2017

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 19 september 2017

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

06* Nota Investeren, Waarderen en Exploiteren

SAMENVATTING:

De Nota investeren, waarderen en exploiteren (hierna Nota investeren) zorgt voor uniforme spelregels rondom investeren. Aan de hand van de vastgestelde Nota investeren en de uitwerkingen in de nota’s kapitaalgoederen mobiliteit en bedrijfsvoering wordt een meerjaren investeringsplanning (MIP) en meerjaren onderhoudsplanning (MOP) voor de kapitaalgoederen opgesteld en zullen de financiële effecten, zichtbaar worden. Deze financiële effecten worden verwerkt in de begroting en de jaarrekening. De Nota investeren is een uitwerking van de wettelijke kaders en de Verordening interne zaken van de provincie Utrecht. Het bevat het begrippenkader, criteria en het (bestuurlijk) proces voor activeren, waarderen en exploiteren. Na het vaststellen van de Nota investeren is het noodzakelijk de verordening interne zaken op onderdelen te wijzigingen. De belangrijkste spelregels zijn op advies van BMC opgesteld en betreffen het activeren vanaf €100.000 voor investeringen met economisch én maatschappelijk nut, regels met betrekking tot de kredietverlening in relatie tot de P&C cyclus, voor investeringen boven de €10 mln. worden in een apart voorstel aan Provinciale Staten voorgesteld en voor complexe projecten (criteria zijn in de kaders meegegeven) wordt een apart P&C regime gevolgd. En tenslotte compensatie van hogere lasten worden altijd ter goedkeuring aan GS voorgelegd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de uitgangspunten en kaders in de Nota investeren;
  2. het voorstel vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

07* Vaststelling van de Legesverordening provincie Utrecht 2018 en de bijbehorende tarieventabel voor het jaar 2018

SAMENVATTING:

Uit de jaarlijkse controle van de heffingsverordeningen van de provincie Utrecht is het navolgende gebleken.

In de vergadering van 25 oktober 2016 is de wens uitgesproken waar mogelijk het grote aantal legestarieven in de tarieventabel behorend bij de Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012 ingaande 2018 te verminderen. Dit heeft onder meer tot gevolg dat thans wordt voorgesteld om ingaande 1 januari 2018 geen precariobelasting meer te heffen. Daarmee heft de provincie ingaande 2018 alleen nog leges. Om deze reden wordt voorgesteld de Precariobelasting- en legesverordening provincie Utrecht 2012 per 1 januari 2018 in te trekken en de Legesverordening provincie Utrecht 2018 vast te stellen.

In de bijbehorende tarieventabel vervallen een aantal tarieven, worden een aantal tarieven samengevoegd en omgenummerd en worden de legestarieven per 1 januari 2018 niet verhoogd.

De Grondwaterheffingsverordening provincie Utrecht 2012, de Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002 en de Verordening nazorgheffing provincie Utrecht 1999 behoeven geen actualisatie.

Bij deze wordt het statenvoorstel tot vaststelling van de Legesverordening provincie Utrecht 2018 en de daarbij behorende tarieventabel voor het jaar 2018 ter vaststelling aangeboden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het statenvoorstel tot vaststelling van de Legesverordening provincie Utrecht 2018 en de daarbij behorende tarieventabel voor het jaar 2018 vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten;
  2. de portefeuillehouder te machtigen tot het aanbrengen van eventuele wijzigingen van redactionele aard in het statenvoorstel.

08* Wijziging Provinciale milieuverordening Utrecht 2013, vaststelling statenvoorstel

SAMENVATTING:

Met de voorgestelde wijzigingen in de Provinciale milieuverordening Utrecht (PMV) 2013 worden onjuistheden hersteld met betrekking tot de grenzen van het grondwaterbeschermingsgebied Bunnik, en wordt de ontheffingsmogelijkheid voor de Sinterklaasintocht in stiltegebied Eemland aangepast. Ook wordt de opkomende techniek horizontaal gestuurd boren mogelijk gemaakt in grondwaterbeschermingsgebieden in situaties waarin dit verantwoord is. Daarnaast vindt een aantal kleinere wijzigingen plaats. Deze zijn voornamelijk gericht op verduidelijking van regelgeving en het beter laten aansluiten van regelgeving bij de huidige praktijk. Het ontwerp met toelichting heeft ter inzage gelegen van 5 juli t/m 30 augustus 2017. Er zijn geen zienswijzen op het ontwerpbesluit ingediend.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten het statenvoorstel Wijziging Provinciale milieuverordening 2013 vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

