Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 06-11-2018

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 30 oktober 2018

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

05 Slotwijziging 2018

SAMENVATTING:

Met de slotwijziging wordt de lopende begroting aangepast. Het bevat alleen technische wijzigingen, voornamelijk kasritme wijzigingen waarbij de niet bestede middelen worden verrekend met bestemmingsreserves.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van Slotwijziging 2018;
  2. het Statenvoorstel vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

06 Tankstations Maarsbergen buiten scope plaatsen en benodigd aanvullend krediet spooronderdoorgang

SAMENVATTING:

In het ontwerptraject van de spooronderdoorgang N226 Maarsbergen zijn door het Q-team aanpassingen aan de scope voorgesteld. Eén van de adviezen is om de rotonde niet naar het noorden te verplaatsen, op de locatie van de twee tankstations, maar naar het westen. Dit advies wordt overgenomen. Het verwijderen of verplaatsen van de tankstations aan de Woudenbergseweg valt daarmee buiten de scope van de spooronderdoorgang, het is een aparte opgave in Maarsbergen. In samenwerking met de gemeente is een Plan van Aanpak Tankstations opgesteld voor het verwijderen van de tankstations. Provincie en gemeente hebben het commitment uitgesproken deze opgave gezamenlijk uit te voeren. De provincie maakt € 25.000,- vrij voor het uitwerken van het Plan van Aanpak Tankstations, onder voorwaarde dat de gemeente Utrechtse Heuvelrug eenzelfde bedrag bijlegt. Door aanpassingen in de scope, indexatie en marktwerking en een veranderde wijze van ramen binnen de provincie valt het totaal benodigd budget nu hoger uit dan in 2016 geraamd. GS besluit een extra krediet van € 13,2 mln beschikbaar te stellen voor de realisatie van de spooronderdoorgang N226.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. € 25.000,- vrij te maken uit het Mobiliteitsbudget voor het uitvoeren van het Plan van Aanpak Tankstations, onder voorwaarde dat de gemeente Utrechtse Heuvelrug eenzelfde bedrag bijlegt;
  2. PS voor te stellen een aanvullend krediet van € 13,2 miljoen beschikbaar te stellen uit de investeringsruimte in het Mobiliteitsplan;
  3. het Statenvoorstel vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

07 Rijnbrug

SAMENVATTING:

Uit onderzoek is gebleken dat een wegprofiel op de brug met 2 rijstroken per richting in combinatie met in- en uitvoegers bij de aansluiting met de N225 (de knoop) voor de middellange termijn de beste oplossing is voor een toekomstbestendige doorstroming. Hierdoor wordt de afstroom van zowel de N233 en de N225 sterk verbeterd en blijft deze ook in de toekomst goed. Bij het kruispunt van de N233 met de Achterbergsestraatweg is een fietstunnel inpasbaar. De rotonde Geertesteeg is al eerder aangepast naar een dubbelstrooksrotonde. Met dit voorstel wordt aan Provinciale Staten gevraagd het krediet ter beschikking te stellen om deze oplossing te realiseren.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de voorkeursvariant van een nieuw brugdek op de Rijnbrug met een 2x2 wegprofiel inclusief fietspaden aan beide zijden, in de wetenschap dat de provincie Gelderland ten zuiden van de brug tot aan Kesteren (N320) het wegprofiel uitbreidt naar een 2x2;
  2. het statenvoorstel Rijnbrug waarin hiervoor een aanvullend krediet van € 28,8 miljoen en een krediet voor de fietstunnel van € 5,0 miljoen wordt voorgesteld, vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

08 Statenvoorstel 2e partiële herziening PRS en PRV (Herijking 2016)

SAMENVATTING:

