Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 15-05-2018

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 24 april 2018

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

05 Vuelta 2020 in Perspectief

SAMENVATTING:

In de PS-vergadering van 23 april 2018 is toegezegd om meer informatie te verstrekken over de haalbaarheid van de mogelijke komst van de Vuelta in 2020 naar de provincies Utrecht en Noord-Brabant. In het debat bleken bij diverse partijen vragen te bestaan over de routering en het aandeel van de regio hierin, de waarde van het evenement (economisch en maatschappelijk), duurzaamheidsaspecten en de financiën (risicomanagement). Er is verder gevraagd een update te geven van het proces inclusief de stand van zaken rondom de financiële dekking van de publieke en private partners. Het Statenvoorstel behelst het verder vormgeven van de Vueltastart 2020. PS kunnen hiermee bij de behandeling van de Kadernota op 9 juli 2018 een gefundeerd besluit nemen over het beschikbaar stellen van de benodigde middelen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de aanvullende informatie over de haalbaarheid van de komst van Vuelta in 2020 naar de provincies Utrecht en Noord-Brabant en de stand van zaken rondom het proces;
  2. het Statenvoorstel vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

06 Vaststellen ontwerp 1e partiële herziening PRS/PRV (Herijking 2016) agrarisch bedrijf Soest

SAMENVATTING:

Nieuwvestiging van agrarische bedrijven in het buitengebied is op basis van de PRS/PRV (Herijking 2016) verboden, tenzij dit gebeurt vanwege internationale natuurverplichtingen. De provincie wil één uitzondering maken voor het agrarische bedrijf van Van D. te Soest omdat zijn bedrijf werd ingeklemd door woonbebouwing en omdat er na een lange en zorgvuldige zoektocht geen geschikte vrijkomende agrarisch vestigingslocatie voor het bedrijf is gevonden. Om dit planologisch mogelijk te maken is een herziening van de PRS/PRV (Herijking 2016) nodig. De ontwerp herziening moet terinzage worden gelegd zodat een ieder hierop kan reageren. In september 2018 kunnen Provinciale Staten (PS) de partiële herziening vaststellen. Hierbij betrekken PS de tijdens de periode van terinzagelegging ontvangen zienswijzen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de ontwerp 1e partiële herziening PRS/PRV (Herijking 2016) agrarisch bedrijf Soest vast te stellen;
  2. de ontwerp 1e partiële herziening PRS/PRV (Herijking 2016) agrarisch bedrijf Soest ter inzage te leggen;
  3. de statenbrief vast te stellen en met de ontwerp 1e partiële herziening PRS/PRV (Herijking 2016) agrarisch bedrijf Soest ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

07 Statenvoorstel uitwerking moties 27 en 56a (2017) 'waterkwaliteit'

SAMENVATTING:

In 2017 is een tweetal moties (nrs. 27 en 56a) door Provinciale Staten ingediend om de verbetering van waterkwaliteit in de provincie Utrecht een extra impuls te geven. Er is een aanpak uitgewerkt die voorziet in een begrotingssubsidie aan waterschappen. Aan het verkrijgen van deze subsidie zijn voorwaarden verbonden. Middels het statenvoorstel worden deze voorwaarden vastgesteld en vindt besluitvorming plaats over het beschikbaar stellen van de benodigde middelen in de Kadernota 2018 en de begrotingen van 2019 t/m 2021. Daarnaast worden middelen gevraagd ten behoeve van het initiëren van projecten in de medicijnketen en ondersteuning van de waterschappen om aanspraak te maken op de Rijksmiddelen voor aanpak van de rioolwaterzuiveringsinstallaties, zodat minder medicijnresten en andere microverontreinigingen in het milieu komen. Het statenvoorstel beoogt vanuit de reserve ten behoeve van het programma Water €50.000 euro in de begroting (Kadernota) van 2018 op te nemen, €975.000 in de begroting van 2019 en €75.000 in de begrotingen van 2020 en 2021.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met bijgevoegd statenvoorstel ‘Uitwerking moties 27 en 56a (2017) waterkwaliteit’;
  2. bijgevoegd Statenvoorstel; ‘Uitwerking moties 27 en 56a (2017) waterkwaliteit’ toe te zenden aan Provinciale Staten voor besluitvorming in de vergadering van 9 juli 2017.

