01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 14 maart 2017
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
08 Toekennen Provinciale Erepenning aan de heer R.W. (Bart) Krol, ter gelegenheid van zijn afscheid als lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht
SAMENVATTING:
Met het oog op zijn langdurige, bijzondere verdiensten voor de provincie Utrecht wordt voorgesteld de provinciale erepenning toe te kennen aan de heer R.W. (Bart) Krol, ter gelegenheid van zijn afscheid als lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht. Uitreiking zal plaatsvinden tijdens zijn afscheid op 13 maart 2017. Zijn bijzondere inzet ten behoeve van landbouw, natuur, het behoud van het Utrechts grondgebied en de succesvolle aanpak van kantorenleegstand zijn van grote betekenis geweest voor onze provincie.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de provinciale erepenning toe te kennen aan de heer R.W. (Bart) Krol, gelet op de bijzondere verdiensten voor de provincie Utrecht, ter gelegenheid van zijn afscheid als lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht.
09* Uitgangspunten U-OV Vervoerplan 2018
SAMENVATTING:
Voor de concessie Tram en Bus Regio Utrecht geldt dat er minimaal 1x per jaar een vervoerplan wordt opgesteld door de concessiehouder (U-OV) in overleg met de provincie. Dit jaarlijkse proces is vastgelegd in de concessie-afspraken. De provincie Utrecht stelt, als concessieverlener, inhoudelijke en financiële uitgangspunten vast waarop de concessiehouder U-OV het vervoerplan kan opstellen.
Met de vaststelling van de uitgangspunten op 21 maart heeft de vervoerder voldoende tijd voor het opstellen van het vervoerplan en afstemming met gemeenten, ROCOV (Reizigers Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer) en andere belanghebbenden.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- de uitgangspunten U-OV Vervoerplan 2018 vast te stellen;
- de Statenbrief vast te stellen en deze met de Uitgangspunten U-OV Vervoerplan 2018 toe te zenden naar Provinciale Staten.
10 Schriftelijke vragen ex art.47 RvO aan het College van GS, gesteld door de heer D.G. Boswijk van de CDA betreffende mogelijke vertraging van aanleg van snel internet in buitengebieden
SAMENVATTING:
Op woensdag 28 september is de intentieverklaring ‘Snel internet in het buitengebied van de provincie Utrecht’ ondertekend. Hiermee slaan de provincie en de gemeenten de handen ineen om het Utrechtse platteland van snel internet te voorzien. De Statenfractie van het CDA heeft vragen gesteld over de voortgang van dit proces. In de beantwoording wordt aangegeven dat GS op de hoogte is van het bericht over het convenant Snel internet buitengebied De Ronde Venen waaraan de fractie refereert. Verder worden vragen gesteld t.a.v. vertraging van het proces en de positie van GS t.a.v. graafdiepte langs provinciale wegen en t.a.v. de implementatie van de EU Richtlijn 2014/61/EU betreffende kostenreductie breedband.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art.47 RvO aan het College van GS, gesteld door de heer D.G. Boswijk van de CDA betreffende mogelijke vertraging van aanleg van snel internet in buitengebieden. (d.d. 14-02-2017) vast te stellen en te verzenden.
11 Beantwoording Statenvragen VVD fractie over provinciale uitgaven OV
SAMENVATTING:
Op maandag 27 februari zijn vragen gesteld door de heer Joustra van de VVD naar aanleiding van berichtgeving op RTV Utrect over de provinciale uitgaven voor OV. Deze vragen worden nu beantwoord.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van de heer Joustra van de VVD betreffende de provinciale uitgaven OV vast te stellen en te verzenden.
12 Schriftelijke vragen ex art. 47 RvO aan het College van GS, gesteld door mevrouw A.M. Schneiders van D66 betreffende A27 fietsbrug
SAMENVATTING:
Statenlid mevr. A.M. Schneiders heeft schriftelijke vragen gesteld over de fietsverbinding langs de A27, over de Lek. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van de berichtgeving van het ministerie van Infrastructuur en Milieu over het besluit van de minister van Infrastructuur en Milieu om over te gaan tot volledige vervanging van de stalen bruggen binnen het project A27 Houten Hooipolder. De gestelde vragen gaan in op wat het effect is van het besluit van de minister van Infrastructuur en Milieu, op de beoogde fietsbrug over de Lek. Formeel gezien verandert met het besluit niks aan mogelijkheden voor realisatie van de fietsbrug.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van mevr. A.M. Schneiders van D66 betreffende fietsverbinding A27 vast te stellen en te verzenden.