Met de 2e partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016) en 2e partiële herziening Provinciale Ruimtelijke Verordening (Herijking 2016) worden het provinciale ruimtelijke beleid en provinciale ruimtelijke regels voor 4 onderwerpen gewijzigd. Het gaat om een aantal kleinschalige uitbreidingen van bestaande bedrijventerreinen, wijziging van de begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland in het Binnenveld en de Molenpolder, beleid en regels t.a.v. geitenhouderijen en een aantal beleidsneutrale (technische) wijzigingen van de PRV. Op basis van de binnengekomen zienswijzen / opmerkingen over de ontwerpen zijn beide herzieningen waar nodig aangevuld, verhelderd en aangescherpt.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de concept 2e partiële herziening Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016), zoals vervat in de bestandenset met planidentificatienummer NL.IMRO.9926.SV1812PRSph2-OW02, vast te stellen;
  2. de concept 2e partiële herziening Provinciale Ruimtelijke Verordening (Herijking 2016), zoals vervat in de bestandenset met planidentificatienummer NL.IMRO.9926.SV1812PRVph2-OW02, vast te stellen;
  3. het statenvoorstel vast te stellen, en met de concept 2e partiële herziening Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016), de concept 2e partiële herziening Provinciale Ruimtelijke Verordening (Herijking 2016) en de concept Nota van Beantwoording toe te zenden aan Provinciale Staten;
  4. de portefeuillehouder RO te mandateren tot het aanbrengen van redactionele wijzigingen in de onder beslispunten 1, 2 en 3 genoemde documenten.

09 Vaststelling Inpassingsplan Kantoren

SAMENVATTING:

Het voorliggende besluit voorziet in de vaststelling van het inpassingsplan ‘Inpassingsplan Kantoren’, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de Thematische Structuurvisie Kantoren 2016-2027 (TSK). Op het ontwerp inpassingsplan (PIP) zijn 15 zienswijzen ingediend. In de Nota van beantwoording Zienswijzen inclusief staat van wijzigingen Inpassingsplan Kantoren (NZ) vindt beantwoording daarvan plaats. Provinciale Staten (PS) hebben op 7 en 14 december 2016 de betrokken gemeenteraden gehoord. Voorgesteld wordt het PIP aan te bieden aan Provinciale Staten, zodat gewijzigde vaststelling in december kan plaatsvinden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de ‘nota van beantwoording zienswijzen inclusief staat van wijzigingen inpassingsplan ‘Kantoren’’ vast te stellen;
  2. het inpassingsplan ‘Inpassingsplan Kantoren’ met planidentificatie NL.IMRO.9926.IP1606Kantoren-VA01 in elektronische vorm, ter vaststelling aan Provinciale Staten aan te bieden;
  3. het statenvoorstel vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten.

10 Koersdocument Omgevingsvisie en Omgevingsverordening en ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de milieueffectrapportage

SAMENVATTING:

In 2020 gaat de provincie Utrecht een Omgevingsvisie en Omgevingsverordening vaststellen. Om inhoudelijk richting te geven, willen de huidige Provinciale Staten voor het einde van dit jaar een Koersdocument vaststellen. Daarmee bieden zij inzicht in de ambities en keuzes die zij voorstaan om ervoor te zorgen dat het ook in 2050 goed wonen, werken en leven is in de provincie Utrecht. Ook bevat het Koersdocument informatie over de wijze van opstellen van Omgevingsvisie en Omgevingsverordening in 2019. Daarnaast is een ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) opgesteld t.b.v. de milieueffectrapportage (m.e.r.) voor de Omgevingsvisie. Deze notitie is de formele aankondiging van de start van de m.e.r. procedure en vormt de basis voor het raadplegen van betrokken instanties en voor inspraak.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Statenvoorstel ‘Koersdocument Omgevingsvisie en Omgevingsverordening en ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de m.e.r. van de Omgevingsvisie’ vast te stellen en met de betreffende documenten ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten;
  2. de portefeuillehouder te machtigen in het Koersdocument, de Ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau en bijbehorende statenvoorstel eventuele tekstuele wijzigingen aan te brengen en daarmee de eindredactie te verzorgen.