09* Programmabegroting 2018

SAMENVATTING:

ln de programmabegroting is het coalitieakkoord integraal verwerkt. Daarnaast zijn er stappen gezet in de doorontwikkeling van de P&C cyclus met betrekking tot de kwaliteit van de stuurinformatie in de begroting. Mede naar aanleiding van de motie bij de behandeling van de Jaanekening en Kadernota in PS van 3 juli 2017. De verbeteringen zijn o.a. de opname van een doelenboom per programma, actualisatie van de indicatoren en een opbouw van de programma's gebaseerd op de 3 W-vragen (Wat willen we bereiken, Wat gaan we daarvoor doen en Wat mag het kosten?) De begroting 2018 laat een sluitend meerjarenperspectief zien met in 2018 een begrotingsoverschot van € 9,528 mln.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het concept van de Programmabegroting 2018 vast te stellen;
  2. het statenvoorstel vast te stellen en met de concept Programmabegroting 2018 ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten;
  3. de portefeuillehouder te machtigen om in de Programmabegroting 2018 en het bijbehorende statenvoorstel tekstuele wijzigingen en niet materiële financiële correcties aan te brengen en daarmee de eindredactie te verzorgen.

11* Tweede voortgangsrapportage informatieveiligheid

SAMENVATTING:

Uit de Tweede voortgangsrapportage informatieveiligheid blijkt, dat de organisatie de afgelopen periode een stap heeft gemaakt naar een hoger volwassenheidsniveau t.a.v. informatieveiligheid en privacy, maar hierbij nog onvoldoende regie voert. Taken, rollen en verantwoordelijkheden (inclusief samenhang) ten aanzien van informatiebeveiliging zijn binnen de organisatie nog niet voldoende belegd. Daarnaast wordt vaak uitgegaan van de beroepsmatige verantwoordelijkheid van medewerkers. Daar het kennis- en bewustzijnsniveau niet bij iedereen even hoog is, loopt de organisatie op dit gebied een risico.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Tweede voortgangsrapportage informatieveiligheid vast te stellen;
  2. de statenbrief vast te stellen en ter kennisneming sturen aan Provinciale Staten.

12* Afhandeling Motie 80 (PVV, 31-10-2016) ‘Groene Golven’

SAMENVATTING:

Op 31 oktober 2016 hebben Provinciale Staten via een motie verzocht een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden Groene Golven op verkeerslichten in te stellen met het doel een soepele verkeerafwikkeling tot stand te brengen. De ‘groene golf’ als verkeerstechnisch concept wordt echter (bijna) niet meer toegepast en is inmiddels vervangen door meer geavanceerde technieken. Daarom wordt voorgesteld Provinciale Staten te informeren over lopende projecten en programma’s die nauw aansluiten op en zelfs verder gaan dan het beoogde doel van de groene golf. Daarnaast wordt overzicht gegeven van kansrijke doorontwikkelingen op deze projecten en programma’s voor nadere besluitvorming.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de inhoud van de Statenbrief;
  2. Provinciale Staten te informeren over lopende projecten en programma’s die gericht zijn op soepele verkeersafwikkeling op (provinciale) wegen op basis van innovatieve technologische oplossingen via een Stateninformatiebijeenkomst;
  3. kennis te nemen van de lijst van kansen voor doorontwikkelingen van verkeersregeltechniek en opdracht te geven concrete projectvoorstellen hiertoe ter besluitvorming voor te leggen;
  4. de statenbrief vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

13* Waterrapportage 2016 – 2017

SAMENVATTING:

De provincie Utrecht heeft vanaf het jaar 2016 het regionaal waterbeleid vorm en plaats gegeven in het Bodem, Water- en Milieuplan 2016 – 2021. Het sectorale waterbeleid is verder uitgewerkt in de door de vier Utrechtse waterschappen vastgestelde waterbeheerplannen 2016 - 2021. Jaarlijks rapporteren de waterschappen over de voortgang van de beleidsdoelen die volgen uit de beleidsplannen. Uit de Waterrapportage blijkt dat realisatie van het waterbeleid op schema is. Dit betekent dat een goede start is gemaakt met de uitvoering van de beleidsdoelen die volgen uit de nieuwe plannen.

