Openbaar verslag vergadering GS Utrecht 05-02-2019

01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 29 januari 2019

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

04 Financiële bijdrage gemeente in verbreding N233 met ongelijkvloerse kruising bij de Prins Clauslaan in Veenendaal

SAMENVATTING:

In de commissie MME van 28 januari jl. is gevraagd om een tekstuele aanscherping van de hoogte van de financiële bijdrage van de gemeente Veenendaal in de bouwkosten van de ongelijkvloerse kruising bij de Prins Clauslaan. Deze bijdrage van de gemeente wijkt af van de eerder door de staten besloten gevraagde 50%-bijdrage van de gemeente voor de ongelijkvloerse kruising.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. in te stemmen met de tekstuele wijzigingen als verwoord in de bladzijden 4, 12 en 13 in het statenvoorstel als reactie op de vraag vanuit commissie MME van 28 januari 2019;
  2. het bijgevoegde Statenvoorstel vast te stellen en aan te bieden aan Provinciale Staten.

05 Vijfheerenlanden – Aanvulling op het besluit van 8 januari 2019, 81DF89C6, inhoudende het geldend verklaren, vervallen verklaren en wijzigen van voorschriften voor het gebied van de voormalige gemeenten Zederik en Leerdam

SAMENVATTING:

Het op 8 januari 2019 door Gedeputeerde Staten genomen besluit, 81DF89C6, inhoudende het geldend verklaren, vervallen verklaren en wijzigen van voorschriften voor het gebied van de voormalige gemeenten Zederik en Leerdam, vereist een aanvulling van de in artikel 5 lid 2 opgesomde voorschriften die niet per 1 april a.s. geldend worden voor dit gebied. Dit betreft de 2e partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016) en de 2e partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (Herijking 2016) van 10 december 2018.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het ‘Besluit geldend verklaren, wijzigen en vervallen verklaren van voorschriften voor gebied voormalige gemeenten Zederik en Leerdam’, nr. 81DF89C6, als volgt te wijzigen: Aan artikel 5, tweede lid, worden de onderdelen d en e toegevoegd:

d) 2e partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (Herijking 2016) (Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 10 december 2018, PB 2018-9563) e) 2e partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (Herijking 2016) (Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 10 december 2018, PB 2018-9562) 2. het Statenvoorstel (nr. 81DF8AFC) gewijzigd vast te stellen en het gewijzigde voorstel met de toevoeging bij artikel 5, tweede lid, onderdeel d en e inzake de 2e partiële herziening van de PRS en PRV ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten.

06 Bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst Stationsgebied Nieuwegein City 2019

SAMENVATTING:

Op 5 november 2018 hebben PS besloten om ten behoeve van de vernieuwing van het OV-knooppunt in het Stationsgebied van Nieuwegein City het tramtracé ter hoogte van de halte Nieuwegein Stadscentrum in westelijke richting te verleggen. PS stellen hiervoor een bedrag van € 7 miljoen beschikbaar. Daarnaast hebben PS besloten een bedrag van € 1 miljoen bij te dragen ten behoeve van een hoogwaardige en energiezuinige overkapping van het nieuwe busstation. De ontwikkeling van het OV-knooppunt in het algemeen en de verlegging van het tramtracé in het bijzonder kent diverse wederzijdse afhankelijkheden tussen de gemeente Nieuwegein en provincie Utrecht. Om bij de verdere planvorming en realisatie een goede samenwerking tussen de gemeente en provincie te borgen is een Bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst opgesteld.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst 'Stationsgebied Nieuwegein City 2019' vast te stellen en aan te gaan;
  2. de statenbrief met als onderwerp ‘Stand van zaken vernieuwing OV-knooppunt Nieuwegein City’ vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

06 Bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst Stationsgebied Nieuwegein City 2019

SAMENVATTING:

Op 5 november 2018 hebben PS besloten om ten behoeve van de vernieuwing van het OV-knooppunt in het Stationsgebied van Nieuwegein City het tramtracé ter hoogte van de halte Nieuwegein Stadscentrum in westelijke richting te verleggen. PS stellen hiervoor een bedrag van € 7 miljoen beschikbaar. Daarnaast hebben PS besloten een bedrag van € 1 miljoen bij te dragen ten behoeve van een hoogwaardige en energiezuinige overkapping van het nieuwe busstation. De ontwikkeling van het OV-knooppunt in het algemeen en de verlegging van het tramtracé in het bijzonder kent diverse wederzijdse afhankelijkheden tussen de gemeente Nieuwegein en provincie Utrecht. Om bij de verdere planvorming en realisatie een goede samenwerking tussen de gemeente en provincie te borgen is een Bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst opgesteld.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst 'Stationsgebied Nieuwegein City 2019' vast te stellen en aan te gaan;
  2. de statenbrief met als onderwerp ‘Stand van zaken vernieuwing OV-knooppunt Nieuwegein City’ vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