12 Laten vervallen artikel 10. lid 4 van de gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

SAMENVATTING:

De deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. wordt gevraagd in te stemmen met het laten vervallen van artikel 10, lid 4 van de gemeenschappelijke regeling (GR), waarin wordt bepaald dat besluiten van het Plassenschap Loosdrecht die algemeen verbindende voorschriften inhouden, door de deelnemers worden gepubliceerd. Het dagelijks bestuur heeft besloten een eigen publicatieblad in te stellen, waarmee het publiceren door de deelnemers onnodig wordt en lid 4 van artikel 10 dient te vervallen. Aangezien besluiten ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling zowel door GS als PS moeten worden genomen, wordt dit besluit door middel van een Statenvoorstel voorgelegd aan PS.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met het voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling van het Plassenschap Loosdrecht met betrekking tot het laten vervallen van artikel 10, lid 4 van de gemeenschappelijke regeling van het Plassenschap Loosdrecht, waarin wordt bepaalt dat besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden door de deelnemers worden gepubliceerd;
  2. Provinciale Staten op grond van artikel 1, tweede lid Wgr toestemming te vragen om de gewijzigde regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. aan te gaan;
  3. na verkregen toestemming als bedoeld onder 2 te besluiten om de gewijzigde gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. te treffen;
  4. het statenvoorstel vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

13 Statenvoorstel wijziging waterverordeningen Vallei en Veluwe en Rivierenland

SAMENVATTING:

De Waterverordeningen Vallei en Veluwe en Rivierenland worden op een aantal punten gewijzigd om te voldoen aan de gewijzigde Waterwet. Ook vindt er een actualisatie en een aantal technische wijzigingen plaats.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten het Statenvoorstel vast te stellen en met het ontwerpbesluit tot wijziging van de Waterverordening waterschap Vallei en Veluwe en het ontwerpbesluit Rivierenland ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

14 Concept Visie Bodemdaling provincie Utrecht 2018

SAMENVATTING:

De Visie Bodemdaling beschrijft de ambitie en rol van de provincie Utrecht voor de aanpak van bodemdaling in de veengebieden tot 2030 en een doorkijk tot 2050. Het is een bouwsteen voor de Omgevingsvisie. De ambitie sluit aan op de voorlopige klimaatafspraken van het Rijk. Voorgesteld wordt een gebiedsgedifferentieerde aanpak en samen met andere partijen te komen tot onderstaande een driedeling in onbebouwd gebied:

• het huidige beleid voortzetten; • bodemdaling gematigd remmen; • bodemdaling sterk remmen in aan te wijzen knikpuntgebieden. Daarnaast wordt in de Omgevingsvisie bepaald waar een intensieve aanpak in het bebouwd gebied nodig is en komt er een programma wat voorziet in uitvoering op korte termijn.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Concept Visie Bodemdaling voor de provincie Utrecht 2018 vast te stellen;
  2. het Statenvoorstel vast te stellen en ter besluitvorming tezamen met de Concept Visie Bodemdaling toe te zenden aan Provinciale Staten;
  3. de portefeuillehouder Water te machtigen tot het aanbrengen van tekstuele en redactionele wijzigingen.

15 Aanleg bermverharding bij groot onderhoud N229

SAMENVATTING:

In 2019 wordt er groot onderhoud uitgevoerd aan delen van de hoofdrijbaan van de provinciale weg N229 tussen kilometer 9,7 en 18,1 in de gemeenten Bunnik en Wijk bij Duurstede. In het kader van de trajectaanpak wordt voorgesteld om bij dit groot onderhoud aan beide zijden van de weg bermverharding aan te leggen. De aanwezigheid van bermverharding vergroot de vergevingsgezindheid van een weg: automobilisten die om welke reden ook met hun voertuig deels buiten de rijbaan komen krijgen de kans veilig hun koers te corrigeren. Hiermee kunnen ongevallen worden voorkomen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. bij het groot onderhoud aan delen van de hoofdrijbaan van de N229 tussen 9,7 en 18,1 aan beide zijden bermverharding aan te leggen;
  2. investeringskrediet ter beschikking te stellen van € 615.000,-;
  3. de jaarlijkse kapitaallasten van €20.500,- te dekken uit de beschikbare investeringsruimte Wegen opgenomen in het Mobiliteitsprogramma;
  4. de statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

16 U Ned: stand van zaken

SAMENVATTING:

Op 22 november is het Bestuurlijke Overleg Meerjarenprogramma lnfrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) tussen regio en Rijk. lnzet voor het BO MIRT is het maken van vervolgafspraken voor het programma U Ned. U Ned is het gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma waarin Rijk en Regio samenwerken om de verstedelijkings- en mobiliteitsopgave in samenhang op te pakken.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de stand van zaken t.a.v. U Ned: het concept Startdocument voor een verkenning (2030) en het concept plan van aanpak voor een MIRT Onderzoek Wonen, Werken, Bereikbaarheid en Leefbaarheid in de metropoolregio Utrecht;
  2. de statenbrief vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten.

