Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 16-10-2018

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 9 oktober 2018

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

05 Oprichting van en deelneming in de Coöperatieve Vereniging NDOV-DOVA U.A.

SAMENVATTING:

De Provincie Utrecht is als opdrachtgever voor het openbaar vervoer vertegenwoordigd in twee samenwerkingsverbanden: DOVA (veertien Decentrale OV Autoriteiten) en NDOV (Nationale Data Openbaar Vervoer). Aan beide organisaties neemt de provincie al jaren deel. Op dit moment zijn beide organisaties tijdelijk ondergebracht bij de stichting kennisplatform CROW, een juridisch niet houdbare situatie, omdat CROW juridisch gezien kan worden als een bedrijf. Dit kan problemen opleveren bij het doen van aanbestedingen en marktconsultaties voor NDOV en DOVA. Daarom wordt een Coöperatieve Vereniging (CV) opgericht, zijnde een rechtspersoon die op een rechtmatige wijze het publieke belang kan garanderen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het voornemen uit te spreken om deel te nemen aan de Coöperatieve Vereniging DOVA U.A., onder voorbehoud van het advies van Provinciale Staten;
  2. Provinciale Staten hierover per bijgesloten statenvoorstel in de gelegenheid te stellen om hierover hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken;
  3. het statenvoorstel vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

06 Accordering UNESCO nominatiedossier uitbreiding Stelling van Amsterdam met de Nieuwe Hollandse Waterlinie

SAMENVATTING:

Met het indienen van dit nominatiedossier onderstrepen de GS’en van de provincies Utrecht, Noord-Holland, Gelderland en Noord-Brabant het belang van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) en vinden ze de nominatie voor de status Werelderfgoed een evidente bekroning voor de uitgevoerde inspanningen en een erkenning van de uitzonderlijke universele waarden van de NHW. Binnen de provincie Utrecht is het een grote uitdaging om veel maatschappelijke (groei-) opgaven die ruimte vragen te combineren met het aantrekkelijk houden van de regio. Provincie Utrecht wil voldoende ruimte bieden aan de groeiopgave en tegelijkertijd de bijzondere erfgoedstructuur beschermen. Daarom wordt voorgesteld enkele tot de NHW behorende gebieden, waarbij in de toekomst spanning kan ontstaan in relatie tot ontwikkelmogelijkheden, niet in het begrensde gebied (site) op te nemen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de nominatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tot Werelderfgoed te steunen met als voorbehoud dat de colleges van GS van Noord-Holland, Gelderland en Noord-Brabant zich eveneens committeren;
  2. de Minister van OCW voor te stellen om op basis van het opgestelde nominatiedossier Hollandse Waterlinies, - voorstel voor een Significant Boundary Modification van de Stelling van Amsterdam met de Nieuwe Hollandse Waterlinie- voor te dragen voor de UNESCO-Werelderfgoedstatus conform bijgaande aanbiedingsbrief;
  3. de portefeuillehouder te machtigen de aanbiedingsbrief aan de Minister(raad) namens het college te ondertekenen;
  4. de voorzitter van de Liniecommissie te machtigen redactionele wijzigingen aan te brengen in de aanbiedingsbrief en om wijzigingen van ondergeschikte aard aan te brengen in het nominatiedossier en bijbehorende managementplan 2018-2010;
  5. akkoord te gaan met de in dit stuk voorgestelde aanpassing op de begrenzing van de site (zoals opgenomen op pag 4. Onder Voorstel voor de aangepaste begrenzing) en de attentiezone op basis van bestaande beleidskaders;
  6. opnieuw de intentie uit te spreken om voor het siteholderschap voor het toekomstige Werelderfgoed met de provincies Noord-Holland, Gelderland en Noord-Brabant te kiezen voor een Gemeenschappelijk orgaan zonder rechtspersoonlijkheid ingaande bij de inschrijving op de Werelderfgoedlijst;
  7. de werking van de huidige bestuursovereenkomst Nieuwe Hollandse Waterlinie 2014-2020 “Pact van Altena” te verlengen tot aan de inschrijving op de Werelderfgoedlijst en/of het in werking treden van het Gemeenschappelijk orgaan;
  8. de statenbrief vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

07 Vervallen

-

09 Reactie op advies ARK Ringpark Utrecht

SAMENVATTING:

Op 11 juni 2018 heeft Paul Roncken (onafhankelijk adviseur ruimtelijke kwaliteit, ARK) zijn advies ‘de Utrechtse Ringparken’ aangeboden aan GS en PS. Dit advies vormt de afronding van een interactief traject en bevat veel adviezen over hoe vervolg kan worden gegeven aan het concept van het Ringpark Utrecht. Voorgesteld wordt om het concept van het Ringpark te omarmen, positief te reageren op het advies en bijgevoegde brief als reactie te verzenden aan de ARK, met afschrift aan PS.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. positief te reageren op het advies De Utrechtse Ringparken van de ARK en het concept Ringpark Utrecht te omarmen;
  2. bijgevoegde brief als reactie te verzenden aan de ARK, met afschrift aan PS.