07 Digitale Routekaart voor de informatievoorziening van de Provincie Utrecht: SimCity 2025

SAMENVATTING:

De samenleving digitaliseert snel. Het is aan de provincie Utrecht daarop in te spelen en haar organisatie hierop voor te bereiden. Ook heeft de Provincie de ambitie een opgavegerichte netwerkorganisatie te worden. Voor beide doelen is een proactieve strategie noodzakelijk. De Digitale Routekaart voor de informatievoorziening geeft de richting aan voor de digitale ontwikkeling en de digitale dienstverlening van de provincie Utrecht.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de Digitale Routekaart voor de informatievoorziening van de provincie Utrecht: SimCity2025 vast te stellen;
  2. de statenbrief vast te stellen en de digitale routekaart met statenbrief toe te zenden aan PS.

08 Wob-verzoek RTV Utrecht en Telegraaf betreffende Integisrapport, verzoek tot opheffen geheimhouding

SAMENVATTING:

Op 21 november 2018 en op 10 januari 2019 hebben respectievelijk RTV Utrecht en de Telegraaf met een Wob-verzoek verzocht om het Integisrapport. (RTV Utrecht verzoekt naast het rapport tevens om de niet-openbare documenten die daarbij horen en de daarover gevoerde digitale correspondentie vanaf het moment dat het rapport aan Gedeputeerde Staten is verstrekt.) De documenten bevatten een geheimhouding op grond van de Provinciewet en informatie waaruit de geheime informatie van het Integisrapport te herleiden is en die gevolgen (kunnen) hebben voor het getrouwe beeld van de standen en stromen in de jaarrekening van provincie Utrecht. Dit staat openbaarmaking in de weg. Een Wob-verzoek met het verzoek een geheim document te verstrekken, wordt gezien als verzoek tot opheffing van de geheimhouding. PS zullen daarop moeten aangeven dat ze de geheimhouding al dan niet in stand wensen te houden. Met een Statenvoorstel wordt PS op 18 februari voorgesteld de geheimhouding in stand te houden en daarmee het gevraagde niet te verstrekken aan de Wob-verzoekers.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. vast te houden aan de geheimhouding van het Integisrapport en de Provinciale Staten voor te stellen de geheimhouding in stand te houden;
  2. na de herbevestiging van geheimhouding door de Provinciale Staten het concept Wob-besluit te verzenden aan RTV Utrecht;
  3. het Statenvoorstel vast te stellen en te verzenden aan Provinciale Staten.

09 Beantwoording art 47 vragen betreffende accountantsappreciatie waarde provinciehuis

SAMENVATTING:

In één van de recente debatten heeft de PVV-fractie herhaald verbaasd te zijn geweest over het gegeven dat bij de aankoop van het huidige provinciehuis er geen taxatierapport is opgesteld door een erkend taxateur. Hierover heeft de PVV-fractie vragen gesteld, waarvan twee (van de drie) vragen door de accountant EY zijn beantwoord.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vervolgvragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van dhr. R. Dercksen (PVV) betreffende accountantsappreciatie waarde provinciehuis (d.d. 11-01-2019) vast te stellen en te verzenden.

10 Beslissing op bezwaar inzake het besluit tot vaststelling van verkeersmaatregelen ten behoeve van de verlaging maximumsnelheid tussen Loenen aan de Vecht en Maarssen

SAMENVATTING:

Op 19 juni 2018 hebben Gedeputeerde Staten van Utrecht een besluit genomen tot vaststelling van verkeersmaatregelen ten behoeve van de verlaging van de maximumsnelheid voor alle verkeer op verschillende gedeelten van de provinciale weg N402, Rijksstraatweg en de N403, Bloklaan. Beide gelegen in de gemeente Stichtse Vecht, tussen de provinciale weg N201 in Loenen aan de Vecht en de bebouwde kom Maarssen. Tegen dit besluit zijn bezwaarschriften ingediend. De bezwaren richten zich tegen de onvolledigheid van maatregelen ten behoeve van de verlaging van de maximumsnelheid voor alle verkeer op verschillende gedeelten van de provinciale weg N402. De onafhankelijke Awb-adviescommissie heeft bezwaarmakers tijdens een hoorzitting in de gelegenheid gesteld de bezwaren nader toe te lichten. Deze bezwaren zijn gericht tegen een wegdeel dat niet van toepassing is op het onderhavige verkeersbesluit. Desalniettemin stelt de commissie de bezwaarmakers gedeeltelijk in het gelijk op het punt van belangenafweging ten aanzien van dit tracé. Dit punt wordt in een later stadium, bij de uitvoering van de rest van de reconstructie verder behandeld. Hierdoor blijft het huidige verkeersbesluit in stand.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten; 1. het advies van de bezwaarschriftencommissie betreffende de deels gegrond verklaarde bezwaren voor kennisgeving aan te nemen en bezwaarmakers dienovereenkomstig te informeren; 2. voor een motivering van uw beslissing op het bezwaar, met toepassing van artikel 3:49 van de Awb, voor het overige gedeelte te verwijzen naar dit advies van de commissie; 3. met de bezwaarmakers de dialoog aan te gaan over de wensen van de bezwaarmakers in aanloop naar de geplande aanleg van de rotonde in 2020.

