Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 19-06-2018

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 5 juni 2018

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

01C Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 12 juni 2018

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

07 Jaar- en trendrapportage 2017 OV

SAMENVATTING:

Over de beide concessies openbaar vervoer in provincie Utrecht wordt ieder jaar verslag gedaan middels een publieksrapportage. De rapportage beoogt op beknopte manier aan te geven in hoeverre het openbaar vervoer in Utrecht presteert volgens de gemaakte afspraken. Dit verslag is bedoeld voor het publiek en dus ook openbaar. In de rapportage is te lezen dat het gebruik van het OV in Utrecht wederom fors is gestegen. Het eerste jaar van Syntus is niet vlekkeloos verlopen. Dat is terug te zien in de cijfers. De klantwaardering heeft hier echter niet heel erg onder geleden. Slecht nieuws op het gebied van stiptheid en rituitval. Bij beide concessies blijft dit achter bij de wensen. De kostendekkingsgraad van de U-OV-concessie is zeer hoog. De beleving van de reizigers op het gebied van veiligheid ligt wat betreft de bussen boven het landelijk gemiddelde, bij de tram blijft dit iets achter.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Jaar- en trendrapportage 2017 openbaar vervoer provincie Utrecht vast te stellen;
  2. de statenbrief vast te stellen en met bijlage toe te zenden aan Provinciale Staten;
  3. de Jaar- en trendrapportage 2017 te verspreiden onder relaties.

08 Nieuw onderhoudsmanagementsysteem (OMS) voor OV-Assets

SAMENVATTING:

Momenteel is de provincie voor de informatie over het beheer en onderhoud van de assets van het openbaar vervoer afhankelijk die de diverse onderhoudspartijen hebben. Om de kennis en kunde te vergroten en beter te kunnen sturen op het onderhoud kiest de provincie ervoor deze informatie in eigen beheer te nemen. Hiertoe wordt een nieuw onderhoudsmanagementsysteem (OMS) aangeschaft. Op basis van een marktoriëntatie zijn de softwaremodules van het SAP systeem als meest passend geselecteerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de aanschaf en implementatie van een nieuw onderhoudsmanagementsysteem voor het beheer en onderhoud van de assets van het openbaar vervoer;
  2. om daarvoor € 1.800.000 aan te wenden uit het budget van € 20 miljoen voor de voorbereiding van exploitatie en beheer van de Uithoflijn (UHL);
  3. een taakstelling van € 275.000 op te leggen met ingang van 2022 op het budget voor beheer en onderhoud van de infrastructuur-, haltes- en telematica assets;
  4. de statenbrief vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten.

09 Voortgang programma Toekomst N201

SAMENVATTING:

De uitvoering van het programma Toekomst N201 met als doel middels een integrale gebiedsgerichte aanpak tot een voorstel te komen voor een toekomstbestendige inrichting van de N201 heeft vertraging opgelopen. Er blijkt meer tijd nodig te zijn voor de vereiste onderzoeken en een zorgvuldig participatieproces. De vereiste onderzoeken dienen als onderbouwing van de te ontwikkelen varianten. Daarom is een nieuwe en actuele planning opgesteld. Hieruit blijkt dat er een vertraging is van één jaar. Gelet op de urgentie van de problemen op het gebied van doorstroming en het belang om de voortgang binnen het programma te behouden wordt eind 2018 een richtinggevend besluit aan PS voorgelegd voor de integrale oplossing. Vervolgens wordt eind 2019 een uitvoeringsbesluit voor de toekomstbestendige N201 aan Provinciale Staten voorgelegd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de vertraging en de nieuwe planning van het programma Toekomst N201;
  2. eind 2018 aan Provinciale Staten een richtinggevend besluit voor een toekomstbestendige N201 voor te leggen;
  3. eind 2019 aan Provinciale Staten een integraal en middels een goed participatie-proces voorbereid uitvoeringsbesluit voor een toekomstbestendige N201 voor te leggen;
  4. bijgaande statenbrief vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

10 Rapportage integriteitsbeleid 2017

SAMENVATTING:

Voorgesteld wordt om in de Jaarrekening 2017 de rapportage over het gevoerd integriteitsbeleid in 2017 op te nemen onder het hoofdstuk Bedrijfsvoering. Deze rapportages zullen in het vervolg als vast onderwerp in de jaarrekening worden opgenomen.