17 Voortgangsrapportage VERDER januari 2018

SAMENVATTING:

Het programmabureau VERDER rapporteert jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van het programma. Op 14 september 2018 heeft het Utrechts Verkeer en Vervoer Beraad (UVVB) de voortgangsrapportage VERDER januari 2018 vastgesteld.

Uit deze voortgangsrapportage blijkt dat het regionale programma goed op gang is. Voor 102 (deel)maatregelen zijn financiële middelen beschikbaar gesteld. Er zijn inmiddels 50 (deel)projecten gereed.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de voortgangsrapportage VERDER januari 2018;
  2. de Statenbrief vast te stellen en met de voortgangsrapportage VERDER januari 2018 ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

18 Zienswijze ontwerp Tracébesluit A28 A1 knooppunt Hoevelaken

SAMENVATTING:

Rijkswaterstaat werkt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu aan verbreding van de A1 en A28 bij knooppunt Hoevelaken. Op 4 oktober is het ontwerp-Tracébesluit (OTB) ter inzage gelegd dat in de provincie Utrecht met name voorziet in de verbreding van de A1 en A28, een ruimer komvormig knooppunt en parallelstructuren. In de reactie wordt het OTB ondersteund en wordt het Rijk verzocht om in het kader van het Tracébesluit:

  • onderzoek te doen naar de haalbaarheid van de plaatsing van zonnepanelen binnen de contouren van het knooppunt;
  • het pakket aan bovenwettelijke geluidsmaatregelen verder te optimaliseren;
  • de nu in studie zijnde ontsluitingsweg Vathorst West in het Tracébesluit zoveel als mogelijk te faciliteren;
  • in afwachting van de ontsluitingsweg Vathorst West de aansluiting van de A1 op de N199 (vanuit oostelijke richting) niet aan te passen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de brief met als onderwerp “zienswijze OTB A28/A1 knooppunt Hoevelaken" vast te stellen en te verzenden aan de directie Participatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu;
  2. de statenbrief vast te stellen en de zienswijze als bijlage bij de statenbrief ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

19 Beantwoording motie 76, de vaart in dataverzameling en analyse

SAMENVATTING:

Bij de behandeling van het mobiliteitsprogramma in PS op 12 juli 2018 is motie 76, de vaart in dataverzameling en analyse, ingebracht en aangenomen. Met dit B-stuk en hierbij behorende statenbrief wordt geschreven dat in Q3 van 2019 een overzicht is opgesteld voor PS. Dit overzicht gaat inzicht geven in de veelheid en complexiteit van data die gebruikt worden bij het nemen van maatregelen op mobiliteitsgebied en de uitvoering van infradiensten.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. akkoord te gaan met het aanleveren van een overzicht van data welke gebruikt worden bij het nemen van beslissingen op mobiliteitsgebied en de uitvoering van infradiensten in Q3 van 2019;
  2. de statenbrief vast te stellen en ter kennisname toe te zenden aan PS.

20 Voortgang organisatieontwikkeling provincie Utrecht

SAMENVATTING:

In juni is in de commissie BEM toegezegd, mede naar aanleiding van de wisselingen in de rol van provinciesecretaris/algemeen directeur, dat dit najaar de voortgang in de organisatieontwik-keling zou worden aangegeven. Inmiddels is de vaart weer in dit proces gebracht. Zoals eerder gedeeld zijn er een aantal stevige zorgen, met name over de vraag in hoeverre de basisprocessen op orde zijn; in hoeverre er gewerkt wordt vanuit een heldere en breed gedeelde visie; en of er voldoende een cultuur is van verantwoordelijkheid nemen. Deze vraagstukken waren ook door de vorige directie al onderkend, maar de daarvoor ingezette reorganisatie was door een aantal omstandigheden in een impasse geraakt. Met de Statenbrief wordt PS geinformeerd over de achtergronden daarvan en de wijze waarop die impasse is doorbroken. Daarnaast worden op hoofdlijnen een aantal maatregelen geschetst die inmiddels binnen de organisatie zijn getroffen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de voortgang van de organisatieontwikkeling;
  2. de statenbrief (inclusief bijlage) vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