13 Beantwoording schriftelijke vragen ex. art. 47 RvO van de Groenlinks betreffende berichtgeving over wangedrag buschauffeur U-OV d.d. 3 maart 2017
SAMENVATTING:
Op 2 maart 2017 stond op de website van het Algemeen Dagblad regio Utrecht een bericht getiteld ‘Buschauffeur weigerde islamitische vrouw in de bus’. Naar aanleiding van dit bericht heeft de GroenLinks fractie statenvragen gesteld. Bijgaand de beantwoording van deze vragen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht d.d. 3 maart 2017 van het statenlid Van Essen van Groenlinks over wangedrag buschauffeur U-OV vast te stellen en te verzenden.
14 Schriftelijke vragen ex. Art 47 RvO aan het college van GS gesteld door A. Mourik-Geluk en D. Boswijk van de CDA-fractie betreffende een mogelijke intentieverklaring voor ondersteuning van familiebedrijven en het midden- en kleinbedrijf in de provinc
SAMENVATTING:
Het betreft antwoorden op vragen die A. Mourik-Geluk en D. Boswijk van de CDA-fractie betreffende een mogelijke intentieverklaring voor ondersteuning van familiebedrijven en het midden- en kleinbedrijf in de provincie Utrecht aan GS hebben gesteld.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van A. Mourik-Geluk en D. Boswijk van de CDA-fractie betreffende een mogelijke intentieverklaring voor ondersteuning van familiebedrijven en het midden- en kleinbedrijf in de provincie Utrecht vast te stellen en te verzenden.
15 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende energie abonnement particulieren
SAMENVATTING:
Particuliere huiseigenaren in Gelderland en Overijssel krijgen in een proef de mogelijkheid een abonnement te nemen op energiebesparende maatregelen in hun huis. De huiseigenaren hoeven daardoor vooraf geen eigen spaargeld in energiebesparing (isolatie) of energieopwekking (zonnepanelen, warmtepomp) te steken of daarvoor te lenen. Ze betalen per maand met een abonnement via een centrale organisatie aan de bedrijven die de voorzieningen aanleggen. Zij kunnen het abonnementsgeld betalen doordat hun energierekening daalt en krijgen een garantie op hun energiebesparing.
In het initiatief is ruimte voor 600 huiseigenaren in Gelderland en Overijssel. Het is een uitbreiding van een eerder experiment met 20 huizen in Deventer. Over het abonnement voor energiebesparing is op 6 februari jl. een ‘City Deal’ gesloten tussen de provincie Overijssel, gemeenten, het Energiefonds Overijssel, het bedrijfsleven en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op het abonnement komt een keurmerk dat een goede uitvoering en financiering garandeert. Het is de bedoeling dat bedrijven in de rest van Nederland de aanpak met een vorm van een abonnement overnemen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het statenlid Boswijk van het CDA betreffende Energie abbonement voor particulieren vast te stellen en te verzenden.
16 Lobbystandpunt van het Rijk, IPO en VNG over de toekomst Europese fondsen na 2020
SAMENVATTING:
De provincie is gevraagd om in te stemmen met het bijgevoegd conceptstandpunt van Nederland over Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESI) na 2020. Het paper is op ambtelijk niveau in gezamenlijkheid tot stand gekomen tussen de decentrale overheden en de verschillende ministeries die verantwoordelijk zijn voor de structuurfondsen: provincies, gemeenten, waterschappen, Management Autoriteiten van de vier landsdelige EFRO-programma’s, ministeries EZ, SZW, FIN, BZ en OCW. De scope van het paper beperkt zich tot de inhoudelijke en administratieve hervormingen die door Nederland wenselijk worden gevonden ten aanzien van de structuurfondsen voor de periode na 2020. Het paper gaat niet in op financiële vraagstukken, zoals hoogte of verdeling van middelen, of nationale vraagstukken die losstaan van discussies op Europees niveau.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- in te stemmen met de bijgevoegde “Non-paper hervorming ESI-fondsen” met het gezamenlijk standpunt van het Rijk en de Nederlandse decentrale overheden over de hervorming van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESIF) na 2020;
- het IPO op de hoogte brengen van dit besluit.