BESLUIT: Gedeputeerde Staten besluiten de rapportage integriteit 2017 onder het hoofdstuk Bedrijfsvoering op te nemen in de Jaarrekening 2017 en op deze wijze aan Provinciale Staten verantwoording af te leggen over het gevoerd integriteitsbeleid.

11 Busvervoer Leusden

SAMENVATTING:

De gemeente Leusden is ontevreden over de lijnvoering OV van Syntus. De lijnvoering voldoet echter aan de concessie vereisten en wordt goed gebruikt. Om de gemeente tegemoet te komen hebben GS in september 2017, na inbreng van varianten door de gemeente, aangeboden om met een pilot van maximaal een jaar na te gaan of de vermeende problemen in Leusden daarmee zouden zijn op te lossen. De gemeente heeft weten geen gebruik van het aanbod te willen maken en vast te houden aan de wens om terug te keren naar de lijnvoering van Connexxion uit de vorige concessie. Voor de provincie en Syntus is het niet mogelijk en wenselijk om in te gaan op de wens van de gemeente Leusden. GS hebben dat op 6 maart jl. per brief nogmaals aan de raad van Leusden gemotiveerd meegedeeld. Op 8 mei jl. hebben wethouders Vos en Van Beurden van Leusden gedeputeerde Straat wederom verzocht om na te gaan of de wens van Leusden om 2 x uur een bus tussen Leusden Centrum-Zuid en Amersfoort te laten rijden niet toch kan worden ingewilligd. Gedeputeerde Straat heeft toegezegd op het verzoek van de wethouders terug te komen. Met bijgaande brief wordt aan de toezegging aan de wethouders voldaan. In de brief wordt nogmaals met redenen meegedeeld dat het voor de provincie niet mogelijk en niet wenselijk is om invulling te geven aan op de door de gemeente gewenste lijnvoering.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de gemeente Leusden nogmaals per brief mee te delen dat het voor de provincie niet mogelijk en niet wenselijk is om invulling te geven aan op de door de gemeente gewenste lijnvoering;
  2. de gemeente toe te zeggen het busvervoer in Leusden in juni 2019 te evalueren en de uitkomsten daarvan met de gemeente te delen;
  3. de gemeente Leusden wederom aan te bieden om samen te werken aan aanvullende maatwerkoplossingen;
  4. de brief aan B&W van de gemeente Leusden vast te stellen en deze te verzenden;
  5. de brief aan B&W van de gemeente Leusden ter kennismening te verzenden aan PS.

12 Kwartaalrapportage onkosten gerelateerd aan werkzaamheden GS 1e kwartaal 2018

SAMENVATTING:

De bestuurders van de provincie Utrecht zijn van mening dat zij integer en verantwoordelijk om moeten gaan met publieke middelen. Om hier openlijk verantwoording over af te leggen, wordt er elk kwartaal een overzicht van de onkosten van iedere bestuurder opgesteld. Deze overzichten worden elk half jaar verzonden naar Provinciale Staten en tegelijkertijd gepubliceerd op de provinciale website. De kwartaaloverzichten onkosten gerelateerd aan de werkzaamheden GS voor het eerste kwartaal 2018 zijn gereed en worden hierbij ter vaststelling voorgelegd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de kostenoverzichten over het eerste kwartaal van 2018 per lid van het college vast te stellen.

14 Openstellings- en wijzigingsbesluiten POP3 2018

SAMENVATTING:

Het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) wordt uitgevoerd door jaarlijks een aantal regelingen open te stellen. In 2018 staan 7 openstellingen gepland waarvan de eerste 18 juni wordt opengesteld. 1. GS besluit tot wijziging van de Verordening subsidies POP3. Naar aanleiding van wijzigingen in het Handboek selectiecriteria door het Comité van Toezicht POP op 8 december 2017, moet de Verordening subsidies POP3 aangepast worden. Gelijktijdig met het in lijn met het Handboek selectiecriteria brengen van de Verordening subsidies POP3 opgenomen selectiecriteria, worden bepalingen die tot uitvoeringsproblemen blijken te leiden, ontdekte onjuistheden in de verordening alsmede omissies aangepast. 2. GS neemt een openstellingsbesluit POP3 om subsidieaanvragen mogelijk te maken voor de regeling ‘Openstellingsbesluit kennisoverdracht 2018 provincie Utrecht’. Met dit besluit wordt het mogelijk om vanaf 18 juni tot en met 25 augustus 2018 subsidie aan te vragen. 3. GS besluit om met terugwerkende kracht het subsidieplafond van de regeling ‘POP3 niet-productieve investeringen water provincie Utrecht 2017’ te herzien. Hierdoor kunnen meer projecten van de waterschappen worden gehonoreerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het besluit, nr. 81CF356D, tot wijziging van de Verordening subsidies POP3 2014-2020 Provincie Utrecht vast te stellen;
  2. het openstellingsbesluit, nr. 81CF3072, voor de regeling ‘Openstellingsbesluit kennisoverdracht 2018 provincie Utrecht’, vast te stellen;
  3. het wijzigingssbesluit, nr. 81CF3073, voor de regeling ‘POP3 niet-productieve investeringen water provincie Utrecht 2017’, vast te stellen;
  4. bovenstaande besluiten te publiceren in het Provinciaal blad;
  5. dat de portefeuillehouder wijzigingen van ondergeschikt belang voorafgaand aan de publicatie kan doorvoeren;
  6. de statenbrief, nr. 81CF3074, aangaande het besluit tot wijzigingen van de verordening subsidies POP3 vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

15 Afhandelen Motie 43A en Motie 88 over kleine kernen

SAMENVATTING:

In verschillende moties en een amendement hebben Provinciale Staten het College van Gedeputeerde Staten gevraagd om in te zetten op de kleine kernen in de Provincie Utrecht. Voor uitvoering van de motie ‘Topdorp’ is in 2017 de verkiezing 'trots op je dorp' georganiseerd. Dit is voor 2018 en 2019 bestendigd in de samenwerking met ‘Kern met Pit’ van de Koninklijke Nederlandse Heidemij (KNHM).

Voor de motie ‘demografische scan’ over de achtergronden van de (maatschappelijke) ontwikkelingen van kleine kernen heeft de Universiteit Utrecht een onderzoek uitgevoerd. Conclusie is dat de leefbaarheid in kleine kernen in de provincie Utrecht fundamenteel verschillen van die in andere delen van het land. Vrijwel alle kleine kernen liggen in de nabijheid van stedelijk gebied en kunnen daar voor voorzieningen e.d. gebruik van maken. 70% van de kleine kernen is actief georganiseerd. Ondersteuning van initiatieven van onderop is het meest effectief.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. motie 88 (demografische scan) en motie 43A (Topdorp) af te handelen;
  2. de statenbrief vast te stellen en met het onderzoeksrapport “Kleine kernen in de provincie Utrecht” van ESD2 toe te zenden aan Provinciale Staten.

18 Nieuwe beslissing op de bezwaren van “Stichting De Faunabescherming,” die zijn gericht tegen een ontheffing die het doden van ganzen toestaat

SAMENVATTING:

De Faunabescherming heeft bezwaar gemaakt tegen een Flora- en faunawet ontheffing van 1 juni 2015 ten aanzien van het doden van ganzen. Op 3 november 2015 is op deze bezwaren beslist. De Faunabescherming heeft vervolgens beroep ingediend. Omdat nu de Wet natuurbescherming geldt en niet meer de Flora- en faunawet, is de bestreden Flora- en faunawet ontheffing bij besluit van 18 juni 2018 ingetrokken.

De bezwaren worden niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Door het intrekken van de ontheffing is feitelijk tegemoetgekomen aan de bezwaren.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de bezwaren gericht tegen het besluit van 1 juni 2015 niet-ontvankelijk te verklaren;
  2. de afdoeningsbrief vast te stellen en te verzenden.

19 Beslissing op bezwaar ontheffing Wet natuurbescherming Ravellaan, Utrecht

SAMENVATTING:

De casus heeft betrekking op de sloop van een pand aan de Ravellaan 205 te Utrecht. Hiervoor is een ontheffing van de verbodsbepalingen van artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming verleend ten aanzien van de Gewone dwergvleermuis.