21 Beantwoording schriftelijke vragen van de heer P. A. van Leeuwen van de SGP, mevrouw drs. J. P. d’Hondt van de PvdA en de heer drs. C. J. van Kranenburg van de CU betreffende de spooronderdoorgang N226 Maarsbergen

SAMENVATTING:

Op 15 oktober jongsleden zijn door de heer P. A. van Leeuwen van de SGP, mevrouw drs. J. P. d’Hondt van de PvdA en de heer drs. C. J. van Kranenburg van de CU schriftelijke vragen gesteld over de spooronderdoorgang N226 Maarsbergen naar aanleiding van een presentatie van het Q-team over zijn bevindingen. De vragen gaan over de inhoud van de opdracht van het Q-team en over zijn werkwijze, over de participatie van inwoners van Maarsbergen en over vervolgstappen in het project.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het RvO van de statenleden de heer P. A. van Leeuwen van de SGP, mevrouw J. P. d’Hondt van de PvdA en de heer C. J. van Kranenburg van de CU over de spooronderdoorgang N226 Maarsbergen vastte stellen en te verzenden.

22 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende onderzoeksjournalistiek

SAMENVATTING:

De SGP fractie heeft vragen gesteld over het belang van onderzoeksjournalistiek in de regio en of het College bereid is om met RTV Utrecht te overleggen of zij meer willen investeren in onderzoeksjournalistiek op provinciaal niveau en welke middelen zij daarvoor nodig hebben. Onderzoeksjournalistiek is van belang voor een goed functionerende democratie. De omroepen hebben redactionele autonomie en maken eigen keuzes wat betreft inzet van mensen en middelen. Sinds 2014 zijn provincies niet meer verantwoordelijk voor de bekostiging van de regionale omroep. Het Rijk heeft recent 5 miljoen euro extra ter beschikking gesteld voor het stimuleren van onderzoeksjournalistiek, vooral voor lokale en regionale media. De provincie heeft geen beleid, capaciteit en middelen om met RTV Utrecht het gesprek te voeren over onderzoeksjournalistiek. Indien de Staten de wens hebben om op provinciaal niveau in te zetten op het stimuleren van onderzoeksjournalistiek, zullen ze budget ter beschikking moeten stellen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Van Leeuwen van SGP betreffende Onderzoeksjournalistiek vast te stellen en te verzenden.

23 Voortgangsrapportage taakstelling huisvesting vergunninghouders 2017 (tweede helft) – 2018 (eerste helft)

SAMENVATTING:

Het Rijk legt aan gemeenten per half jaar een taakstelling op voor de huisvesting van vergunninghouders. Gedeputeerde Staten houden interbestuurlijk toezicht (IBT) op de voortgang van de realisatie van deze taakstelling en rapporteren hierover door middel van een voortgangsrapportage aan Provinciale Staten. Deze voortgangsrapportage is een aanvulling op de toezichtgegevens die via de IBT-kaart op de provinciale website worden gepubliceerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de voortgangsrapportage huisvesting vergunninghouders 2017 (tweede helft) – 2018 (eerste helft) vast te stellen;
  2. de statenbrief vast te stellen en met de voortgangsrapportage ter informatie te zenden aan Provinciale Staten.

24 Impuls coöperatieve energiesector in de provincie Utrecht

SAMENVATTING:

Er is een aanpak ontwikkeld om energiecoöperaties te ontwikkelen en te ondersteunen. Daarmee kunnen lokale energie coöperaties versneld meer grotere duurzame energie projecten (meer dan 1 MW) realiseren en komen makkelijker in aanmerking voor het landelijk ontwikkelfonds van minister Wiebes.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

25 MKB beleid 2.0.

SAMENVATTING:

Het economisch beleid van de provincie Utrecht richt zich op ruimtelijke economie, internationalisering, innovatie en aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt. Deze onderdelen richten zich ook op het MKB. Het onderdeel dat in het beleid ontbreekt, is het ondersteunen van het brede MKB in hun bedrijfsvoering en levensvatbaarheid. In principe zijn dit vraagstukken waar het MKB zelf voor aan de lat staat, maar in sommige situaties kan het zinvol zijn dat de overheid bijspringt. In de MKB Visie (een eerste aanzet) wordt de huidige inzet van de provincie en toekomstige mogelijkheden geschetst. De komende maanden zal deze eerste aanzet in samenwerking met PS uitwerkt worden tot concreet beleid gericht op het MKB.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de statenbrief MKB visie (een eerste aanzet) en de notitie MKB Visie (een eerste aanzet) vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

26 Beantwoording schriftelijke vragen ex. Art 47 RvO aan het college van GS, gesteld door de heer R. Dercksen van de PVV-fractie betreffende zonneakker Hoevelaken

SAMENVATTING:

De VVD fractie heeft schriftelijke vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten of zij bij Rijkswaterstaat kunnen vragen of het mogelijk is om zonnepanelen toe te passen bij het nieuwe knooppunt Hoevelaken. De PVV fractie vraagt, naar aanleiding van deze vragen, hoeveel subsidie er bij zo’n project bij komt kijken en of het college bereidt is om onderzoek te doen voordat de zonnepanelen geplaatst worden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid Dercksen van de Partij voor de Vrijheid betreffende zonneakker Hoevelaken vast te stellen en te verzenden.

27 Openstellingsbesluiten POP3-regeling voor Jonge Landbouwers 2018 en voor Niet productieve investeringen water 2018

SAMENVATTING:

GS besluiten om twee POP3-regelingen open te stellen; 1. voor Jonge Landbouwers (JOLA) tussen 3 december 2018 en 8 februari 2019 met een subsidieplafond van € 400.000 en 2. voor Niet productieve investeringen water tussen 3 december 2018 en 15 februari 2019 met een subsidieplafond van € 3.560.000. De JOLA-regeling is de vierde openstelling waarmee we jonge landbouwers willen stimuleren om duurzaam te investeren in hun bedrijf. In deze openstelling bestaat de investeringslijst uit 26 categorieën. De regeling is bedoeld om de aanschaf van modernere installaties en machines te stimuleren. De modernisering moet bijdragen aan verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap/ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit. Met de openstelling Niet productieve investeringen water kunnen voor het (landbouw-)bedrijf niet rentabiliteit verhogende investeringen die gericht zijn op een verbeterde waterkwaliteit van waterlichamen, gesubsidieerd worden. Het betreft hier investeringen voor oppervlaktewaterlichamen die zijn aangewezen voor waterkwaliteit verbeterende maatregelen met het oog op de Europese Kaderrichtlijn water (KRW). Waterschappen leveren de cofinancieringsbijdrage.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de openstellingsbesluiten voor de regeling POP3 Jonge Landbouwers 2018 én voor de regeling POP3 Niet-productieve investeringen water 2018 vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal blad.

28 Informeren van Provinciale Staten over de stand van zaken rond diffuus lood in de bodem en onderzoek daarnaar op kinderspeelplaatsen

SAMENVATTING:

Als onderdeel van het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant (PUB) 2016-2020 is in de voortgangsrapportage van 1 september 2018 aandacht besteed aan de voortgang met betrekking tot diffuus lood in de bodem. Op basis van een eerdere inventarisatie start de provincie binnenkort met bodemonderzoek op ca.95 kinderspeelplaatsen in 9 gemeenten binnen de aandachtsgebieden. Met bijgevoegde brief en bijlage worden Provinciale Staten hierover geïnformeerd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. kennis te nemen van de loodverwachtingenkaart en de risico’s die hieruit naar voren komen;
  2. een onderzoek te laten uitvoeren naar 95 kinderspeelplaatsen;
  3. in overleg met Odru, RUD en de betrokken gemeenten vast te stellen bij welke kinderspeelplaatsen maatregelen nodig zijn;
  4. de statenbrief vast te stellen en te versturen.