17 Beslissing op een bezwaarschrift van omwonenden (familie A) met betrekking tot het dempen van sloten op de locatie Heeswijk 120 te Montfoort
SAMENVATTING:
Bij besluit van 14 oktober 2016 heeft GS op grond van de ‘Landschaps-verordening provincie Utrecht 2011’ gedeeltelijk ontheffing verleend, en gedeeltelijk ontheffing geweigerd voor het dempen van een aantal sloten op de locatie Heeswijk 120 te Montfoort.
Tegen dit besluit heeft bezwaarmaker op 21 november 2016 bezwaar aangetekend en naar aanleiding van dit bezwaar heeft er op 17 januari 2017 een hoorzitting plaatsgevonden bij de Awb-adviescommissie van PS en GS.
Vervolgens heeft de Awb-adviescommissie van PS en GS op 6 februari 2017 geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren, bezwaarmaker daarvan schriftelijk in kennis te stellen en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van GS en PS.
De reden om te adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren, is erin gelegen dat de Awb-adviescommissie van PS en GS tot de conclusie is gekomen dat GS, gelet op de ter plaatse aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden, in redelijkheid de ontheffing gedeeltelijk heeft verleend en gedeeltelijk heeft geweigerd.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het bezwaarschrift naar aanleiding van hun besluit van 14 oktober 2016 ongegrond te verklaren;
- het bestreden besluit van 14 oktober 2016 in stand te laten;
- de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 6 februari 2017 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.
18 Beslissing op bezwaarschrift van omwonenden (familie B) met betrekking tot het dempen van sloten op de locatie Heeswijk 120 te Montfoort
SAMENVATTING:
Bij besluit van 14 oktober 2016 heeft GS op grond van de ‘Landschaps-verordening provincie Utrecht 2011’ gedeeltelijk ontheffing verleend, en gedeeltelijk ontheffing geweigerd voor het dempen van een aantal sloten op de locatie Heeswijk 120 te Montfoort.
Tegen dit besluit heeft bezwaarmaker op 21 november 2016 bezwaar aangetekend en naar aanleiding van dit bezwaar heeft er op 17 januari 2017 een hoorzitting plaatsgevonden bij de Awb-adviescommissie van PS en GS.
Vervolgens heeft de Awb-adviescommissie van PS en GS op 6 februari 2017 geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren, bezwaarmaker daarvan schriftelijk in kennis te stellen en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van GS en PS.
De reden om te adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren, is erin gelegen dat de Awb-adviescommissie van PS en GS tot de conclusie is gekomen dat GS, gelet op de ter plaatse aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden, in redelijkheid de ontheffing gedeeltelijk heeft verleend en gedeeltelijk heeft geweigerd.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het bezwaarschrift naar aanleiding van hun besluit van 14 oktober 2016 ongegrond te verklaren;
- het bestreden besluit van 14 oktober 2016 in stand te laten;
- de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 6 februari 2017 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.
19 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO betreffende verkoop legakkers Vinkeveense Plassen
SAMENVATTING:
Op 6 maart heeft de SP-vragen schriftelijke vragen gesteld aan het college betreffende de verkoop van legakkers door het recreatieschap Vinkeveense Plassen. De provincie is als subsidient betrokken bij het recreatieschap. In 2011 heeft de gemeenteraad van Amsterdam aangegeven uit het recreatieschap te willen treden. Om te komen tot duurzame exploitatie na het wegvallen van de bijdrage van Amsterdam heeft het recreatieschap in 2015 het Toekomstplan Vinkeveense Plassen vastgesteld. Het Toekomstplan bevat een samenvattend pakket van investeringen en bezuinigingsmaatregelen die tussen 2016 en 2023 worden uitgevoerd. De verkoop van (minder waardevolle) legakkers is een van de vastgestelde bezuinigingsmaatregelen.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex. artikel 47 van het Reglement van Orde provincie Utrecht van mevrouw T. Noordenbos van de SP betreffende verkoop legakkers Vinkeveense Plassen vast te stellen en te verzenden.
23 Communicatieadvies
Geen opmerkingen.
25 Rondvraag
Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 4 april 2017,
voorzitter,
secretaris,