Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 05-06-2018

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 29 mei 2018

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

05 Kadernota 2019-2022 en voorjaarsnota 2018

SAMENVATTING:

De kadernota 2019-2022 is de opmaat voor de begroting 2019. Nieuwe ontwikkelingen en kaders die van belang zijn voor de begroting 2019 zijn opgenomen. Ook nieuwe financiële voorstellen voor de begroting 2019 zijn opgenomen. De in de kadernota 2019-2022 opgenomen voorstellen passen binnen de beschikbare begrotingsruimte in de begroting van 2019 en verder. Daarnaast is ook de eerste voortgangsrapportage over 2018 opgenomen, de voorjaarsnota 2018. Ook hiervoor geldt dat de opgenomen voorstellen passen binnen het beschikbare budget in 2018.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de kadernota 2019-2022 en voorjaarsnota 2018 vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten;
  2. het concept Statenvoorstel Kadernota 2019-2022 en voorjaarsnota 2018 vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten;
  3. de portefeuillehouder te machtigen in de Kadernota 2019-2022 en voorjaarsnota 2018 en het bijbehorende statenvoorstel tekstuele wijzigingen aan te brengen en daarmee de eindredactie te verzorgen.

06 Vaststellen Mobiliteitsprogramma 2019-2023

SAMENVATTING:

Het Mobiliteitsplan van de provincie Utrecht bestaat uit een Mobiliteitsvisie met een horizon tot 2028 en een Mobiliteitsprogramma dat is geoperationaliseerd tot 2018 met een doorkijk naar 2028. Met de update wordt het Mobiliteitsplan geoperationaliseerd voor de periode 2019 tot en met 2023. Dit plan vormt daarmee het beleidskader voor onze inzet op bereikbaarheid voor de gehele provincie Utrecht.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Mobiliteitsprogramma 2019-2023 en de daarbij behorende Nota van beantwoording vast te stellen;
  2. het statenvoorstel “Vaststellen Update Mobiliteitsplan” vast te stellen en ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

07 Eerste kwartaalrapportage Werkend tramvervoersysteem

SAMENVATTING:

Om inzicht te krijgen in de voortgang van de Uithoflijn is ervoor gekozen om ieder kwartaal een rapportage te leveren over alle aspecten van het werkend tramvervoersysteem. Dit betreft de werkzaamheden van de projectorganisatie, de gemeente Utrecht (stationsgebied) en de provincie Utrecht (exploitatie en beheer). De eerste kwartaalrapportage is nu gereed. In de bijbehorende Statenbrief wordt ingegaan op actuele ontwikkelingen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Kwartaalrapportage Werkend Tramvervoersysteem Q1 vast te stellen;
  2. kennis te nemen van de second opinion van Procap op het aanvullende budget Uithoflijn;
  3. de statenbrief vast te stellen en met de second opinion toe te zenden aan Provinciale Staten.

08 Afhandeling moties en toezegging Uithoflijn

SAMENVATTING:

In het Statendebat van 12 februari 2018 zijn bij de behandeling van het voorstel voor extra budget en het door PS zelf geagendeerde auditrapport, diverse moties aangenomen. De eerste motie ziet toe op het opnieuw onderhandelen met de gemeente Utrecht over de kostenverdeling. De Allonge die hierop toeziet wordt binnenkort voorgelegd aan beide Colleges. Een tweede motie draagt op de gemeenteraad aansprakelijk te stellen voor eventuele schade die voortvloeit uit het openbaren van het auditrapport. Hiertoe stuurt het College een brief aan de gemeente Utrecht. De laatste motie vraagt het college nut en noodzaak van de Adviesraad Tram te heroverwegen. De meerwaarde van de Adviesraad wordt voldoende geacht om voortzetting van de Adviesraad te rechtvaardigen. Tot slot is een toezegging gedaan om frequenter te rapporteren over de voortgang van de Uithoflijn. Dit wordt vormgegeven met een integrale kwartaalrapportage over het werkend tramvervoersysteem.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de brief aan het College van B&W met de vooraankondiging voor de mogelijk aansprakelijkstelling voor de financiële consequenties van het openbaar maken van het auditrapport van Horvat;
  2. in te stemmen met de voorgestelde wijze van afdoening van de overige moties en de voorgestelde invulling van de toezegging;
  3. kennis te nemen van de jaarrapportage Adviesraad Tram 2017 en het meest recente advies over het Verbeterplan;
  4. de statenbrief vast te stellen en met de brief aan Utrecht, de jaarrapportage Adviesraad Tram en het advies over het Verbeterplan aan Provinciale Staten toe te zenden.

