Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 12-06-2018

05 Kadernota 2019-2022 en voorjaarsnota 2018

SAMENVATTING:

De kadernota 2019-2022 is de opmaat voor de begroting 2019. Nieuwe ontwikkelingen en kaders die van belang zijn voor de begroting 2019 zijn opgenomen. Ook nieuwe financiële voorstellen voor de begroting 2019 zijn opgenomen. De in de kadernota 2019-2022 opgenomen voorstellen passen binnen de beschikbare begrotingsruimte in de begroting van 2019 en verder. Daarnaast is ook de eerste voortgangsrapportage over 2018 opgenomen, de voorjaarsnota 2018. Ook hiervoor geldt dat de opgenomen voorstellen passen binnen het beschikbare budget in 2018.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de kadernota 2019-2022 en voorjaarsnota 2018 vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten;
  2. het concept Statenvoorstel Kadernota 2019-2022 en voorjaarsnota 2018 vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten;
  3. de portefeuillehouder te machtigen in de Kadernota 2019-2022 en voorjaarsnota 2018 en het bijbehorende statenvoorstel tekstuele wijzigingen aan te brengen en daarmee de eindredactie te verzorgen.

06 Vaststellen Nota kapitaalgoederen Mobiliteit 2018.

SAMENVATTING:

De Nota Kapitaalgoederen Mobiliteit 2018 geeft inzicht in de structurele budgetbehoefte voor instandhouding van de provinciale infrastructuur en het tramvervoersysteem. Daarmee wordt de bijdrage van de bestaande infrastructuur aan gestelde doelen voor doorstroming, veiligheid en leefbaarheid duurzaam geborgd. De doelen zijn afgeleid van het Mobiliteitsprogramma 2019 - 2023 dat tegelijk met de Nota Kapitaalgoederen 2018 door Provinciale Staten wordt vastgesteld.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Nota Kapitaalgoederen Mobiliteit 2018 vast te stellen;
  2. het statenvoorstel ‘Vaststellen Nota Kapitaalgoederen Mobiliteit 2018’ vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

07 Nota kapitaalgoederen bedrijfsvoering

SAMENVATTING:

De provincie Utrecht is eigenaar en beheerder van een grote hoeveelheid kapitaalgoederen die behoren tot de bedrijfsvoering, zoals gebouwen, ICT-middelen, dienstauto’s e.d. Om het beheer en onderhoud zo goed mogelijk uit te voeren en te anticiperen op toekomstige vervangingen van de kapitaalgoederen, is er behoefte aan meer inzicht in langjarig beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen. Hoe we deze kapitaalgoederen op de lange termijn beheren en onderhouden, is vastgelegd in de Nota kapitaalgoederen bedrijfsvoering. In deze nota staat beschreven welke kapitaalgoederen de provincie Utrecht bezit, op welk kwaliteitsniveau ze in stand worden gehouden en hoeveel geld hiervoor nodig is tot en met het jaar 2028.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten:

  1. Besluiten de concept Nota kapitaalgoederen bedrijfsvoering vast te stellen;
  2. Besluiten het statenvoorstel vast te stellen, waarmee de concept nota ter vaststelling wordt voorgelegd aan PS.

08 Statenvoorstellen Financiële en controleverordening

SAMENVATTING:

De eisen met betrekking tot administratie en controle zijn tot op heden opgenomen in hoofdstuk 4 van de Verordening interne zaken provincie Utrecht 2004. Dit hoofdstuk voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Om deze redenen is een separate financiële en controleverordening opgesteld. De verordeningen vormen het kaderstellend raamwerk voor de uitgangspunten van het financieel beleid en beheer, voor de inrichting van de financiële organisatie, het onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur en de controle hierop.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het statenvoorstel Financiële verordening provincie Utrecht vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten;
  2. het statenvoorstel Controleverordening provincie Utrecht vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

09 Jaarrekeningen 2017 en ontwerpbegrotingen 2019 van recreatieschappen Stichtse Groenlanden, Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied en Plassenschap Loosdrecht e.o. en Recreatie Midden Nederland

SAMENVATTING:

De provincie Utrecht was in 2017 deelnemer in de recreatieschappen Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied (UHVK), Stichtse Groenlanden (SGL) en Plassenschap Loosdrecht (LSD) en uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden Nederland (RMN). Daarbij was ze subsidiënt van recreatieschap Vinkeveense Plassen (VVP). De deelnemers krijgen de jaarrekening 2017 ter reactie toegestuurd. In 2019 zal de provincie deelnemer zijn in de recreatieschappen SGL en LSD en uitvoeringsorganisatie RMN. De ontwerpbegrotingen 2019 worden ter zienswijze aan de deelnemers gestuurd. Geadviseerd wordt om voor de ontwerpbegrotingen 2019 van SGL en LSD een zienswijze in te dienen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de ontwerpjaarrekening, Kadernota 2019-2022 en de ontwerpbegroting 2019 van recreatieschap Stichtse Groenlanden, de begrote stijging van onze deelnemersbijdrage en de hiervoor vanaf 2019 structureel benodigde verhoging van het budget recreatieschappen met € 159.000;
  2. de zienswijzen op de begrotingen van de recreatieschappen Stichtse Groenlanden en Plassenschap Loosdrecht e.o. vast te stellen;
  3. het statenvoorstel vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten en de financiële consequenties van de besluiten mee te nemen bij de integrale afwegingen bij de kadernota 2018.

10 Concept integriteitsplan provincie Utrecht 2018-2021

Commissaris geeft aan dat er een kleine commissie is opgericht om zaken in beweging te krijgen. Moeizaam proces. Zaken moeten zichtbaar gemaakt worden. Het betreft een eerste stap, zeker geen eindstuk. Communicatieadviseur Hoogveld merkt op dat het b-stuk vrij verdedigend is in tegenstelling tot het plan van aanpak, dat een vrij intrinsieke motivatie kent. Gedeputeerde Maasdam vraagt zich hoe het stuk zich verhoudt tot dossier Dolderseweg? Gedeputeerde Pennarts mist een concrete aanpak m.b.t. de ambtelijke organisatie. Het is vrij instrumenteel en weinig intentioneel. Gedeputeerde van den Berg vraagt aandacht voor een check op de escalatielijnen. Welk proces wordt doorlopen? Daarnaast vraagt hij aandacht voor de relatie met Verbonden Partijen: wat betekent het als we daar iets aantreffen?

Besluit:

Het plan wordt aangehouden en komt terug vóór de vakantie.

11 Aanleg kruispunt N224-Hoevelaar

SAMENVATTING:

De gemeente Woudenberg ontwikkelt ten oosten van de bestaande kern het plan Hoevelaar met maximaal 925 woningen. De gemeente en provincie willen Hoevelaar ontsluiten via een nieuw aan te leggen kruispunt met verkeerslichten op de provinciale weg N224. Conform het veroorzakerprincipe komen de kosten voor aanleg van het kruispunt voor rekening van de gemeente Woudenberg, ook is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering. De provincie draagt financieel bij aan o.a. de realisatie van haltekommen voor de bus.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. akkoord te gaan met aanleg van een nieuw kruispunt met verkeerslichten op de N224 ter hoogte van hectometer 15,5 door de gemeente Woudenberg;
  2. een bedrag van € 218.000,- bij te dragen ten behoeve van de realisatie van haltekommen voor de bus, verbreding van een fietspad en het opheffen van enkele in-/uitritten en deze bijdrage ten laste te brengen van het budget SMPU Verkenningen;
  3. de bij de gemeente Woudenberg in rekening te brengen afkoopsom voor het beheer en onderhoud tot en met 2041 vast te stellen op € 344.000,- excl. BTW;
  4. het jaarlijks exploitatiebudget voor beheer en onderhoud (vast plus variabel) vanaf 2042 op te hogen met € 16.100,- excl. BTW;
  5. de brief aan de gemeente Woudenberg met als onderwerp ‘Aanleg kruispunt N224-Hoevelaar’ vast te stellen en te verzenden;
  6. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

13 Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2018

SAMENVATTING:

Voor de transitie van BRU naar de provincie Utrecht zijn eind 2014 kaders afgesproken. Eén daarvan is dat de meerjarenbegroting van voormalig BRU inclusief meerjarenprogramma’s gerespecteerd blijven tot 2020. Eén van die meerjarenprogramma’s is het Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV). Het bevat de subsidies/projecten die onderdeel zijn van de (deel)programma’s Wegen & Verkeer en Infrastructurele maatregelen OV. Dit programma dient jaarlijks te worden vastgesteld om zodoende subsidiebeschikkingen voor projecten te kunnen verlenen. Per project is de uitvoerende partij aangegeven, en is aangegeven welk subsidiebedrag is gereserveerd en welke subsidiepercentages en/of maximale subsidiebedragen van toepassing zijn. In het RUVV 2018 zijn projecten opgenomen die al in de meerjarenraming waren opgenomen voor het jaar 2018 en doorgeschoven projecten uit 2017. Na vaststelling van het RUVV 2018 kunnen voor de projecten subsidiebeschikkingen worden afgegeven. De gemeenten dienen hiervoor per project een aanvraag in.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV) 2018 vast te stellen;
  2. het subsidieplafond voor het RUVV 2018 vast te stellen op € 36,65 mln;
  3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

14 Afhandeling motie M049A veilig verkeer Utrecht

SAMENVATTING:

Op 6 november 2017 hebben Provinciale Staten de motie M049A Veilig Verkeer Utrecht aangenomen waarin wordt gevraagd naar een “versnellingsagenda verkeersveiligheid’. De gevraagde versnellingsagenda bestaat uit:

A. Versnellingsmaatregelen vanaf 2019 (nieuwe Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid 2019-2023):

  1. Stimuleringsregeling gemeentelijke infrastructuur;
  2. Verdubbelen bereik van educatie en voorlichting De voorgestelde extra maatregelen en de financiering ervan (totaal 2,5 miljoen per jaar extra ten opzichte van het huidige programma) zijn meegenomen in het voorstel voor de update van het Mobiliteitsplan. B. Versnellingsacties 2017-2018 binnen het huidige Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid 2015-2018. De Staten hebben in haar motie gevraagd onderzoek te doen naar de oorzaak van de toename van het aantal ongevallen. Landelijk worden de oorzaken onderzocht. De trend in de ontwikkeling van het aantal ongevallen en de oorzaken daarvan wijkt in de provincie Utrecht niet af van landelijke trends. Samen met enkele ziekenhuizen is in Utrecht een pilot gestart om meer inzicht te verkrijgen in de oorzaken van ongevallen. Verder staan in de motie constateringen met de betrekking tot de oversteekbaarheid en verkeersdruk in de kern Woudenberg en het oplossen van verkeersveiligheidsknelpunten. De provincie heeft de knelpunten in beeld. De bestaande knelpunten worden meegenomen in de trajectaanpak. Concrete maatregelen op provinciale wegen zijn de aanleg van rotondes (2018) en het besluit tot de plaatsing van twee trajectcontrolesystemen (2019) door het Openbaar Ministerie.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de voorgestelde invulling van de gevraagde ‘versnellingsagenda verkeersveiligheid’;
  2. de statenbrief vast te stellen en aan Provinciale Staten toe te zenden.

15 Globale Nulmeting Fiets 2017

SAMENVATTING:

Op 5 september 2016 is Realisatieplan Fiets 2016-2020 vastgesteld. Dit uitvoeringsprogramma bevat €30,75 mln. om de doelstellingen vergroten van het fietsgebruik en het op orde brengen van het Regionaal fietsnetwerk waardoor scholen, werklocaties en knooppunten veilig, vlot en comfortabel bereikbaar zijn, te behalen. Om de doelstellingen uit het Realisatieplan te monitoren heeft de provincie in 2017 een monitoringsplan laten opstellen. Concreet betekent dit dat er aan de hand van ruim 20 indicatoren een jaarlijkse monitoring plaats kan vinden. Op 23 oktober 2017 is het plan aan de commissie MME gepresenteerd met de belofte in het voorjaar van 2018 Provinciale Staten te informeren over de 0-meting. De Globale nulmeting fiets 2017 is inmiddels uitgevoerd en kan aan Provinciale Staten worden toegestuurd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten kennis te nemen van de globale nulmeting fiets 2017 en de statenbrief met Globale nulmeting fiets 2017 aan Provinciale Staten toe te sturen.

16 Nota reserves en voorzieningen provincie Utrecht 2018

SAMENVATTING:

Voor u ligt de nieuwe nota reserves en voorzieningen 2018. In artikel 12, lid 5 van de Financiële verordening provincie Utrecht 2018 staat dat we minimaal één keer in de vier jaar een nota over reserves en voorzieningen uit moeten brengen. Met deze nota, een herziening van de vorige nota uit 2014, willen we voldoen aan deze verplichting. De nota is een aanvulling op het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), waarin vooral definities en verslaggevingsvereisten staan. In deze nota vindt u terug hoe wij als provincie Utrecht met onze reserves en voorzieningen willen omgaan en hoe wij er voor zorgen dat een voorziening wordt ingesteld als dat nodig is en dat er - net als bij de reserves - genoeg, maar ook niet te veel geld in wordt gestopt.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

1, de nota reserves en voorzieningen 2018 in concept vast te stellen; 2. het statenvoorstel vast te stellen en hiermee de nota reserves en voorzieningen 2018 voor besluitvorming aan te bieden aan PS.