08 Onderzoek financiële situatie partnerinstellingen

SAMENVATTING:

Bij de behandeling in PS van de Kadernota 2017 op 3 juli 2017 is de motie “Indexering subsidie partnerinstellingen” (PS2017PS08, motie 20) aanvaard. Deze motie draagt het College op om indexering toe te passen op te verlenen subsidies van partnerinstellingen vanaf begrotingsjaar 2018. Bij haar reactie op deze motie zegt de portefeuillehouder toe dat GS de motie uitvoeren en, horende de oproep van partnerinstellingen in de commissie BEM van 19 juni 2017, dat GS onderzoek uitvoeren wat het daadwerkelijk probleem is bij de partnerinstellingen en hiervoor een proces in te gaan met alle partnerinstellingen om dit realistisch en onderbouwd in beeld te krijgen (conform Kadernota 2017). Voorgesteld wordt dit onderzoek te betrekken bij de voorgenomen evaluatie van partnerinstellingen in 2019. De resultaten daarvan zijn bekend per 1 juli 2019.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het onderzoek financiële situatie partnerinstellingen te betrekken bij de evaluatie van de partnerinstellingen in 2019 in het kader van het Draaiboek aansturing Partnerinstellingen 2016;
  2. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden naar Provinciale Staten.

09 Pilots Smart Mobility

SAMENVATTING:

Smart Mobility is een relatief nieuw accent binnen ons mobiliteitsbeleid. Na de zomer van 2018 wordt een programmaplan ter vaststelling aangeboden aan GS. Vooruitlopend op dit plan wordt in de kwartiermakersfase reeds gestart met een aantal projecten. Hiervoor zijn in de Kadernota 2017 middelen ter beschikking gesteld.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten: 1. vooruitlopend op het uitvoeringsprogramma Smart Mobility de in dit voorstel genoemde projecten/pilots te starten; 2. hiervoor €1 mln. beschikbaar te stellen vanuit het budget Smart Mobility opgenomen in de begroting voor 2018; 3. de gedeputeerde Mobiliteit te mandateren om het beschikbare budget wanneer nodig tussen pilots te verschuiven; 4. de statenbrief vast te stellen en deze ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

10 Ombouw N226 - Griftdijk tot kruispunt met verkeerslichten

SAMENVATTING:

Aan de oostzijde van Maarsbergen worden 7,8 ha. bruto bedrijventerrein en 25 woningen ontwikkeld. Omdat verwacht wordt dat ontsluiting van dit gebied via de Haarweg door de bebouwde kom van Maarsbergen tot doorstromings- en leefbaarheidsproblemen leidt wil de gemeente Utrechtse Heuvelrug de ontsluiting via de Rottegatsteeg en Griftdijk ten noorden van Maarsbergen laten plaatsvinden. Om deze ontsluiting mogelijk te maken is aanpassing van het kruispunt N226 - Griftdijk noodzakelijk. Dit is nu een ongeregeld voorrangskruispunt. Voorgesteld wordt om het kruispunt te voorzien van verkeerslichten. Conform het veroorzakerprincipe komen de kosten voor ombouw van het kruispunt voor rekening van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Ook zal de gemeente de ombouw van het kruispunt uitvoeren.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. akkoord te gaan met de ombouw van het kruispunt N226 - Griftdijk tot kruispunt met verkeerslichten door de gemeente Utrechtse Heuvelrug; 2.de bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug in rekening te brengen afkoopsom voor het beheer en onderhoud tot en met 2041 vast te stellen op € 466.620,- excl. BTW;
  2. het jaarlijks exploitatiebudget voor beheer en onderhoud (vast plus variabel) vanaf 2042 op te hogen met € 21.000,- excl. BTW;
  3. de brief aan de gemeente Utrechtse Heuvelrug met als onderwerp ‘Ombouw N226 - Griftdijk tot kruispunt met verkeerslichten’ vast te stellen en te verzenden;
  4. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

11 Uitvoeren van verkeersveiligheidsmaatregelen op de N410 gedeelte Achterdijk en de provinciale weg N229

SAMENVATTING:

In 2019 wordt vervangingsonderhoud uitgevoerd aan de provinciale weg N410 tussen de Achterdijk en de provinciale weg N229 in de gemeente Bunnik. Om de hinder voor de omgeving en het verkeer zo klein mogelijk te houden, worden gelijktijdig met het onderhoud de bestaande snelheid remmende maatregelen vervangen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. om in 2019 op de N410, gelijktijdig met diverse vervangingsonderhoudswerkzaamheden de bestaande snelheid remmende maatregelen te vervangen;
  2. investeringskrediet ter beschikking te stellen van € 888.000,-. Uit het budget van het Mobiliteitsplan voor maatregelen verkeersveiligheid € 75.000,- (Verkeersveiligheid, oplossen verkeersveiligheidsknelpunten) en € 813.000,- uit het budget Beheer en Onderhoud (vervanging);
  3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