09 Nadere overeenkomst met de Combinatie BAM voor project Uithoflijn

SAMENVATTING:

De realisatie van de Uithoflijn is vertraagd. Dit komt door oorzaken waar BAM als aannemer niet voor verantwoordelijk is, maar zij zijn wel genoodzaakt de planning van hun werkzaamheden voor de realisatie van de traminfrastructuur van de Uithoflijn aan te passen. Voor de Herijking van de De realisatie van de Uithoflijn is vertraagd. Dit komt door oorzaken waar BAM als aannemer niet voor verantwoordelijk is, maar zij zijn wel genoodzaakt de planning van hun werkzaamheden voor de realisatie van de traminfrastructuur van de Uithoflijn aan te passen. Voor de Herijking van de Uithoflijn Planning (HUP) heeft de provincie Utrecht als opdrachtgever met BAM afspraken gemaakt over nieuwe mijlpaaldata voor de oplevering van het tracé buiten en binnen het Stationsgebied van Utrecht, en de kostenvergoeding daarvoor.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Nadere Overeenkomst Traminfrastructuur in verband met de Herijking Uithoflijn Planning met BAM vast te stellen inclusief de extra doorlooptijd van het contract Traminfrastructuur en de eenmalige bijdrage aan de door BAM te nemen mitigerende maatregelen indien er zich feiten voor doen waardoor zonder mitigerende maatregelen de data niet gehaald zouden worden;
  2. op de financiële onderdelen van de overeenkomst geheimhouding op te leggen in het kader van Artikel 25, tweede lid van de Provinciewet;
  3. Commissaris van de Koning machtigt gedeputeerde Straat tot het ondertekenen van de Nadere Overeenkomst Traminfrastructuur in verband met Herijking Uithoflijn Planning (HUP).

10 Uitvoeringsagenda Energietransitie

SAMENVATTING:

De voortgang van de uitvoering van de Energietransitie verliep de afgelopen periode via de Jaarrekening. Provinciale Staten hebben gevraagd om een aparte uitvoeringsagenda voor de Energietransitie om hiermee inzicht te krijgen in de voortgang en de ontwikkelingen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de uitvoeringsagenda Energietransitie vast te stellen;
  2. de statenbrief vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

11 Vaststelling Openstellingsbesluit agrarisch natuur- en waterbeheer 2019

SAMENVATTING:

Eind 2015 hebben GS op basis van de Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 (SVNL2016) aan de zeven agrarische collectieven in de provincie Utrecht subsidie verleend voor het uitvoeren van agrarisch natuur- en waterbeheer voor de periode 2016 tot en met 2021. Met het Openstellingsbesluit 2019 wordt, net zoals in voorgaande jaren, aan de agrarische collectieven de mogelijkheid geboden een aanvraag in te dienen voor uitbreiding van de aan hen in 2015 verleende subsidies. Hiermee kunnen de collectieven in de resterende subsidieperiode 2019 tot en met 2021 extra maatregelen uitvoeren.

Het Openstellingsbesluit biedt in het bijzonder de mogelijkheid om extra maatregelen uit te voeren op het gebied van weidevogelbeheer. De extra middelen (€ 1,2 mln.) die het rijk aan de provincie Utrecht voor de jaren 2019 t/m 2021 beschikbaar heeft gesteld om de achteruitgang van de weidevogels te stoppen, worden hiervoor, naast andere middelen, in het Openstellingsbesluit beschikbaar gesteld.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Openstellingsbesluit agrarisch natuur- en waterbeheer 2019 provincie Utrecht, geregistreerd onder nr. 81CE7890, vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal Blad;
  2. Gedeputeerde Maasdam-Hoevers te machtigen kleine aanpassingen aan te brengen in het Openstellingsbesluit.

12 Stimulerende rol provincie Utrecht bij de aanpak van asbest daken

SAMENVATTING:

In de provincie Utrecht ligt nog ca. 4,5 miljoen m2 asbesthoudende dakbedekking bij particulieren en (agrarische) bedrijven. Het materiaal is toegepast tot 1993. Door verwering komen schadelijke asbestvezels vrij. Er komt daarom vanaf 2024 een verbod op asbestdaken. De gemeenten zijn het bevoegd gezag. Het verbod draagt bij aan een gezonde en duurzame leefomgeving en past daarmee in de ambities van de provincie. We dragen daaraan bij door het bevorderen van de samenwerking, het delen van kennis en door voorbeeldprojecten te ondersteunen. Daarmee kan de aanpak van asbest daken worden versneld zodat de saneringen beter worden gespreid en de handhavingslasten voor de gemeenten worden beperkt. De beide omgevingsdiensten spelen daarbij een belangrijke rol. Voor de versnellingsactiviteiten is aanvullend budget nodig. Provinciale Staten nemen daarover met de Kadernota 2018 een besluit.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de stimulerende rol van de provincie in de versnelling van de aanpak van asbest daken vast te stellen onder voorbehoud van besluitvorming in PS van 9 juli 2018 over de Kadernota 2018;
  2. de statenbrief “Stimulerende rol provincie bij de aanpak van asbest daken” vast te stellen.