11 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO gesteld door mevrouw A. Poppe namens SP betreffende Syntus

SAMENVATTING:

Naar aanleiding van een artikel in het AD van 10 dec. jl. zijn er door de SP Statenfractie vragen gesteld over de wijze van laden van serviceauto’s van Syntus op de vestiging in Bunnik. Met de antwoorden wordt aangegeven dat het laadprobleem bekend is en alleen speelt bij de Syntus-vestiging in Bunnik. De duurzaamheidsafspraken tussen provincie en Syntus gaan alleen over de inzet van elektrische voertuigen, niet over de wijze van laden. Desalniettemin wordt naar een oplossing gezocht: Syntus zet zich in om het laadprobleem in Bunnik op te lossen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art.47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid A. Poppe van SP betreffende Syntus vast te stellen en te verzenden.

12 Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO gesteld door de heer R. Dercksen namens PVV betreffende vervoersverbod OV

SAMENVATTING:

Naar aanleiding van een artikel in het AD van 9-1-2019 heeft de PVV Statenfractie vragen gesteld over het opleggen van een vervoerverbod aan een reiziger. In de beantwoording wordt toegelicht dat een vervoerbedrijf zelf ook een vervoerverbod kan opleggen. Ook wordt aangegeven dat de provincie de vervoerder niet gaat verplichten vervoerverboden uit te schrijven bij constatering van overtredingen omdat het aan de vervoerder is om te bepalen welke maatregelen zij inzet om de veiligheid te waarborgen.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten de beantwoording van de schriftelijke vragen ex art.47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht van het Statenlid R. Dercksen van PVV betreffende vervoersverbod OV vast te stellen en te verzenden.

13 Ontwikkelingen toerisme in relatie tot mobiliteit

SAMENVATTING:

Toerisme blijft naar alle waarschijnlijkheid in de komende jaren groeien. Dit heeft consequenties voor de bezoeker/bewoner balans. Om er voor te zorgen dat deze balans op orde blijft, is het wenselijk steeds meer de beweging te maken van louter promotie van de bestemming Utrecht naar management van de bestemming. Concreet betekent dit focussen op het spreiden van toeristen in ruimte en tijd, het verlengen van de bezoekduur, productontwikkeling, specifieke doelgroepen en mobiliteit.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten: bijgevoegde notitie “Observaties over toerisme” vast te stellen en samen met de bijgevoegde Statenbrief ter informatie aan PS te sturen.

14 Vaststellen definitief Beheerplan Kolland & Overlangbroek

SAMENVATTING:

Het definitieve Beheerplan Natura 2000 Kolland & Overlangbroek is gericht op behoud en herstel van de biodiversiteit in het Natura 2000-gebied Kolland & Overlangbroek. GS Utrecht zijn bevoegd gezag voor het vaststellen van het definitieve beheerplan, conform artikel 2, vierde lid, van de Natuurbeschermingswet 1998. Het definitieve Beheerplan Natura 2000 Kolland & Overlangbroek is tot stand gekomen na een uitgebreid gebiedsproces in samenwerking met alle belanghebbenden.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten: 1. het definitieve Beheerplan Natura 2000 Kolland & Overlangbroek en bijbehorende Nota van beantwoording vast te stellen en te publiceren; 2. de statenbrief vast te stellen en met het definitief Beheerplan Natura 2000 Kolland & Overlangbroek en de Nota van beantwoording ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

15 Advisering Mijnbouwwet: advies opsporingsvergunningaan-vraag aardwarmte Utrecht

SAMENVATTING:

Op 10 oktober jl. hebben GS van het Ministerie van EZK (hierna: EZK) het verzoek ontvangen om in het kader van de Mijnbouwwet advies te geven over de opsporingsvergunning-aanvraag aardwarmte (geothermie) Utrecht. De aanvraag heeft betrekking op grondgebied van de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden en Zeist. Bij de totstandkoming van dit advies hebben wij de colleges van B&W van bovengenoemde gemeenten en de dagelijkse besturen van Amstel Gooi en VechtWaternet, Hoog-heemraadschap de Stichtse Rijnlanden en Vitens betrokken.