De ontheffinghouder heeft bezwaar gemaakt tegen twee voorschriften uit deze ontheffing die betrekking hebben op de periode waarbinnen de sloop mag plaatsvinden. Nu de ontheffinghouder op de dag van de hoorzitting bij e-mailbericht heeft aangegeven zich neer te leggen bij deze voorschriften concludeert de Awb-adviescommissie van PS en GS dat de appellant geen belang meer heeft bij een beslissing op bezwaar en adviseert zij het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. Dit advies wordt overgenomen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het bezwaarschrift van 2 februari 2018 niet-ontvankelijk te verklaren;
  2. de afdoeningsbrief vast te stellen en te verzenden en voor de motivering van de beslissing op bezwaar, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 1 mei 2018 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

20 Statenbrief Ontvlechting Gemeenschappelijke regeling UW Samenwerking

SAMENVATTING:

Op 21 december 2017 is door de raad van de gemeente IJsselstein besloten de ambtelijke samenwerking met de gemeente Montfoort te beëindigen en de gemeenschappelijke regeling daartoe (UW Samenwerking) op te heffen. De provincie is vanuit de rol van procesregisseur betrokken bij de ontvlechting en is vanuit die rol ook voorzitter van de bestuurlijke stuurgroep. Voorgesteld wordt provinciale staten middels bijgevoegde statenbrief te informeren.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de geschetste informatie;
  2. de bijgevoegde statenbrief vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

21 Aanpassing UNESCO nominatiedossier voor uitbreiding van de Stelling van Amsterdam met de Nieuwe Hollandse Waterlinie

SAMENVATTING:

De nominatie van de Nieuw Hollandse Waterlinie (NHW) als Werelderfgoed nadert het uur U. Begin 2019 dienen de vier linieprovincies samen het nominatiedossier in voor een felbegeerde plek op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Ruim vijf jaar nu werkt een team aan het schrijven van dit dossier en bijbehorend managementplan. De ambitie om Werelderfgoed te worden, gaat veel verder terug. Op 19 december 2003 stelde de Ministerraad het linieperspectief Panorama Krayenhoff vast. Twee jaar later omarmde ook de linieprovincies deze ambitie en legde dit in september 2005 vast in een bestuursovereenkomst. In 2014 ondertekende Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant het Pact van Altena en namen de volle verantwoordelijkheid voor de benoeming tot Werelderfgoed over van het Rijk. De kans op een succesvolle nominatie van de NHW (als uitbreiding van het bestaande Werelderfgoed Stelling van Amsterdam) aanzienlijk als zij het beleid rondom de ruimtelijke bescherming van de Waterlinie harmoniseren en uniforme afspraken maken over hoe zij omgaan met ruimtelijke ontwikkelingen die betrekking hebben op de Waterlinie.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Outstanding Universal Value (OUV) van het erfgoed SvA en NHW te beschermen door de tekst in de omgevingsvisies en omgevingsverordeningen van de vier provincies te harmoniseren;
  2. in het verlengde van deze harmonisatie een gemeenschappelijk uitgangspuntennotitie op te stellen hoe om te gaan met ruimtelijke ontwikkelingen die de OUV van dit erfgoed kan aantasten;
  3. gebiedsanalyses voor de hoog dynamische gebieden op te stellen waarin de OUV voor deze gebieden is uitgewerkt;
  4. de statenbrief vast te stellen en te verzenden.

22 Wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in verband met de normering van een regionale waterkering

SAMENVATTING:

Per 1 januari 2017 is de Waterwet gewijzigd en is een nieuwe normeringssystematiek voor waterveiligheid vastgelegd in de wet. Hierdoor verliest een deel van de voormalige primaire C-keringen hun status en worden deze aangewezen als regionale kering. De provincie dient op grond van deze wet voor 1 januari 2019 de normering voor dergelijke keringen te hebben vastgesteld. Op het grondgebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) betreft dit de voormalige C-kering langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel. Door wijziging van de kaart bij de verordening wordt deze kering aangewezen als regionale kering en genormeerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het ontwerpbesluit tot wijziging van de Waterverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 met bijbehorende toelichting vast te stellen;
  2. het onder 1 genoemde ontwerpbesluit met bijbehorende toelichting gedurende acht weken ter inzage te leggen.