13 Overdracht rechten en verplichtingen i.v.m. de provinciegrenswijziging Vijfheerenlanden

SAMENVATTING:

Op 1 januari 2019 worden de gemeenten Zederik en Leerdam waarschijnlijk onderdeel van de provincie Utrecht. Op 24 april 2018 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Zederik, Leerdam en Vianen tot de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden en wordt de nieuwe gemeente ingedeeld bij de provincie Utrecht. In juni van dit jaar beslist de Eerste Kamer over het wetsvoorstel. De consequentie van die grenswijziging is dat, volgens de wet Arhi, alle rechten en verplichtingen voor het betrokken gebied van de provincie Zuid-Holland overgedragen worden aan de provincie Utrecht. Om dit proces goed te begeleiden is bij beide provincies een integraal projectteam samengesteld die deze in- en uitvlechting zorgvuldig regelt, Het project is interdisciplinair en raakt alle beleidsvelden van de provincie. De provinciale projectteams werken samen op basis van een bestuurlijke opdracht en planning. In het overleg tussen de twee verantwoordelijke gedeputeerden (Zuid-Holland Baljeu en Utrecht Pennarts-Pouw) van 25 april jl. is een concept bestuurlijke opdracht opgesteld die nu ter besluitvorming van beide colleges voorligt. De samenvatting van die opdracht luidt: Ten behoeve van het proces van in- en uitvlechtingen Vijfheerenlanden wordt een overdracht van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht voorbereid, waarbij een ordentelijke overgang van rechten en verplichtingen zal plaatsvinden en negatieve effecten van de interprovinciale herindeling zoveel als mogelijk worden gemitigeerd. Het resultaat is een gelijkluidend besluit in de colleges van Zuid-Holland en Utrecht over de overdracht van rechten en verplichtingen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de bijgevoegde bestuurlijke opdracht voor het proces van overdracht van de gemeenten Leerdam en Zederik van Zuid-Holland naar Utrecht vast te stellen;
  2. de statenbrief over de overdracht van rechten en verplichtingen van Leerdam en Zederik van Zuid-Holland naar de provincie Utrecht vast te stellen en ter informatie te verzenden aan Provinciale Staten

14 Beantwoording schriftelijke vragen betreffende toegangspoorten en gezichtsherkenningsysteem rond het Henschotermeer

SAMENVATTING:

Provincie Utrecht was deelnemer in het Recreatieschap, dat per 1 januari 2018 is opgeheven. De provincie Utrecht is door de afhandeling hiervan en door haar publieke rol bij Natuurnet Nederland en in de ruimtelijke ordening procedures betrokken bij de ontwikkelingen bij het Henschotermeer

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid mw Noordenbos van de SP en dhr. Suna van de PvdA betreffende rol provincie Utrecht bij de vergunning toegangspoorten en gezichtsherkenning bij het Henschotermeer vast te stellen en te verzenden.

16 Awb-bezwaarschriften tegen o.a. last onder dwangsom in verband met overtreding Wet natuurbescherming

SAMENVATTING:

Een vastgoedmaatschappij stuit bij sloopwerkzaamheden op nesten van vleermuizen en vraagt bij de provincie ontheffing aan om deze nesten te mogen verwijderen. Echter, nog vóórdat het bedrijf de ontheffing binnen heeft, worden er al vleermuisnesten onklaar gemaakt. Met een last onder dwangsom legt de RUD Utrecht het sloopwerk stil. Bezwaarde tekent daartegen bezwaar aan, maar herstelt binnen de termijn wél de vleemuisnesten. Wat later tekent het bedrijf bezwaar aan tegen enkele voorschriften uit de alsnog door Gedeputeerde Staten afgegeven ontheffing. Tijdens de hoorzitting van de Awb-adviescommissie blijkt dat bezwaarde tussentijds alsnog met de bestreden voorschriften heeft ingestemd en de verdere sloopwerkzaamheden heeft uitgesteld tot september 2018. Omdat bezwaarde nu geen procesbelang meer heeft bij de voortzetting van de door haar aangespannen bezwarenprocedure, adviseert de Awb-adviescommissie Gedeputeerde Staten om de bezwaren niet-ontvankelijk te verklaren. Het advies wordt opgevolgd.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Awb-bezwaarschriften van 28 november 2017 en 1 februari 2018 niet-ontvankelijk ter verklaren;
  2. de bestreden besluiten van 24 november 2017 en 1 januari 2018 in stand te laten;
  3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb- adviescommissie van PS en GS van 1 mei 2018.

20 Communicatie

-

22 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 12 juni 2018,

voorzitter,

secretaris,