Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 23-04-2019

01A Openbaar verslag GS-vergadering 16 april 2019

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

04 Uitvoering motie 145 ‘Ontwikkeling bedrijventerreinen’

SAMENVATTING:

De uitbreidingen van enkele bedrijventerreinen zijn uit de ontwerpbesluiten van de 2e partiële herziening van de PRS en PRV (Herijking 2016) gehaald om te onderzoeken of op voorhand kan worden uitgesloten dat er negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura-2000 gebieden te verwachten zijn. De conclusie is dat deze effecten op voorhand niet zijn uit te sluiten. Om die reden zijn GS voornemens om de eerder voorziene uitbreidingen van bedrijventerreinen onderdeel uit te laten maken van de totale verstedelijkingsruimte die mogelijk gemaakt wordt in de Omgevingsvisie en -verordening die voor 1-1-2021 vastgesteld worden. PS en de betreffende gemeenten worden hierover schriftelijk geïnformeerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Statenbrief ‘Voornemen vervolg motie 145 ontwikkeling bedrijventerreinen’ vast te stellen en aan PS toe te zenden;
  2. de brieven aan de Colleges van B&W van de gemeenten Bunschoten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Renswoude, Rhenen en Woerden m.b.t. het “Voornemen vervolg motie 145 ‘ontwikkleing bedrijventerreinen’ ” vast te stellen en aan hen toe te zenden.

05 Vervallen

-

06 Beleid bodemverontreiniging PFOS

SAMENVATTING:

Voor PFOS bestaat (nog) geen landelijk normenkader. Voorgesteld wordt in navolging van andere overheden tijdelijk beleid voor verontreinigingen met PFOS vast te stellen. Het tijdelijk beleid wordt dan als volgt:

  1. Aangezien de schadelijkheid van PFOS pas vanaf 2006 bekend is, wordt het tijdstip voor het veroorzaken van een historisch geval voor PFOS niet op 1 januari 1987 maar op 1 januari 2006 gesteld;
  2. Als interventiewaarde voor PFOS wordt voor grond een gehalte van 8 µg/kg en voor grondwater een concentratie van 4,7 µg/l gehanteerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. beleid vast te stellen voor bodemverontreiniging met PFOS bestaande uit de volgende punten:

a. Het tijdstip voor het veroorzaken van een historisch geval voor PFOS op 1 januari 2006 te stellen; b. Als interventiewaarde voor PFOS voor grond een gehalte van 8 µg/kg en voor grondwater een concentratie van 4,7 µg/l te hanteren; 2. Gedeputeerde P. van den Berg aan te wijzen als coördinerend gedeputeerde voor de ontwikkeling van de Woonwijk en de aanpak van de verontreiniging; 3. Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;.

07 Uit te voeren maatregelen op de N228 te Montfoort in 2021

SAMENVATTING:

In 2021 wordt er onderhoud uitgevoerd aan de N228 te Montfoort tussen de Noord-IJsseldijk en de rotonde Anne Franklaan. In het kader van trajectaanpak is onderzocht welke maatregelen gelijktijdig uitgevoerd kunnen worden. Dit met het doel om de omgeving en het verkeer zo weinig mogelijk te hinderen. Voorgestelde maatregelen bestaan hoofdzakelijk uit maatregelen zoals aanpassing van de inrichting binnen de bebouwde kom van Montfoort en het inpassen van twee linksafvakken (conform duurzaam veilig), het toegankelijk maken van 2 bushaltes en het verbreden van fietspad en veiliger maken van fietsoversteekplaatsen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. om in 2021 op de N228 gelijktijdig met diverse onderhoudswerkzaamheden aanvullend infrastructurele maatregelen te treffen;
  2. om een investeringskrediet ter beschikking te stellen van € 2.632.000 waarvan:

• € 1.555.000,- investeringen Verkeersveiligheid, • € 758.000,- investeringen Fiets, • € 319.000,- investeringen in provinciale Wegen. 3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

08 Het goedkeuren van de begroting 2019-2022 van de gemeente Vijfheerenlanden

SAMENVATTING:

De portefeuillehouder financieel toezicht lokale overheden, hiertoe door het college van GS gemandateerd d.m.v. besluit van 25 oktober 2011, heeft op 20 december 2018 besloten om de gemeente Vijfheerenlanden onder preventief toezicht te stellen i.v.m. termijnoverschrijding van het indienen van de begroting 2019-2022. Dit vanwege de samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik per 1 januari 2019. Inmiddels heeft de gemeente op 21 maart 2019 de programma- begroting vastgesteld. De toezichthouder (GS) beoordeelt deze programmabegroting als structureel en reëel sluitend en concludeert dat deze voldoet aan de wettelijk gestelde kwaliteitseisen. Met de goedkeuring van deze begroting worden de bepalingen rondom het goedkeuren van de financiële besluiten verruimd zodat dit de gemeente in staat stelt om adequaat deze begroting verder te gaan uitvoeren. Op basis van de Gemeentewet blijft het preventief toezicht vanwege termijnoverschrijding dit gehele jaar van toepassing.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de programmabegroting 2019-2022 van de gemeente Vijfheerenlanden goed te keuren;
  2. de bevoegdheid van de financieel toezichthouder om vooraf de nieuwe financiële besluiten van de gemeente Vijfheerenlanden goed te keuren, op grond van artikel 203, lid 2 van de Gemeentewet ingestelde preventief toezicht vanwege termijnoverschrijding voor 2019, in te trekken;
  3. de conceptbrieven aan de gemeente Vijfheerenlanden vast te stellen;
  4. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

09 Voortgangsrapportage VERDER januari 2019

SAMENVATTING:

Het programmabureau VERDER rapporteert jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van het programma. Op 10 april 2019 heeft het Utrechts Verkeer en Vervoer Beraad (UVVB) de voortgangsrapportage VERDER januari 2019 vastgesteld.

Uit deze voortgangsrapportage blijkt dat het regionale programma goed op gang is. Voor 105 (deel)maatregelen zijn financiële middelen beschikbaar gesteld. Er zijn inmiddels 56 (deel)projecten gereed.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de voortgangsrapportage VERDER januari 2019;
  2. de Statenbrief vast te stellen en met de voortgangsrapportage VERDER januari 2019 ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

10 Statenbrief over extra spitspendels tussen Leiden en Utrecht

SAMENVATTING:

De provincies Zuid-Holland en Utrecht, het Ministerie van IenW, ProRail, NS, regio Holland Rijnland en alle gemeenten langs de lijn werken gezamenlijk aan een verbetering van de spoorcorridor Leiden – Utrecht.

In de Stuurgroepvergadering van 6 maart 2019 hebben de bestuurders van de betrokken partijen de voortgang van de BO MIRT afspraken van november 2018 doorgenomen. Besloten is, dat beide provincies hun Provinciale Staten informeren middels een gelijkluidende brief, dat het doortrekken van de huidige spitspendel Leiden-Alphen aan den Rijn naar Utrecht inderdaad haalbaar lijkt.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van het doortrekken van de spitspendels tussen Leiden en Alphen aan den Rijn naar Utrecht;
  2. de Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

11 Jaarrapportage 2019 Adviesraad Tram

SAMENVATTING:

De Adviesraad adviseert GS ten aanzien van het tramvervoersysteem in de provincie Utrecht en de Stuurgroep Uithoflijn ten aanzien van het project Uithoflijn. De Adviesraad is géén besluitvormend orgaan en maakt dus ook geen onderdeel uit van het besluitvormingsproces. De adviezen van de Adviesraad helpen de provincie en projectorganisatie bij het borgen van de kwaliteit, voortgang, kosten en organisatie. De Adviesraad Tram stelt jaarlijks een rapportage op. In de Jaarrapportage 2018 legt de Adviesraad Tram verantwoording af over haar activiteiten in 2018. De rapportage wordt ter informatie toegezonden aan Provinciale Staten.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de Jaarrapportage 2018 van de Adviesraad Tram met bijgevoegde Statenbrief toe te zenden aan Provinciale Staten.

12 Stand van zaken en vooruitblik Informatieveiligheid (IV) en AVG

SAMENVATTING:

In 2018 heeft het programma informatiebeveiliging en privacy (IBP) een goede start gemaakt om informatieveiligheid en privacy op een hoger niveau te tillen. Het programma is eind 2018 afgerond. Op basis hiervan is de stand van zaken opgemaakt en een vooruitblik opgesteld. Alhoewel het onderwerp goed op gang is gekomen, blijkt dat het omvangrijk is en dat er nog punten zijn die nadrukkelijk om aandacht vragen. Om informatieveiligheid en privacy de komende jaren op een passend niveau te brengen, vraagt een grote inspanning; hiervoor zijn extra middelen en capaciteit nodig. De informatie in bijlage B is geheim omdat het zeer gevoelige bedrijfsinformatie betreft.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de stand van zaken en vooruitblik voor informatieveiligheid en privacy;
  2. de Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
  3. ten aanzien van bijlage B, geheimhouding op te leggen overeenkomstig artikel 25 van de Provinciewet.

13 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende de verkrijgbaarheid van abonnementen bij U-OV

SAMENVATTING:

De fractie van het CDA heeft op 1 april vragen gesteld over de verkrijgbaarheid van abonnementen van U-OV. Hierbij treft u antwoorden op de gestelde vragen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Mourik-Geluk van het CDA betreffende de verkrijgbaarheid van abonnementen van U-OV vast te stellen en te verzenden.