16A Vaststellen Uitvoeringsverordening subsidie Realisatieplan Fiets provincie Utrecht

SAMENVATTING:

Met het vaststellen van de Uitvoeringsverordening subsidie Realisatieplan Fiets provincie Utrecht kan de provincie sneller, eenduidiger en eenvoudiger bijdragen aan activiteiten die de doelstellingen van Realisatieplan Fiets ondersteunen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten op grond van de Algemene Subsidieverordening provincie Utrecht de Uitvoeringsverordening subsidie Realisatieplan Fiets provincie Utrecht vast te stellen en de Statenbrief aan Provinciale Staten ter kennisneming toe te sturen.

17 Voortgang geothermie

SAMENVATTING:

Het Rijk heeft aangegeven dat het gebruik van aardgas in Nederland uitgefaseerd gaat worden. In de Energieagenda is voor de verduurzaming van de warmtevoorziening een grote rol voorzien voor geothermie. Op dit moment hebben twee consortia een project ontwikkeld om de mogelijkheden voor geothermie in de provincie Utrecht te onderzoeken en er is concreet zicht op financiering om de eerste onderzoeksstappen te kunnen zetten. Energieleverancier ENGIE zal namens de twee consortia een opsporingsvergunning voor geothermie in de provincie Utrecht aanvragen bij het ministerie van EZK. PS worden geïnformeerd over de voortgang van de Utrechtse projecten voor conventionele respectievelijk ultradiepe geothermie en de resultaten van het onderzoek naar de mogelijkheden voor Europese subsidie. In de Kadernota 2018 wordt een begrotingssubsidie van € 137.500,- voor ultradiepe geothermie opgenomen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de bijdrage van € 137.500,- voor bodemonderzoek ultradiepe geothermie aan ENGIE en dit te verstrekken als begrotingssubsidie;
  2. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

18 Statenbrief concept Ruimtelijk-economische strategie

SAMENVATTING:

De Ruimtelijk-economische Strategie voor de provincie Utrecht+ (RES) is in concept gereed. Deze is opgesteld met actieve inbreng van vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen. Deze partners kunnen reageren op dit concept. Via de Statenbrief wordt de concept-RES ook ter kennisneming aangeboden aan Provinciale Staten.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de concept-Ruimtelijk-economische Strategie voor de Utrecht+;
  2. de statenbrief vast te stellen en deze met de concept-Ruimtelijk-economische Strategie ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

19 Trade en Invest Utrecht Region – Strategie, organisatie en werkplan

SAMENVATTING:

Om ook in de toekomst tot de top van Europa te blijven behoren, is het van het grootste belang nieuwe banen te creëren. Dat gebeurt onder meer door het bevorderen van internationale handel (= Trade) en het aantrekken en behouden van buitenlandse bedrijven (= Invest). Door op deze gebieden samenwerking te zoeken met gemeenten en andere relevante organisaties in de regio wordt versnippering tegengegaan en krachtiger naar buiten getreden. Om die samenwerking verder te professionaliseren, hebben gemeenten Amersfoort en Utrecht en provincie Utrecht een gezamenlijk plan geformuleerd. Activiteiten naar aanleiding van de verhuizing van de European Medicines Agency (EMA) zijn onderdeel van dit plan.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het plan Trade en Invest – Strategie, organisatie en werkplan 2018 vast te stellen;
  2. de benodigde aanvullende dekking voor 2018 van € 115.000,- te betrekken bij de integrale afweging omtrent de Kadernota 2018;
  3. de statenbrief ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

20 MKB-samenwerkingsagenda 2018-2019

SAMENVATTING:

