01A Openbaar verslag GS-vergadering d.d. 22 november 2016
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
07* Statenvoorstel vaststellen Beleidskader Binnenstedelijke Ontwikkeling
SAMENVATTING:
Het Statenvoorstel Beleidskader Binnenstedelijke Ontwikkeling is besproken in de Statencommissie RGW op 21 november jl. Naar aanleiding van de in de commissie gestelde vragen en gemaakte opmerkingen, heeft de portfeuillehouder aan de commissie voorgesteld het Beleidskader aan te vullen zodat duidelijker wordt welke activiteiten in het nog op te stellen Uitvoeringsprogramma worden opgepakt. De aanvulling heeft betrekking op Hoofdstuk 5: Doorkijk naar het Uitvoeringsprogramma Binnenstedelijke Ontwikkeling.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het Beleidskader Binnenstedelijke Ontwikkeling in gewijzigde vorm vast te stellen;
- het gewijzigde Statenvoorstel vast te stellen en met het Beleidskader ter besluitvorming toe te zenden aan Provinciale Staten;
- de portefeuillehouder Binnenstedelijke Ontwikkeling te machtigen tot het aanbrengen van wijzigingen in de bij 1. en 2. genoemde stukken.
08* Herindelingsontwerp Vijfheerenlanden
SAMENVATTING:
Voor u ligt het herindelingsontwerp waarin het voorstel om de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik per 1 januari 2019 samen te voegen tot de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden wordt toegelicht en onderbouwd. Het herindelingsontwerp geeft informatie over het herindelingsproces Vijf-Heerenlanden, het onderbouwde verzoek van Leerdam, Vianen en Zederik, en de uitkomsten van het open overleg met (buur) gemeenten en hun relevante samenwerkingspartners. Een wijziging van de provinciegrens is voor deze herindeling noodzakelijk omdat Leerdam en Zederik in de provincie Zuid-Holland liggen en Vianen in de provincie Utrecht. De provinciegrenswijziging is annex aan de breed gedragen fusiewens van de drie gemeenten. Een bestuurlijke meerderheid van de gemeenten ( de raden van Leerdam en Vianen en de drie colleges) hebben een voorkeur voor de provincie Utrecht uitgesproken, de raad van Zederik heeft een voorkeur voor de provincie Zuid-Holland Een provinciewijziging heeft gevolgen voor de Veiligheidsregio’s, Gezondheidsdiensten (GGD) en Omgevings-diensten. Het ontwerp bevat daarom ook informatie over de uitkomsten van de gesprekken met de betrokken organisaties, over hun inschatting van de gevolgen van de provinciegrenswijziging en de weging daarvan voor de provinciekeuze voor de nieuwe gemeente. Een eigen toetsing laat zien dat de voorgestelde herindeling voldoet aan de criteria van het Beleidskader gemeentelijke herindeling van het ministerie van BZK en de provinciale criteria. Daarnaast is de conclusie dat er geen zwaarwegende overwegingen zijn die de provinciekeuze voor Utrecht beletten. De provinciegrenswijziging heeft wel consequenties en deze dienen tijdig en zorgvuldig opgepakt te worden. Daarvoor wordt een procesvoorstel uitgewerkt na vaststelling van het herindelingsadvies.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het herindelingsontwerp Vijfheerenlanden vast te stellen;
- het herindelingsontwerp Vijfheerenlanden te versturen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, PS van Zuid-Holland, de colleges van Burgemeester en Wethouders van Leerdam, Vianen en Zederik, en het bestuur van het waterschap Rivierenland en de benodigde brieven daarvoor vast te stellen;
- het herindelingsontwerp Vijfheerenlanden te versturen aan de besturen die betrokken zijn bij dit herindelingsproces en de benodigde brieven daarvoor vast te stellen;
- de Statenbrief vast te stellen en ter informatie toe te zenden aan PS;
- de portefeuillehouder te mandateren om redactionele wijzigingen in het herindelingsontwerp aan te brengen binnen de context van het GS-besluit.
10 Instellen preventief Arhi-toezicht op de gemeente Vianen n.a.v. herindelingsprocedure Vijfheerenlanden.
SAMENVATTING:
De gemeenten Vianen, Zederik en Leerdam hebben een verzoek ingediend bij de provincies Utrecht en Zuid Holland voor een gemeentelijke herindeling. Inmiddels is door tussenkomst van de minister van BZK onze provincie bezig om het ontwerp herindelingsbesluit voor te bereiden voor besluitvorming. Op grond van artikel 21 van de Wet algemene regels herindeling (Wet Arhi) en gelet op hoofdstuk 4 van het financieel beleidskader 2014 stellen beide provincies voor hun gemeenten het preventief Arhi-toezicht in op het moment dat het ontwerp voor besluitvorming voor herindeling door GS van Utrecht is vastgesteld en ter inzage is gelegd (planning 29 november 2016). Dit om op de weg naar de herindeling toezichtcriteria gelden die ervoor moeten zorgen dat een nieuwe gemeente ontstaat die zo goed als mogelijk een financieel gezonde start kan maken. Dit instrumentarium geeft de bevoegdheid om voor de gemeenten die zijn betrokken bij een herindeling financiële besluiten aan te wijzen, die goedkeuring behoeven. Zowel de provincie Zuid Holland als Utrecht nemen voor hun gemeenten een dergelijk Arhi-besluit wat zal gelden tot de datum van de daadwerkelijke herindeling. Daarna staat de nieuw gevormde gemeente gedurende het eerste jaar standaard onder preventief toezicht . Dit om reden dat de nieuwe gemeente pas per 1 januari van een jaar is gevormd en daardoor niet tijdig de begroting heeft kunnen vaststellen en inzenden. Voorafgaande hieraan is de herindelingsscan opgesteld voor de nieuw te vormen gemeente welke nu ter vaststelling wordt aangeboden.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- in te stellen op grond van artikel 21 van de wet algemene regels herindeling (wet Arhi) het preventief Arhi toezicht op de gemeente Vianen vanaf de datum dat het ontwerp besluit herindeling van de gemeenten Vianen, Zederik en Leerdam is vastgesteld tot de datum van daadwerkelijke herindeling van deze gemeenten;
- vast te stellen het Arhi-protocol alsmede de brief aan de gemeente Vianen waarin is opgenomen de aanwijzing van de goed te keuren besluiten evenals de verdere bestuurlijke procedure rondom het al dan niet goedkeuren van deze financiële besluiten;
- de gedeputeerde financieel toezicht lokale overheden mandaat te verlenen om namens het college van GS de goedkeuringsbesluiten in het kader van het preventief Arhi-toezicht verder af te wikkelen;
- vast te stellen de herindelingsscan Vijfheerenlanden en vrij te geven voor publicatie door BZK.