14 Beantwoording Statenvragen CDA over de huis-aan-huispagina

SAMENVATTING:

Sinds enkele jaren publiceert de provincie tweewekelijks een pagina in de huis- aan-huisbladen in de provincie Utrecht. In een lezersonderzoek wordt deze pagina goed gewaardeerd. De zorgen van het CDA, dat niet alle inwoners over de pagina kunnen beschikken, zijn niet gegrond.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Boswijk van het CDA betreffen de de huis-aan-huisbladen vast te stellen en te verzenden.

15 Subsidieaanvraag Utrechtse Euro

SAMENVATTING:

Van Stichting Social Trade Organisation (STRO) is een subsidieaanvraag ontvangen voor een lening van € 974.608 voor het project Utrechtse Euro. De aanvraag is gedaan onder de Uitvoeringsverordening Economic Board Utrecht 2016. Het project Utrechtse Euro is erop gericht om de lokale kleine bedrijven (zoals middenstanders) te stimuleren meer met elkaar zaken te doen en elkaar onderling kredieten te verlenen. Het project is niet zonder risico’s voor de provincie. Voorstel is om de subsidie aan het project Utrechtse Euro af te wijzen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. stichting STRO geen subsidie te verlenen voor het project Utrechtse Euro;
  2. Gedeputeerde Economie, conform de mandateringsregels, deze subsidieafwijzing af te laten handelen;
  3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

16 Plan van Aanpak Ruimtelijk Economische Perspectief en pro-gramma (REP) van de U10

SAMENVATTING:

De regio U10 heeft het initiatief genomen om een Ruimtelijk-Economisch Perspectief en Programma (REP) op te stellen voor de U16. Omdat ruimte in de Utrechtse regio schaars is moeten er keuzes worden gemaakt en zoveel mogelijk synergie worden gezocht om verschillende functies een plek te geven en daarmee tevens de balans te houden tussen groei en leefbaarheid. In de Ruimtelijk Economische Koers van de U10 zijn daarvoor belangrijke lijnen uitgezet. Het REP wordt de uitwerking van deze koers. Het is de inzet om een integraal ruimtelijk perspectief én een programma voor de uitvoering van de opgaven op te stellen.

Als provincie participeren we bij het opstellen van het REP. Het REP levert belangrijke input voor de provinciale Omgevingsvisie (POVI). Daarom wordt zoveel mogelijk de samenwerking opgezocht. Ook zijn er raakvlakken tussen het REP en het U Ned MIRT Onderzoek. De voor het MIRT Onderzoek benodigde verstedelijkingsmodellen worden samen met het REP ontwikkeld en doorgerekend.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten het plan van aanpak Ruimtelijk Economisch Perspectief en programma (REP) van de U10, voor kennisgeving aan te nemen.

17 Natuurbeheerplan 2020

SAMENVATTING:

Het Natuurbeheerplan 2020 is geactualiseerd. Het Natuurbeheerplan vormt het kader voor de uitvoering van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL). De provincie Utrecht subsidieert via dit subsidiestelsel het beheer van natuurgebieden en landschapselementen, agrarisch natuur- en waterbeheer, de functieverandering en inrichting voor omvorming van aangewezen agrarische gronden naar natuur en kwaliteitsverbetering van bestaande natuurgebieden. Het Natuurbeheerplan bestaat uit kaarten met toelichting. Daarnaast legt het Natuurbeheerplan de natuurdoelen vast, waarmee de aan te vragen beheerpakketten worden bepaald. De begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland NNN, inclusief Vijfheerenlanden, is geactualiseerd naar aanleiding van zienswijzen en de gerealiseerde natuurterreinen zijn toegevoegd. De aanpassingen van de agrarische collectieven zijn doorgevoerd in de kaarten.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Natuurbeheerplan provincie Utrecht 2019 vast te stellen en het besluit te publiceren;
  2. de Nota van beantwoording zienswijzen Natuurbeheerplan 2020 vast te stellen en de indieners hierover per brief te informeren;
  3. de Statenbrief vast te stellen en deze met het Natuurbeheerplan provincie Utrecht 2019 ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
  4. dat wanneer de benodigde financiële middelen voor natuur, die voortkomen uit de wijzigingen in Vijfheerenlanden, niet beschikbaar komen via de herverdeling van het provinciefonds, deze in te brengen bij de kadernota 2020-2023;
  5. de Portefeuillehouder te mandateren kleine wijzigingen door te voeren.

18 POP3 openstellingsbesluit kavelruil en landbouwstructuurverbetering 2019

SAMENVATTING:

Het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) wordt uitgevoerd door jaarlijks een aantal regelingen open te stellen.