De MKB-samenwerkingsagenda 2018-2019 bevat acties en afspraken tussen het ministerie van EZK, provincies en MKB-Nederland/Topsectoren ter ondersteuning van het (innovatieve) MKB. Onderwerpen die aan bod komen zijn: innoveren, starten en valoriseren, digitaliseren, onderwijs-arbeidsmarkt, dienstverlening, internationaliseren en financieren. In de komende periode zullen ook afspraken gericht op het brede MKB in de agenda worden opgenomen alsmede afspraken die voortkomen uit de landelijke tafels voor o.a. klimaat- en energie (inclusief circulaire economie), onderwijs-arbeidsmarkt en het hernieuwde Topsectorenbeleid. Er rust een embargo op de tekst van de MKB-samenwerkingsagenda 2018-2019 totdat deze naar de Tweede Kamer wordt gezonden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de MKB-samenwerkingsagenda 2018-2019 vast te stellen;
  2. Gedeputeerde Appelman van de provincie Flevoland te mandateren de MKB-samenwerkingsagenda 2018-2019 mede namens de provincie Utrecht te ondertekenen;
  3. de statenbrief MKB-samenwerkingsagenda 2018-2019 ter informatie toe zenden aan Provinciale Staten zodra het embargo op de tekst van de MKB-samenwerkingsagenda is opgeheven.

21 Ontwerpinpassingsplan ‘N411 Bunnik’

SAMENVATTING:

De provincie werkt aan de reconstructie van de N411 Utrecht-Bunnik omdat dit tracé behoort tot een weggedeelte waar naar verhouding veel ernstige ongevallen plaatsvinden. De herinrichting van het tracé op het grondgebied van de gemeente Utrecht kan uitgevoerd worden binnen de kaders van het ter plaatse vigerende bestemmingsplan. Herinrichting van een deel van het tracé dat op het grondgebied van de gemeente Bunnik ligt, is in strijd met het vigerende bestemmings-plan. Daarom is een juridisch planologische aanpassing nodig. Voor realisatie van deze reconstructie wordt nu een inpassings-plan voorbereid. Deze keus om voor noodzakelijke aanpassingen van provinciale wegen een inpassingsplan te maken is vastgelegd in de Mobiliteitsvisie Provincie Utrecht 2014-2028. Op 27 maart jl. heeft GS ingestemd met de inhoud van het voorontwerpinpassingsplan en besloten om het wettelijk vooroverleg te starten. Naar aanleiding van de ontvangen reacties is het ontwerpinpassingsplan opgesteld.Gedeputeerde Staten geven met dit besluit het voorliggende ontwerpinpassings-plan vrij voor de formele terinzageleggingsprocedure.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de inspraakreactienota voorontwerp- inpassingsplan N411 Bunnik;
  2. conform artikel 3.8 Wro het ontwerpinpassingsplan N411 Bunnik zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMR0.9926.IP0504N411Bunnik-OW01 vast te stellen en met ingang van 20 juni 2018 gedurende zes weken ter inzage te leggen;
  3. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

22 Doorontwikkeling economisch ecosysteem in de regio Utrecht

SAMENVATTING:

De regio Utrecht heeft een krachtige economie en is een van de meest competitieve regio’s van Europa. Om deze sterke positie te behouden, is het noodzakelijk om het regionaal economisch ecosysteem te versterken. Onderzoek laat zien dat het systeem versnipperd is en dat er behoefte is aan extra business development capaciteit, een groter fondsvermogen en het versterken van strategische relaties met het Rijk en InvestNL (nieuwe nationale investeringsbank). Het is noodzakelijk om te beschikken over een krachtige uitvoeringsorganisatie. Met de start van Invest NL begin 2019, de oprichting van een Healthy Urban Living Fonds, het aflopen van de Strategische Agenda van de EBU in 2020 en het aantreden van nieuwe colleges in de gemeenten, is er urgentie maar ook een natuurlijk moment om het proces te starten om te komen tot een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) die optimaal past in de regionale situatie. Stip op de horizon is dat de ROM op uiterlijk 1 januari 2020 operationeel is.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. een gezamenlijk proces te starten met de gemeenten Utrecht, Amersfoort en Hilversum en het Rijk om op uiterlijk 1 januari 2020 te kunnen beschikken over een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) in de regio Utrecht.;
  2. de statenbrief ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

23 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende omgaan met afval van windmolens en zonnepanelen en geluid van warmtepompen

SAMENVATTING:

De PVV heeft statenvragen gesteld over het omgaan met afval afkomstig uit afgedankte windmolens (composieten) en zonnepanelen (cadmium) en over de geluidhinder van warmtepompen. In de beantwoording wordt duidelijk dat de provincie geen bevoegdheid heeft in het stellen van producteisen en voldoende vertrouwen heeft in (de verdere ontwikkeling van) het huidige systeem van afvalinzameling en verwerking.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Dercksen van de PVV vast te stellen en te verzenden.