De integrale Waterrapportage 2016 – 2017 gaat over de realisatie van het waterbeleid in het jaar 2016 en kijkt vooruit naar ontwikkelingen in 2017 en verder. Onderdeel van de rapportage is de voortgang Kaderichtlijn Water (KRW 2e planperiode 2016 – 2021). Uit de voortgangsrapportages van de vier waterschappen blijkt dat de acties in het eerste jaar van de nieuwe planperiode voor de vijf hoofdthema’s (1) Waterveiligheid, (2) Waterkwantiteit, (3) Waterkwaliteit, (4) Afvalwater, (5) Overige Onderwerpen op schema liggen en conform planning worden uitgevoerd.

Voor de realisatie van de doelen die volgen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn de waterschappen van groot belang. De voortgangsrapportage KRW 2016 maakt dan ook onderdeel uit van deze notitie en is opgenomen in het Bijlagerapport. In deze 2e planperiode van de KRW ligt de focus niet alleen op uitvoering van maatregelen maar ook op het voorsorteren op de laatste planperiode. De uitvoering van maatregelen voor grondwater door de provincie ligt op schema. Ook de uitvoering door de waterschappen van de maatregelen van de KRW 2e planperiode verloopt conform planning.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Waterrapportage 2016 – 2017 vast te stellen;
  2. de statenbrief vast te stellen en met de Waterrapportage 2016 – 2017 ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

14* Vaststelling van de “Intentieverklaring Het opzetten van een open informatievoorziening met betrekking tot OV-informatie”

SAMENVATTING:

De 14 decentrale overheden met een regionale OV-taak hebben al jaren de gezamenlijke wens om met de vervoerders tot een open en transparante informatiehuishouding te komen ten behoeve van de reiziger. Ook het Rijk is deze mening toe gedaan, daarin gesteund door Kameruitspraken. De intentieverklaring van de overheden met de vervoerders, die nu ter ondertekening voorgelegd is door het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB), beoogt een concrete stap in dit dossier voor te bereiden. Dit moet uiteindelijk uitmonden in een voorstel voor een samenwerkingsovereenkomst, die na het tekenen van de intentieovereenkomst wordt voorbereid en te zijner tijd ter besluitvorming aan de partners zal worden voorgelegd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Intentieovereenkomst “Intentieverklaring Het opzetten van een open informatievoorziening met betrekking tot OV-informatie” vast te stellen en aan te gaan;
  2. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

16 Vaststellen regelingen n.a.v. Cao provincies 2017-2018 en vaststellen c.q. verlengen tweetal uitvoeringsregelingen

SAMENVATTING:

In juli 2017 is de Cao provincies 2017-2018 getekend, voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018. Naast een loonsverhoging van 2% per 1 juli 2017 en 1,3% per 1 januari 2018 is een eenmalige uitkering in 2017 afgesproken van € 500,-- bruto en een verhoging van het IKB per 1 januari 2018 met 0,75%. Voorts zijn afspraken gemaakt over waarderen en belonen en de reparatie van het 3e WW-jaar. Het vaststellen van hiermee samenhangende regelingen vormt het sluitstuk van de cao-afspraken. In het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden (SPA) zijn voorts eind 2016 afspraken gemaakt over technische wijzigingen in de Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid per 1 januari 2017. In het SPA is eind 2016 ook afgesproken de tijdelijke regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk per 1 januari 2017 te verlengen. Beide wijzigingen dienen nog formeel – met terugwerkende kracht – te worden vastgesteld.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. conform de Cao provincies 2017-2018 in de maand september 2017 de eenmalige uitkering van € 500,-- bruto (deeltijders naar rato) uit te betalen;
  2. met terugwerkende kracht per 1 juli 2017 de salaristabel, opgenomen in Bijlage 2 van de CAP, te vervangen door de bij de Cao provincies 2017-2018 bijgevoegde bijlage en de bedragen van de tegemoetkoming in de ziektekosten, opgenomen in artikel E.12, eerste lid, onderdeel a en b van de CAP, aan te passen, een en ander conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 1;
  3. met terugwerkende kracht per 1 september 2017 de bij Cao provincies 2017-2018 afgesproken wijzigingen in de CAP en de uitvoeringsregelingen van de CAP vast te stellen, waaronder de intrekking van de Regeling Jaargesprekken, een en ander conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 2;
  4. met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 de gewijzigde Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid vast te stellen, een en ander conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 3;
  5. met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 de Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk en de artikelen B.2 en B.12 van de CAP vast te stellen, een en ander conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 4;
  6. de aldus vastgestelde wijzigingen ter kennisgeving voor te leggen aan de commissie voor Georganiseerd Overleg.