GS besluiten om subsidieaanvragen mogelijk te maken in het kader van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). Er kan subsidie aangevraagd worden voor drie activiteiten: een plan maken om kavels te kunnen ruilen, de investeringen van de kavelruil zelf of, als dat dringend nodig is, de investeringen om een bedrijf te verplaatsen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten het openstellingsbesluit, nr. 81EC178A, ‘Kavelruil en landbouwstructuurverbetering provincie Utrecht 2019’ vast te stellen en te publiceren in het provinciaal blad.

19 Uitwerking Motie 98 (2018) “Asbest eraf, zonnepanelen erop” en Motie 13 (2019) “Landbouwcoaches breder inzetten”

SAMENVATTING:

Na aanvaarding van Motie 98 bij de behandeling van de Landbouwvisie is onderzocht hoe deze kan worden uitgewerkt zodat die effectief is voor versnelling van de aanpak van asbestdaken, de energietransitie ondersteunt èn aansluit bij de overwegingen van de indieners van de motie. De meest effectieve uitwerking sluit inhoudelijk aan bij Motie 13. Daarom is de uitwerking gecombineerd. Gezien de opgave, doelgroep en bestaande mogelijkheden kan het best uitvoering worden gegeven aan Motie 98 en Motie 13 door het beschikbaar stellen van professioneel advies en ondersteuning middels een erfbegeleider. Deze adviseert en begeleidt de eigenaar van grotere asbestdaken en/of met complexe problematiek bij zijn beslissingen over: a) De toekomst van het erf/bedrijf in relatie tot verduurzaming van het erf en/of circulaire, natuurinclusieve of klimaatneutrale landbouw; b) De organisatie en financiering van de asbestdakvervanging of sloop; c) de organisatie en financiering van benutting van het hele dak/erf voor zonnepanelen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de Statenbrief “Uitwerking Motie 98 (2018) “Asbest eraf, zonnepanelen erop” en Motie 13 (2019) “Landbouwcoaches breder inzetten” vast te stellen en ter bespreking te zenden naar Provinciale Staten.

20 Aanvullende ‘Mandaatregeling legesheffing 2019 Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied – provincie Utrecht’

SAMENVATTING:

De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied te Zaandam voert voor de provincie Utrecht wat betreft (zeer) risicovolle bedrijven in mandaat taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het heffen van leges doet de provincie tot op heden nog zelf. Steeds vaker blijkt dat die werkwijze onnodig omslachtig is. Daarom besluiten Gedeputeerde Staten om ook het verzenden van legesbrieven inzake (zeer) risicovolle bedrijven uit te besteden aan deze Omgevingsdienst en Provinciale Staten hierover te informeren. Het innen van leges en het versturen van aanmaningen blijft de provincie zelf doen. Zodra mogelijk wordt de aanvullende ‘Mandaatregeling legesheffing 2019 Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied – provincie Utrecht’ gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de aanvullende ‘Mandaatregeling legesheffing 2019 Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied – provincie Utrecht’ vast te stellen;
  2. de onder beslispunt 1 genoemde mandaatregeling zodra mogelijk te publiceren in het Provinciaal Blad;
  3. Provinciale Staten via de Statenbrief op de hoogte te stellen van de onder beslispunt 1 genoemde aanvullende mandaatregeling.

21 Ontwerp Programmabegroting 2020 en eerste begrotingswijziging 2019 RUD Utrecht

SAMENVATTING:

Op 28 maart jl. heeft het Algemeen Bestuur van de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD Utrecht) de ontwerp Programma-begroting 2020 en de eerste begrotingswijziging 2019 vastgesteld. Als deelnemer van de RUD Utrecht hebben Provinciale Staten (PS) op grond van artikel 59 van de Wet Gemeenschappelijke regeling deze stukken aangeboden gekregen waarbij de mogelijk-heid is geboden om op deze stukken een zienswijze uit te brengen. Op basis van de vastgestelde Nota verbonden partijen (5 februari 2018, PS2018BEM01) hebben PS het college van GS gemandateerd om namens hen deze aangeboden ontwerp-Programmabegroting en eerste begrotingswijziging 2019 te behandelen, inclusief de zienswijzeprocedure. Er kan met de begrotingswijziging worden ingestemd onder voorbehoud dat PS instemmen met de benodigde financiële bijdrage voor begrotings-wijziging. In verband hiermee wordt een zienswijze ingediend om het (eventuele) voorbehoud van instemming van PS te melden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de Ontwerp Programmabegroting 2020 RUD Utrecht en de eerste begrotingswijziging 2019 RUD Utrecht;
  2. in te stemmen met de ontwerpbegroting en de eerste begrotingswijziging onder voorbehoud dat PS instemmen met de benodigde financiële bijdrage in het kader van de integrale afweging bij de najaarsnota 2019;
  3. de zienswijze aan de RUD vast te stellen;
  4. de bijgevoegde statenbrief vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

24 Communicatie

Geen opmerkingen.

25 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 14 mei 2019,

voorzitter,

secretaris,