24 Horizon Utrecht 2050

SAMENVATTING:

In de Horizon Utrecht 2050 wordt beschreven hoe de fysieke leefomgeving in de provincie Utrecht er in 2050 uitziet. Basis voor de Horizon zijn een trendanalyse en de inbreng die via een breed participatietraject is opgehaald. Voor het opstellen van onze provinciale Omgevingsvisie is de Horizon Utrecht 2050 een goed hulpmiddel. De Horizon geeft een richtpunt voor ons beleid en maakt helder wat de kansen, opgaven en dilemma’s zijn. De Horizon schetst een provincie Utrecht in 2050 met een duurzaam evenwicht tussen groei en leefbaarheid in een blijvend grote diversiteit aan steden, dorpen en landschappen. De groei in inwoners, economie en mobiliteit heeft een plek gekregen en de opgaven voor energietransitie, klimaatverandering en gezondheid hebben we van een Utrechts antwoord voorzien. Utrecht heeft een groene, gezonde en slimme woon-, werk- en leefomgeving die goed is voor mens, plant en dier.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de ‘Horizon Utrecht 2050’;
  2. de statenbrief Horizon Utrecht 2050 vast te stellen en met de ‘Horizon Utrecht 2050’ ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

25 Vaststelling ontwerp Beheerplan Natura 2000 Kolland & Overlangbroek

SAMENVATTING:

Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht wordt gevraagd het ontwerp Beheerplan Natura 2000 Kolland & Overlangbroek en het Handhavingsplan vast te stellen, conform artikel 2.3 van de wet Natuurbescherming. Het Natura 2000-gebied ligt in de Provincie Utrecht en het ontwerp Beheerplan is na een lang gebiedsproces tot stand gekomen. Na vaststelling kan de procedure van openbare tervisielegging van het ontwerp Beheerplan starten.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten het ontwerp Beheerplan Natura 2000 Kolland & Overlangbroek en het Handhavingsplan vast te stellen en te starten met de tervisieleggingsprocedure.

26 Vervallen

-

27 Bezwaar Firma de Rooij-van Walbeek-Kroon

SAMENVATTING:

Met het besluit van GS op 3 maart 2015 is het Collectief BeheerPlan (CBP) 2015 vastgesteld. Dit besluit is de basis voor de subsidieverlening in het kader van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) voor agrarisch natuurbeheer. De Firma de Rooij-van Walbeek-Kroon heeft bezwaar gemaakt tegen dit CBP. De Firma is van mening dat de oppervlaktes van de percelen in dit plan te klein zijn opgenomen. De commissie adviseert het bezwaar ongegrond te verklaren en het bestreden besluit in stand te laten.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Bezwaarschrift van 15 april 2015 ongegrond te verklaren;
  2. het bestreden besluit van 3 maart 2015 in stand te laten;
  3. geen vergoeding van proceskosten toe te kennen;
  4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

28 Beslissing op een bezwaarschrift naar aanleiding van een verleende ontheffing voor het innemen van een ligplaats met een open vaartuig te De Hoef

SAMENVATTING:

Bij besluit van 3 januari 2018 heeft GS op grond van de ‘Verordening Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017’ ontheffing verleend voor het onder voorschriften en beperkingen innemen van een ligplaats met het open vaartuig ‘De Verliefd’ op de locatie De Hoef Oostzijde 22 in De Hoef.

Tegen dit besluit heeft bezwaarmaker op 7 februari 2018 bezwaar aangetekend en naar aanleiding van dit bezwaar heeft er op 12 april 2018 een hoorzitting plaatsgevonden bij de Awb-adviescommissie van PS en GS.

Vervolgens heeft de Awb-adviescommissie van PS en GS op 26 april 2018 geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren, niet over te gaan tot een proceskostenvergoeding, bezwaarmaker daarvan schriftelijk in kennis te stellen en voor de motivering daarvan te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van GS en PS.