Aardwarmte kan bijdragen aan de transitie naar schone energie en de uitfasering van aardgas. In de regio Utrecht is nog weinig bekend over de potentie van aardwarmte. Daarom zijn GS voorstander van onderzoek naar aardwarmte en in het advies wordt aangeboden mee te denken in het vervolg van het aardwarmteproject. De zoektocht naar aardwarmte vraagt wel om zorgvuldigheid. In het advies zijn daarom ook diverse aandachtspunten opgenomen, die ervoor moeten zorgen dat de opsporing van aardwarmte veilig en verantwoord gebeurt, lokale en regionale regels en belangen worden meegenomen in de opsporingsvergunning (en in de activiteiten die daaruit voortvloeien) en de omgeving zo goed mogelijk in het onderzoek wordt betrokken.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het advies opsporingsvergunningaanvraag aardwarmte Utrecht vast te stellen;
  2. de portefeuillehouder te mandateren het advies, na eventuele tekstuele aanpassingen, namens GS te ondertekenen en verzenden aan EZK;
  3. de statenbrief voortgang aardwarmte vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan Provinciale Staten.

16 Formatieve ondersteuning Montfoort

SAMENVATTING:

In het kader van de financiële ontvlechting van het samenwerk-ingsverband UW (Montfoort-IJsselstein) en de mogelijk kwetsbare startsituatie van Montfoort hebben GS medio oktober 2018 de bereidheid uitgesproken om voor een overbrugbare periode kwalitatieve en formatieve capaciteit beschikbaar te stellen. Thans is gebleken dat de provincie Utrecht niet de benodigde capaciteit kan leveren. In verband hiermee is het voorstel om incidenteel een financiële bijdrage aan Montfoort te verstrekken zodat de gemeente zelf de benodigde capaciteit (i.c. infomatiemanager en adviseur Administratieve Organisatie/ Interne Controle (AO/IC) voor een overbrugbare periode kan inhuren.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten een incidentele financiële bijdrage van maximaal €210.000, - aan Montfoort toe te kennen voor een kwalitatieve en formatieve ondersteuning van de ambtelijke organisatie voor een overbrug-bare periode en de bijdrage enkel aan te wenden voor een informatie-manager en een adviseur AO/IC.

17 Awb-bezwaarschrift tegen verleende TUG-ontheffing voor max. 50 helikopter rondvluchten in Eemnes

SAMENVATTING:

De provincie heeft in 2017 en 2018 aan een helikopterbedrijf ontheffing verleend voor het maken van max. 50 rondvluchten vanaf eenzelfde start- en landingslocatie in Eemnes. Zowel in 2017 als in 2018 is door een 800 meter verderop wonende inwoner van Eemnes tegen de ontheffing bezwaar gemaakt. In 2017 hebben Gedeputeerde Staten de bezwaren ongegrond verklaard. Bezwaarde voert voor 2018 vrijwel identieke bezwaren aan. De Awb-adviescommissie adviseert, net als in 2017, om bezwaarde geen gelijk te geven omdat de verleende provinciale ontheffing alleen betrekking heeft op het starten en landen van de helikopters en niet op eventuele hinder als gevolg van de overvliegbewegingen. De inmiddels uitgewerkte ontheffing voldeed ook voor het overige aan alle formele vereisten. Gedeputeerde Staten besluiten het bezwaarschrift ongegrond te verklaren.

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. het Awb-bezwaarschrift d.d. 26-10-2018 ongegrond te verklaren;
  2. de inmiddels uitgewerkte TUG-ontheffing niet te herroepen;
  3. de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb- adviescommissie van PS en GS van 20 december 2018.

18 Nieuwe beslissing op bezwaar betreffende besluit op Wob-verzoek bouwproject de Kwekerij aan de Koningin Wilhelminalaan in Leersum

SAMENVATTING:

Tegen de beslissing op bezwaar d.d. 24 november 2017 betreffende het GS-besluit tot het gedeeltelijk openbaar maken van informatie betreffende het bouwproject De Kwekerij aan de Koningin Wilhelminalaan in Leersum is beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. Bij tussenuitspraak van 17 december 2018 constateert de rechtbank een gebrek en wordt de provincie de mogelijkheid geboden dit te herstellen onder toepassing van de ‘bestuurlijke lus’ (art. 8:51a Awb).

BESLUIT:

Gedeputeerde Staten besluiten:

  1. de beslissing op bezwaar van 24 november 2017 in te trekken;
  2. het bezwaarschrift deels gegrond te verklaren, ten aanzien van de belangenafweging met betrekking tot het weglakken van de organisatienaam in e-mailberichten (grond 1);
  3. voor de motivering van de beslissing op bezwaar, met toepassing van artikel 3:49 Awb, te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie (gronden 2 t/m 4) en de tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (grond 1).

21 Communicatie

Geen opmerkingen.

23 Rondvraag

Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 12 februari 2019,

voorzitter,

secretaris,