29 Vaststelling Beleidsregel openbaarmaking handhavingsbesluiten Brzo en Rie(4)-bedrijven provincie Utrecht

SAMENVATTING:

Net als Gedeputeerde Staten van Noord-Holland willen ook Gedeputeerde Staten van Utrecht wat betreft (zeer) risicovolle bedrijven transparanter zijn over resultaten van toezicht en handhaving door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Zij willen informatie daarover publiekelijk delen. In de praktijk blijkt namelijk dat transparantie een belangrijke bijdrage levert aan beter naleefgedrag. Handhavingsinformatie bekend maken moet juridisch en procedureel zorgvuldig gebeuren. In navolging van de provincie Noord-Holland stellen Gedeputeerde Staten daartoe de ‘Beleidsregel openbaarmaking handhavingsbesluiten Brzo en Rie(4)-bedrijven provincie Utrecht’ vast. Als uitgangspunt is het kader van de Wet openbaarheid van Bestuur als uitgangspunt aangehouden. Op basis van de nieuwe beleidsregel zal de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied telkens in aangegeven gevallen een besluit nemen over publicatie van naleefgedrag en prestaties van de 13 Utrechtse (zeer) risicovolle bedrijven.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de ‘Beleidsregel openbaarmaking handhavingsbesluiten Brzo en Rie (4)-bedrijven provincie Utrecht’ vast te stellen;
  2. de beleidsregel te publiceren in het Provinciaal Blad;
  3. Provinciale Staten via de statenbrief op de hoogte te stellen van de onder beslispunt 1 genoemde beleidsregel.

30 Afhandeling motie 74: gezonde leefomgeving voor bewoners Zuilense Ring

SAMENVATTING:

In motie 74 (gezonde leefomgeving voor bewoners Zuilense Ring) hebben Provinciale Staten het College van Gedeputeerde gevraagd om geluidshinder en luchtkwaliteit in de wijken rond de Zuilense Ring, inclusief de effecten van de geplande aanpassing van de NRU, te onderzoeken en indien nodig te verkennen welke maatregelen kunnen worden getroffen. Na uitgebreid overleg met de Buren van de Zuilense Ring heeft RoyalHaskoning/DHV het onderzoek uitgevoerd.

Uit het luchtonderzoek blijkt dat de concentraties Stikstofdioxide NO2, fijn stof (PM10, PM2,5) en roet (EC) na aanpassing van de NRU lager zullen zijn dan in 2018. Er vindt in 2030 ter hoogte van de woningen nergens overschrijding van WHO-advies waarden voor NO2, (PM10 en PM2,5 ) plaats. De aangepaste aansluiting van de A2 op de Zuilense Ring, ter hoogte van de woningen leidt niet tot een waarneembare toename van de concentraties. Uit het geluidonderzoek blijkt dat in de situatie na opwaardering van de NRU de toename van het geluid nergens meer is dan 1,5 dB. Daarmee is er wettelijk gezien geen verplichting om maatregelen te treffen. Het aantal woningen met een geluidsbelasting van 61 dB of meer neemt toe van 6 naar 22. In het rapport zijn de effecten van het terugbrengen van de maximumsnelheid tot 80 km/u, het plaatsen en of ophogen van geluidschermen en het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt onderzocht.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. motie 74 (Gezonde leefomgeving voor bewoners Zuilense Ring) af te handelen en aan te kondigen dat bij de volgende onderhoudsronde van de Zuilense Ring geluidsreducerend asfalt wordt aangebracht op dat deel van de weg waar dit nog niet ligt;
  2. de Statenbrief vast te stellen en het onderzoeksrapport “Omgevingskwaliteit Zuilense Ring, Geluidhinder en luchtkwaliteit langs de Zuilense Ring” toe te zenden aan Provinciale Staten en aan de Buren van de Zuilense Ring;
  3. Portefeuillehouder mandaat te geven om inhoudelijke en tekstuele aanpassingen te doen in het B-stuk en de statenbrief. De eventuele inhoudelijke aanpassingen zullen in de GS vergadering van 6 november met het college worden afgestemd.