12 Uit te voeren verkeersveiligheidsmaatregel op de parallelweg van de N401 tussen Kockengen en Breukelen

SAMENVATTING:

Naar aanleiding van de meldingen over verkeersveiligheid op de parallelweg van de N401 is onderzoek gedaan naar de situatie en is een voorstel gemaakt voor te nemen maatregelen op de parallelweg in verband met hoge snelheid van gemotoriseerd verkeer en hoge intensiteiten van fietsers (voornamelijk scholieren) op deze hoofdfietsroute. Het gaat om het plaatsen van een plateau op de parallelweg van de ter hoogte van Kortrijk tussen Kockengen en Breukelen in de gemeente Stichtse Vecht. Voorgesteld wordt om deze maatregel uit te voeren in 2018.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. om in 2018 op de parallelweg van de N401 bij Kortrijk de verkeersveiligheid te verbeteren door het aanbrengen van een plateau;
  2. krediet ter beschikking te stellen van €40.000 uit het Mobiliteitsplan, budget Verkeersveiligheid (oplossen verkeersveiligheidsknelpunten);
  3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

15 Statenbrief Uitvoering motie “Regionaal draagvlak voor ontwikkelingen bedrijventerreinen”

SAMENVATTING:

Bij de vaststelling van PRS/ PRV (Herijking 2016) op 12 december 2016 is de motie “Regionaal draagvlak voor ontwikkelingen bedrijventerreinen” aanvaard. Hierin zijn GS opgedragen om in gesprek te gaan met gemeenten over in inhoud van de regionale convenanten bedrijventerreinen met gemeenten in gesprek te gaan, terugkoppeling te geven aan PS en op basis daarvan met voorstellen te komen voor aanpassing van het huidige beleid. Naar aanleiding van de ambtelijke inventarisatie over gewenste uitbreidingen, waarover PS via een brief van 7 november 2017 zijn geïnformeerd, heeft bestuurlijk overleg met de betreffende wethouders plaatsgevonden. In de brief wordt het voornemen van GS geuit om voor lokale knelpunten die op korte termijn om een oplossing vragen, via een partiële herziening van de PRS/PRV uitbreidingsruimte te bieden. Meer grootschalige of (politiek of maatschappelijk) gevoelige en/of niet urgente uitbreidingen zullen moeten worden betrokken bij het traject van de Omgevingsvisie/ Omgevingsverordening. De door de gemeenten in de bestuurlijke overleggen voorgestelde uitbreidingen, de overwegingen van GS en de voornemens t.a.v. de eerstvolgende partiële herziening van de PRS/ PRV zijn beschreven in een bijlage bij de Statenbrief.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief Uitvoering motie “Regionaal draagvlak voor ontwikkelingen bedrijventerreinen” inclusief bijlage vast te stellen en aan PS toe te zenden.

16 Beslissing op de bezwaren van “Stichting Milieuzorg Zeist e.o.”.

SAMENVATTING:

Ten behoeve van de aanleg van woningen op locatie Oude Tempel te Soest is een ontheffing van verbodsbepalingen die dienen ter bescherming van de grootoorvleermuis, de hazelworm en de das verleend op basis van de Wet natuurbescherming. De “Stichting Milieuzorg Zeist e.o.” heeft bezwaar gemaakt tegen deze ontheffing. De Awb-adviescommissie adviseert de bezwaren ongegrond te verklaren. Gedeputeerde Staten besluiten conform dit advies.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het besluit van 30 oktober 2017, nummer 81C0840E, in stand te laten;
  2. de afdoeningsbrief vast te stellen, te verzenden en voor de motivering van de beslissing op bezwaar, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 8 maart 2018 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

17 Bekrachtiging besluit wijzigingsvergunning legakkerherstel Zuidelijke Kievitsbuurt

SAMENVATTING:

In 2016 is een Wet natuurbescherming (Wnb) vergunning verleend voor het legakkerherstel Kievitsbuurt. Het project was begin maart afgerond op het planten van riet en het zaaien van gras na. Conform de eerder verleende vergunning kon er na 15 maart (start broedseizoen) niet meer gewerkt worden. Ondanks onverwachte weersomstandigheden in maart konden de werkzaamheden toch worden afgerond. In plaats van de voorgeschreven uitgebreide procedure is gezien de urgentie gekozen voor het direct verlenen van de wijzigingsvergunning. Gedeputeerde Staten kunnen afwijken van het toepassen van de uitgebreide procedure, daarom is dit besluit ter bekrachtiging aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten het besluit van gedeputeerde Maasdam-Hoevers om met toepassing van de verkorte Awb procedure een wijzigingsvergunning te verlenen ten behoeve van het proefproject ‘legakkerherstel Zuidelijke Kievitsbuurt’, te bekrachtigen.