23 Wijziging waterverordeningen Vallei en Veluwe en Rivierenland

SAMENVATTING:

De Waterverordeningen Vallei en Veluwe en Rivierenland worden op een aantal punten gewijzigd om te voldoen aan de gewijzigde Waterwet. Ook vindt er een actualisatie en een aantal technische wijzigingen plaats.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het ontwerpbesluit tot wijziging van de Waterverordening waterschap Vallei en Veluwe met bijbehorende toelichting vast te stellen;
  2. het onder 1 genoemde ontwerpbesluit met bijbehorende toelichting gedurende acht weken ter inzage te leggen;
  3. het ontwerpbesluit tot wijziging van de Waterverordening waterschap Rivierenland met bijbehorende toelichting vast te stellen;
  4. het onder 3 genoemde ontwerpbesluit met bijbehorende toelichting gedurende acht weken ter inzage te leggen.

24 Beantwoording schriftelijke vragen door Partij van de Dieren betreffende verspreiding C8 en GenX tot in Utrecht

SAMENVATTING:

Naar aanleiding van berichten in de media over uitstoot van de vervuilende stoffen C8 en GenX door het bedrijf Chemours in Zuid-Holland en de verspreiding van deze stoffen via wolken en regen tot in Utrecht heeft mevrouw van Kooten van de PvdD schriftelijke vragen gesteld ex. Art 47 RvO. Deze vragen zijn beantwoord in bijgevoegde beantwoordingsbrief. In Utrecht is geen concreet onderzoek gedaan maar onderzoeken uit Zuid-Holland wijzen uit dat er daar op de meeste plaatsen geen overschrijding is van de (tijdelijke) normering. Verder is het gezien de afstand tot het bedrijf in Dordrecht en de afname van concentraties in de atmosfeer niet aannemelijk dat hierdoor gehalten aan dergelijke stoffen boven de norm in Utrecht zijn neergeslagen. Verspreiding van deze stoffen vanuit Dordrecht via het (grond)water is uitgesloten gezien de stroomafwaartse ligging van het bedrijf. Metingen in het grondwater hebben in Utrecht tot nu toe geen overschrijdingen opgeleverd. Niettemin is het zorgwekkend dat er steeds meer van dit soort ‘Nieuwe Stoffen’ worden aangetroffen in het milieu. Er moet landelijk snel meer duidelijkheid komen over de schadelijkheid van deze stoffen en de normering. Tot slot zullen wij op plaatsen waar mogelijke bronnen zich kunnen bevinden binnen de Provincie Utrecht extra aandacht vragen voor deze stoffen indien bodemonderzoek wordt uitgevoerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Van Kooten van PvdD betreffende verspreiding C8 en GenX tot in Utrecht vast te stellen en te verzenden.

25 Awb-bezwaarschrift tegen intrekking last onder dwangsom vanwege bomenkap in Maarsbergen

SAMENVATTING:

Medio 2017 heeft een projectontwikkelaar in Maarsbergen ten behoeve van een te realiseren bedrijventerrein zonder de vereiste ontheffing bomen gekapt. Op verzoek van Vereniging ‘Maarn Maarsbergen Natuurlijk’ is het kapwerk op straffe van een last onder dwangsom stilgelegd. Vervolgens is ter plekke extern aanvullend ecologisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten waren voor de de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht reden om de last onder dwangsom na een maand weer in te trekken. Vereniging ‘Maarn Maarsbergen Natuurlijk’ tekent tegen die intrekking bezwaar aan omdat de projectontwikkelaar nog steeds niet beschikt over een ontheffing van Gedeputeerde Staten. Volgens de Awb-commissie is die ontheffing niet nodig omdat uit het ecologisch onderzoek is gebleken, dat de projectontwikkelaar de Wet natuurbescherming niet overtreedt. De Awb-adviescommissie adviseert Gedeputeerde Staten om het bezwaar ongegrond te verklaren. Het advies wordt opgevolgd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Awb-bezwaarschrift van 23 november 2017 ongegrond te verklaren;
  2. het bestreden besluit van 13 oktober 2017 in stand te laten;
  3. af te zien van het alsnog zenden van een korte brief aan projectontwikkelaar Van Wolfswinkel, waaruit blijkt dat een Wnb-ontheffing niet noodzakelijk is;
  4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering deels te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS van 8 maart 2018.

31 Communicatie

Geen opmerkingen.

33 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 26 juni 2018,

voorzitter,

secretaris,