31 Bestuursakkoord klimaatadaptatie

SAMENVATTING:

Afgelopen jaar heeft laten zien dat weersextremen steeds vaker optreden. Het Rijk, VNG, UvW en IPO voeren maatregelen uit om schade en ontwrichting door deze weersextremen als gevolg van klimaatverandering te beperken. Via het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie en de Nationale Adaptatie Strategie werken partijen hieraan. Zoals opgenomen in het Interbestuurlijk Programma zou ook een bestuursakkoord klimaatadaptatie opgesteld worden. Op 20 november hebben het Rijk, VNG, UvW en IPO het voornemen om deze bestuursovereenkomst te ondertekenen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. akkoord te gaan met het bestuursakkoord klimaatadaptatie;
  2. de heer B.J. de Reu in zijn hoedanigheid als IPO-bestuurder te machtigen om het bestuursakkoord klimaatadaptatie mede namens de provincie Utrecht te ondertekenen;
  3. IPO te vragen in te zetten op een verbreding van de aanpak van klimaatadaptatie-maatregelen bij de uitwerking van het bestuursakkoord en tevens te vragen om een evaluatie van het voorafgaande proces tot de bestuursovereenkomst.

32 Herbenoeming dijkgraaf waterschap Vallei en Veluwe

SAMENVATTING:

De ambtsperiode van de dijkgraaf mevrouw Klip-Martin van het waterschap Vallei en Veluwe loopt op 1 maart 2019 af. Mevrouw Klip heeft zich beschikbaar gesteld voor een tweede termijn. Het algemeen bestuur van het waterschap heeft ingestemd met de herbenoeming van mevrouw Klip. Voorgesteld wordt de aanbeveling van het algemeen bestuur te ondersteunen en deze door te zenden naar de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. De brief aan de Minister zal door provincie Gelderland mede namens Utrecht verstuurd worden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten GS van Gelderland te verzoeken de brief in bijlage 1 mede namens GS van Utrecht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te zenden.

33 Beantwoording schriftelijke vragen mevrouw Hoek partij 50PLUS betreffende: Bodemverontreiniging Benzeen door gaslekken

SAMENVATTING:

Partij 50 Plus heeft een nadere toelichting gevraagd op de brief van Netbeheer Nederland. Uit onderzoek op 16 locaties in Nederland is gebleken dat op 5 locaties rond een klein gaslek te veel aan benzeen is aangetroffen. Bij de reparatie van een dergelijk lek kan het benzeen vrijkomen en mogelijk een risico vormen voor medewerkers die regelmatig de reparatie uitvoeren en herhaaldelijk blootgesteld worden aan verontreinigde grond. De benzeenverontreiniging vormt geen risico voor de veiligheid en gezondheid van het publiek aldus de Netbeheerders. De 5 locaties zijn niet gelegen binnen het grondgebied van de provincie Utrecht maar deze situatie kan zich ook voordoen binnen de provincie Utrecht. De netbeheerders zijn inmiddels met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het IPO en VNG in overleg. De verwachting is dat vóór 1 november 2018 afspraken zijn gemaakt voor een eenduidige landelijke aanpak van de reiniging van met benzeen verontreinigde grond bij langdurig kleine gaslekken. Over de uitkomsten zullen wij u nader berichten. De netbeheerders kunnen als veroorzakers van deze verontreinigingen worden aangesproken als het gaat om een ernstig geval van bodemverontreiniging. Onder de Omgevingswet hebben gemeenten voldoende instrumenten om bij ontwikkeling van locaties te zorgen dat niet op deze verontreinigde gronden wordt gebouwd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid M. Hoek van de Partij 50PLUS betreffende Bodemverontreiniging Benzeen door gaslekken, vast te stellen en te verzenden.

34 Beantwoording schriftelijke vragen mevrouw T. Noordenbos van de SP-fractie over geothermie (aardwarmte)

SAMENVATTING:

Naar aanleiding van de statenbrief voortgang aardwarmte en de beantwoording van technische vragen, ter informatie toegezonden in Cie MME op 8 oktober jl., heeft mevrouw T. Noordenbos van de SP-fractie vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over geothermie. In de reactie worden de vragen beantwoord.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex. Art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het statenlid Noordenbos van de SP over geothermie vast te stellen en te verzenden.

38 Communicatie

Geen opmerkingen.

40 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 13 november 2018,

voorzitter,

secretaris,