10 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende buitenlandse reis naar Boston

SAMENVATTING:

De PVV heeft vragen gesteld over de reis van de gedeputeerde Economie naar Boston. De vragen richten zich voornamelijk op de inhoud en op de aanleiding van de reis.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Dercksen van de PVV betreffende buitenlandse reis naar Boston vast te stellen en te verzenden.

11 Beantwoording schriftelijke vragen ex. Art 47 RvO aan het college van GS, gesteld doormevrouw J. Godschalx en mevrouw N. Eijsbroek van de VVD-fractie betreffende vergoeding permanente bewoning van recreatiewoningen in PRS-PRV (17-09-2018)

SAMENVATTING:

De VVD heeft 8 schriftelijke vragen gesteld over permanente bewoning van recreatiewoningen in relatie tot de tweede partiële herziening van de PRS en PRV en in relatie tot een onlangs behandelde raadsinformatienota van gemeente De Ronde Venen. Geïnformeerd wordt naar mogelijke wijzigingen in de regelgeving inzake permanente bewoning van recreatiewoningen, naar het ambtelijke traject om oplossingsrichtingen te verkennen voor permanente bewoning en het standpunt van het college van Gedeputeerde Staten hieromtrent. In hun reactie maken Gedeputeerde Staten duidelijk dat er geen inhoudelijke wijzigingen zijn doorgevoerd in de regelgeving voor recreatiewoningen, dat het ambtelijke traject zoals wordt opgestart enkel een verkenning is van oplossingsrichtingen en inzicht dient te geven in de consequenties daarvan. Ook geven Gedeputeerde Staten aan dat in beginsel zeer terughoudend omgegaan dient te worden met besluiten tot legalisatie van langdurig illegale permanent bewoonde recreatiewoningen. Bij de verkenning dient zeer zorgvuldig naar alle aspecten gekeken te worden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex. Art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van Statenleden Godschalx en Eijsbroek van de VVD betreffende permanente bewoning recreatiewoningen in PRS-PRV vast te stellen en te verzenden.

13 Vaststellen Openstellingsbesluit natuurbeheer 2019

SAMENVATTING:

GS kunnen op basis van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer 2016 (SVNL2016), de ‘oude’ Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) en de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL) subsidies verstrekken voor natuurbeheer, functieverandering van landbouw naar natuur, inrichting en kwaliteitsverbetering van natuurgebieden en de aanleg van landschapselementen.

Het Openstellingsbesluit natuurbeheer 2019 bepaalt waarvoor op basis van deze drie regelingen eind 2018 en in 2019 subsidie kan worden aangevraagd, hoeveel geld daarvoor beschikbaar is en hoe de subsidie kan worden aangevraagd. Nieuw dit jaar is de openstelling van extra middelen voor maatregelen gericht op duurzame kwaliteitsimpulsen ter versterking van de biodiversiteit.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Openstellingsbesluit natuurbeheer provincie Utrecht 2019, geregistreerd onder nr. 81DCF621,vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal Blad;
  2. Gedeputeerde Maasdam te machtigen nog kleine wijzigingen aan te brengen in het Openstellingsbesluit.

14 Actieplan Omgevingslawaai 2018-2023 aan Commissie MME

SAMENVATTING:

In het kader van de uitvoering van de EU richtlijn omgevingslawaai moeten GS voor de provinciale wegen een Actieplan Omgevingslawaai vaststellen. Dit Actieplan is in concept door GS vastgesteld en ter inzage gelegd van 4 juli tot 30 augustus 2018. De inspraakreacties zijn verwerkt in het Actieplan. Op verzoek van de Staten wordt dit Actieplan besproken in de Staten vóór definitieve vaststelling in GS.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met het voorleggen van het Actieplan inclusief de verwerkte inspraakreacties aan de commissie MME;
  2. in te stemmen met de Statenbrief en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten;
  3. uitvoering geven aan de motie van 6 juni 2016 (PS2016MME04-motie20).

16 Communicatie

Geen opmerkingen.

18 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 30 oktober 2018,

voorzitter,

secretaris,