17 Vervallen

-

18* Rapportage Natuur

SAMENVATTING:

In Natuurbeleid 2.0 (2013) is afgesproken eens in de drie jaar het natuurbeleid te evalueren. De Rapportage Natuur is het resultaat van deze evaluatie. Het informeert over diverse aspecten van het natuurbeleid. Hoofdconclusie is dat de realisatie van nieuwe natuur op schema ligt. De kwaliteit van de natuur nam tot de eeuwwisseling aanzienlijk af, maar laat nu een licht herstel zien; dit geldt niet voor alle groepen, zoals bijvoorbeeld weidevogels en moerasnatuur. In de nieuwe natuur wordt veel basis natuurgrasland gerealiseerd, dat een lage prioriteit heeft. In de realisatiestrategie natuur, die omstreeks december 2017 aan Gedeputeerde Staten wordt aangeboden, worden beleidsvoorstellen met de financiële consequenties gedaan naar aanleiding van deze rapportage. Deze voorstellen worden meegenomen in de Kadernota 2018.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Rapportage Natuur, de Samenvatting Rapportage Natuur en het Methodiekdocument Rapportage Natuur vast te stellen;
  2. de statenbrief vast te stellen en samen met de Rapportage Natuur, de Samenvatting Rapportage Natuur en het Methodiekdocument Rapportage Natuur ter informatie te zenden naar PS;
  3. de portefeuillehouder te mandateren voor redactionele aanpassingen in het rapport.

19 Beantwoording schriftelijke vragen Statenfractie PVV betreffende Hart van de Heuvelrug ecoduct

SAMENVATTING:

De heer Dercksen van de Statenfractie PVV heeft op 28 augustus schriftelijke vragen gesteld over Hart van de heuvelrug ecoduct. In de schriftelijke beantwoording worden de vragen beantwoord.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

20* Bestuurlijke Samenwerking Hilversum-Provincie Utrecht

SAMENVATTING:

Op 5 september jl. is het B-stuk aangehouden en opnieuw te agenderen nadat het voorstel in de betreffende portefeuille-houdersoverleggen (PO’s) is besproken. Bespreking in de PO’s heeft geleid tot enkele kleine tekstuele wijzigingen c.q. het verplaatsen van teksten over de economische ontwikkelingen en Economisch Beeld Utrecht +. Op basis van een inventarisatie van potentiele samenwerkingsonderwerpen (12) is een verkenning uitgevoerd van thema’s/onderwerpen waarop de samenwerking concreet kan worden gemaakt. Het voorstel is om voor drie onderwerpen de bestuurlijke samenwerking nader uit te werken en bestuurlijk te borgen. Het betreft de volgende onderwerpen:

  1. Nationaal Park Heuvelrug/Geoparken/Zonnestraal
  2. MIRT onderzoek Oostkant Amsterdam
  3. OV-Bereikbaarheid Almere-Hilversum-Utrecht De andere negen onderwerpen/thema’s komen op basis van een aantal conclusies (vooralsnog) niet in aanmerking voor bestuurlijke borging. De conclusies zijn:

-Op diverse thema’s verschilt het niveau van betrokkenheid. Gemeentelijke inzet veelal gericht op kortere termijn/concrete resultaten, Provinciaal perspectief langere termijn/randvoorwaarden creëren. -Diverse thema’s zijn door de provincie Utrecht overgedragen aan de Economic Board Utrecht (EBU). Ergo: op afstand geplaatst. -Op ambtelijk niveau heeft men elkaar sneller gevonden. Het relatienetwerk is verbeterd en versterkt. De negen onderwerpen hebben op uitvoeringsniveau hun meerwaarde en worden daarom wel gecontinueerd. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om Het Jaar van de Stijl, Internationalisering, Routeplan Toerisme en Campus-ontwikkelingen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van het onderzoek naar een potentiele bestuurlijke samenwerkingsagenda Hilversum-Provincie Utrecht zoals verwoord in notitie Evaluatie bestuurlijke samenwerking Hilversum-Provincie Utrecht;
  2. op basis van het onderzoek wordt de bestuurlijke samenwerking op drie thema's nader uitgewerkt en geborgd. Het betreft de thema’s Nationaal Park Heuvelrug/ Geoparken/Zonnestraal, MIRT-onderzoek oostkant Amsterdam c.a. en OV-bereikbaarheid Almere-Hilversum-Utrecht;
  3. de statenbrief over de bestuurlijke samenwerking met Hilversum vast te stellen en ter informatie aan provinciale Staten te zenden.