De reden om te adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren, is erin gelegen dat de Awb-adviescommissie van PS en GS tot de conclusie is gekomen dat GS, gelet op de ter plaatse aanwezige natuurwetenschappelijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden, in redelijkheid de ontheffing heeft verleend.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het bezwaarschrift naar aanleiding van hun besluit van 3 januari 2018 ongegrond te verklaren;
  2. niet over te gaan tot een proceskostenvergoeding;
  3. het bestreden besluit van 3 januari 2018 in stand te laten;
  4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering daarvan, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, te verwijzen naar het advies van 26 april 2018 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.

29 Inzet Leegstandsverordening tegen winkelleegstand

SAMENVATTING:

Voorgesteld wordt antwoord te geven op de vraag ex. art. 47 van het Reglement van Orde van mw. Noorderbos dd. 17 mei 2018 over de inzet van de leegstandverordening in tegen winkelleegstand (d.d.17-05-2018). Het betreft een vervolgvraag n.a.v. de uitvoering van de motie 8: 'Zet leegstandverordening in tegen winkelleegstand' die bij de vaststelling van de Retailvisie dd. 5 februari 2018 is aanvaard. In de toelichting geeft mevrouw Noorderbos aan dat de motie naar tevredenheid is uitgevoerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het statenlid Noordenbos vast te stellen en te verzenden.

30 Awb-bezwaarschrift tegen opgelegde last onder dwangsom vanwege overtredingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in Bunnik

SAMENVATTING:

In 2015 start een groen(afval)verwerkingsbedrijf in Bunnik zonder vergunning een bedrijf. In 2016 geeft de gemeente Bunnik alsnog een omgevingsvergunning af. Eind 2016 breidt het bedrijf - weer zonder vergunning - haar bedrijfsactiviteiten verder uit. In 2017 volgt een last onder dwangsom met als eis: ontmanteling van de nieuwe buitenopslagplaats van houtsnippers en verwijdering van de illegaal gebouwde houtbeluchtingsinstallatie. Zowel het bedrijf als omwonenden tekenen hiertegen bezwaar aan. Het bedrijf vindt de last onder dwangsom veel te ver gaan. De omwonenden vinden juist van niet. Uiteindelijk voldoet het bedrijf aan de last. De omwonenden handhaven hun bezwaren. Volgens de Awb-adviescommissie treffen de bezwaren van de omwonenden geen doel, deels ook omdat het bedrijf inmiddels aan de last heeft voldaan. Gedeputeerde Staten worden geadviseerd om de bezwaren ongegrond te verklaren en geen vergoeding van proceskosten toe te kennen. Het advies wordt opgevolgd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Awb-bezwaarschrift tegen de op 18-12-2017 opgelegde last onder dwangsom ongegrond te verklaren;
  2. het bestreden besluit van 18-12-2017 in stand te laten;
  3. geen vergoeding van proceskosten toe te kennen;
  4. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb- adviescommissie van PS en GS van 17 april 2018.

31 Vaststelling Jaarrapportage Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2017

SAMENVATTING:

Het externe veiligheidsbeleid is gericht op het beperken van risico’s op calamiteiten met gevaarlijke stoffen waarbij doden vallen bij risicobronnen zoals bedrijven, transport van gevaarlijke stoffen over weg, water, spoor en door buisleidingen. In 2015 is door Provinciale Staten het Provinciaal Uitvoerings-programma 2015-2018 vastgesteld waarin wordt gewerkt aan een goede uitvoering van externe veiligheidsregelgeving door gemeenten en de provincie. De rapportage geeft aan dat de uitvoering van externe veiligheid goed is geborgd in de regionale uitvoeringsdiensten. Regel-geving wordt standaard toegepast in de vergunningverlening aan bedrijven, en in ruimtelijke plannen. Er is een provincie-dekkend gemeentelijk routenet voor gevaarlijke stoffen. Een aandachtspunt voor externe veiligheid is nog steeds het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor in de provincie Utrecht. Er gaat meer vervoer over het spoor dan wettelijk is toegestaan. In 2017 was dit overigens beduidend minder dan in 2016 als gevolg van herroutering van 1450 lpg wagens buiten de provincie Utrecht om en omdat de Betuweroute in 2017 meer beschikbaar was. Het Rijk werkt aan maatregelen om ervoor te zorgen dat vervoer van gevaarlijke stoffen weer past binnen de wettelijk vastgestelde risicoruimte.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de Jaarrapportage Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2017 vast te stellen.

34 Communicatie

Geen opmerkingen.

36 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 19 juni 2018,

voorzitter,

secretaris,