18 Actualisering Routekaart invoering Omgevingswet provincie Utrecht 2017-2020

SAMENVATTING:

In mei 2017 hebben GS de Routekaart voor de invoering van de Omgevingswet vastgesteld. In oktober 2017 heeft de minister die verantwoordelijk is voor de Omgevingswet aangekondigd de invoering van de wet met 1,5 jaar uit te stellen naar 1 januari 2021. Ook herijken Rijk en koepels de scope en planning van het 'Digitale Stelsel Omgevingswet' (DSO), waarover in een bestuurlijk overleg in maart 2018 een besluit is genomen. Deze 2 externe ontwikkelingen leiden tot aanpassing van de planning en de begroting van het programma Invoering Omgevingswet van de provincie Utrecht. Aangezien in 2017 een beter beeld is verkregen van de veranderopgave is dit voortschrijdende inzicht meegenomen in de actualisering van de Routekaart. Deze werkwijze sluit aan bij de kortcyclische veranderstrategie die GS hebben gekozen voor de invoering van de Omgevingswet.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Routekaart invoering Omgevingswet provincie Utrecht 2017-2020 Actualisatie 1 vast te stellen;
  2. de benodigde aanvullende dekking ad € 2.018.500 te betrekken bij de integrale afwegingen omtrent de Kadernota 2018.

19 Awb-bezwaarschrift tegen invordering last onder bestuursdwang vanwege overtreding provinciale Landschapsverordening

SAMENVATTING:

Gedeputeerde Staten hebben de eigenaar van een ‘rommelterrein’ eind 2016 gelast om zijn perceel op te ruimen. Naar aanleiding van een bezwaarprocedure hebben Gedeputeerde Staten bezwaarde daarvoor nog 2 maanden extra de tijd te geven. Op 1 juni 2017 was het terrein nog steeds niet opgeruimd. Daarna is bezwaarde nog tot viermaal toe gemaand actie te ondernemen. Uiteindelijk is op 31 augustus 2017 een aannemingsbedrijf ingeschakeld. Bezwaarde maakt bezwaar tegen het moeten betalen van de aan hem gepresenteerde rekening ad € 1.179,80. De Awb-adviescommissie van PS en GS is van mening dat Gedeputeerde Staten eerder al de nodige coulance hebben betracht en dat bezwaarde zich niet aan de opgerekte begunstigingstermijn heeft gehouden. De Awb-adviescommissie vindt het kostenverhaal op bezwaarde terecht. Gedeputeerde Staten worden geadviseerd om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en niet over te gaan tot toekenning van een vergoeding van proceskosten. Het advies wordt opgevolgd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Awb-bezwaarschrift van 4 januari 2018 ongegrond te verklaren;
  2. het bestreden besluit van 26 oktober 2017 in stand te laten;
  3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb- adviescommissie van PS en GS van 22 maart 2018.

20 Samenwerkingsovereenkomst Doelen overige wateren met waterschappen

SAMENVATTING:

Om te komen tot de vaststelling door de provincie Utrecht van ecologische doelen voor oppervlaktewateren buiten de waterlichamen van de Kaderrichtlijn Water (KRW), zijn afspraken nodig met de vier waterschappen over het kader waarbinnen zij de afleiding van ecologische doelen in de overige wateren kunnen toepassen. Daarmee wordt bereikt dat de doelen van de vier waterschappen op transparante manier zijn afgeleid en ook onderling vergelijkbaar zijn. Het kader wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Het kader is in een gezamenlijk traject tot stand gekomen, waarbij ook de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland en Gelderland zijn betrokken, omdat de waterschappen in meer dan één provincie liggen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met de vier Utrechtse waterschappen om de uitgangspunten voor de vaststelling van doelen overige wateren vast te leggen;
  2. de “Samenwerkingsovereenkomst Doelen overige wateren” vast te stellen;
  3. Gedeputeerde de mw Pennarts-Pouw te mandateren om de samenwerkingsovereenkomst namens GS te ondertekenen.

25 Communicatie

Geen opmerkingen.

27 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 22 mei 2018,

voorzitter,

secretaris,