21* Voortgangsrapportage Provinciaal Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant 2016-2020 (PUB) en aanleveren gegevens aan het Rijk m.b.t. de voortgang van de aanpak van spoedlocaties bodemsanering

SAMENVATTING:

Voor het PUB 2016-2020 is een voortgangsrapportage 1 januari 2016-1 juli 2017 opgesteld. De belangrijkste onderwerpen zijn de voortgang van de spoedlocaties, het afronden van de bodemsaneringsopgave en het overdragen van taken aan gemeenten die onder de nieuwe Omgevingswet bevoegd gezag worden voor nog resterende verontreinigingen. Voor 1 oktober 2017 moeten alle bevoegde gezagen Wet bodembescherming (Wbb) aan het Rijk gegevens aanleveren m.b.t. de voortgang van de aanpak van spoedlocaties in het kader van het Convenant Bodem en Ondergrond 2016 t/m 2020 (Convenant Bodem). Met deze rapportage wordt daaraan voldaan. Spoedlocaties zijn locaties waar als gevolg van de aanwezigheid van bodemverontreiniging sprake is van risico’s voor mens en/of milieu. De voortgang in het afgelopen jaar is als volgt:

Er is een reductie van 20% in het aantal spoedlocaties gerealiseerd (van 52 naar 41 spoedlocaties); Het aandeel spoedlocaties waar een sanering wordt of is uitgevoerd om de risico’s weg te nemen is gestegen van 69 naar 80%. Er is op de resterende spoedlocaties geen sprake meer van risico’s voor de mens (humane risico’s). We liggen op koers om de doelstellingen van het Convenant t.a.v. aanpakken van spoedlocaties eind 2020 te bereiken. Dit is bereikt door een goede samenwerking tussen de provincie Utrecht en de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) die door de provincie gemandateerd is voor de bevoegd gezag-taken Wet bodembescherming. Uit de voortgangsrapportage 2016-medio 2017 blijkt dat wat betreft de voortgang van het PUB alle projecten volgens planning worden uitgevoerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Voortgangsrapportage PUB 2016-2020 vast te stellen en aan het Rijk te versturen;
  2. de actuele spoedlocatielijst d.d. 1 september 2017 vast te stellen en aan te leveren aan het Rijk;
  3. de portefeuillehouder te mandateren om de voortgangsrapportage, na eventuele tekstuele aanpassingen, namens GS te versturen;
  4. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

22 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO van de PVV over houtstook Eneco

SAMENVATTING:

De Partij voor de Vrijheid (PVV) uit Provinciale Staten heeft 8 schriftelijke vragen gesteld over de herkomst van houtmateriaal dat de in aanbouw zijnde biowarmtecentrale van Eneco op industrieterrein Lage Weide in de gemeente Utrecht t.z.t. na de ingebruikneming van de centrale gaat gebruiken. De PVV vraagt ook om nadere informatie over de CO2-uitstoot, deels in combinatie met een door Gedeputeerde Staten al eerder gememoreerd beleidskader voor de toepassing van biomassa. In hun reactie maken Gedeputeerde Staten onderbouwd duidelijk welke informatie op dit moment voorhanden is en welke (nog) niet. Ook zoomen Gedeputeerde Staten wat verder in op meergenoemd beleidskader.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de heer R. Dercksen van de Partij voor de Vrijheid (d.d. 25-8-2017) vast te stellen en te verzenden;
  2. de portefeuillehouder te machtigen om, waar nodig, nog kleine aanpassingen in de uitgaande brief door te voeren.

26 Communicatie

Geen opmerkingen.

28 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 3 oktober 2017,

voorzitter,

secretaris,