11 Kader voor doel- en decentralisatie-uitkeringen die wij via de Algemene Uitkering provinciefonds gaan ontvangen.
SAMENVATTING:
In het rapport ‘Redelijk verdeeld’ van de commissie Jansen wordt - naast de vereenvoudiging van het verdeelmodel provinciefonds - voorgesteld om (onder meer) de Brede Doel Uitkering Verkeer en Vervoer en de decentralisatie-uitkering Natuur op te nemen in de Algemene Uitkering provinciefonds. Hiermee wordt de bestedingsvrijheid en -autonomie van provincies beter gefaciliteerd. Dit betekent dat de provincie Utrecht deze middelen naar verwachting vanaf januari 2017 niet langer ‘geoormerkt’ ontvangt, maar als algemene middelen ontvangt via de Algemene Uitkering provinciefonds. Deze beweging maakt het noodzakelijk om afspraken te maken over hoe de provincie Utrecht om wilt gaan met (toekomstig) via de Algemene Uitkering provinciefonds te ontvangen voormalige doel- en/of decentralisatie-uitkeringen. In de eerste plaatst betreft dit de Brede Doel Uitkering Verkeer en Vervoer en de middelen voor Natuur.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het kader ‘‘doel- en decentralisatie-uitkeringen via de Algemene Uitkering provinciefonds’’ vast te stellen;
- de budgetneutrale gevolgen te verwerken in de Kadernota 2017.
12* Methodiek begrenzing Nieuwe Hollandse Waterlinie en stand van zaken UNESCO -nominatie
SAMENVATTING:
De samenwerkende provincies Utrecht, Noord-Holland, Gelderland en Noord-Brabant (Liniecommissie) streven er na om in 2019 de werelderfgoed status voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) te verkrijgen als uitbreiding op het bestaande werelderfgoed Stelling van Amsterdam (SvA). In de huidige conceptversie van het nominatiedossier is de beschrijving en verantwoording van ‘de uitzonderlijke universele waarden’ nagenoeg afgerond. De exacte begrenzing van het toekomstige werelderfgoed is een belangrijke vervolgstap in het nominatiedossier. De begrenzing geeft aan welke gebieden, structuren en elementen onderdeel uit gaan maken van het werelderfgoed. De bestaande beschermingsregimes rondom de NHW bieden voldoende bescherming tegen grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen omdat de eisen zodanig zijn dat het behoud van het erfgoed daarmee geborgd is.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- in te stemmen met de methode waarop de Nieuwe Hollandse Waterlinie als toekomstig werelderfgoed begrensd gaat worden;
- de statenbrief vast te stellen en toe te zenden aan Provinciale Staten.
13 Ongegrondverklaring Awb-bezwaarschrift tegen goedgekeurd ein-evaluatieverslag bodemsanering
SAMENVATTING:
Gedeputeerde Staten stemden in 2015 in met een evaluatieverslag bodemsanering en stelden daarbij vast dat de bodem op de betreffende locatie geschikt is voor de functie ‘wonen en tuin’. Bezwaarde, wonend direct naast de bodemsaneringslocatie, is bang dat, wanneer er op de gesaneerde locatie wwooningen gebouwd gaan worden, de aanwezige achtergebleven verontreiniging zich alsnog verder gaat verspreiden. Omdat Gedeputeerde Staten en bezwaarde vooral van mening verschillen over de interpretatie van technische (meet-)gegevens, hebben partijen op voorstel van de Awb-adviescommissie van GS en PS ingestemd met een second opinion. De Awb-adviescommissie is van mening dat het resultaat van de second opinion de bezwaren van bezwaarmaker onvoldoende ondersteunt. Ook de andere bezwaren treffen volgens de Awb-adviescommissie geen doel. Daarom kan het besluit van Gedeputeerde Staten volgens de Awb-adviescommissie in stand blijven. Gedeputeerde Staten besluiten het advies op te volgen en hun bestreden beslissing te handhaven.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het Awb-bezwaarschrift van 28 mei 2015 ongegrond te verklaren en het bestreden besluit van 16 april 2014 in stand te laten;
- de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van 20 oktober 2016 van de Awb-adviescommissie van PS en GS.
14 Gedeeltelijke gegrondverklaring Awb-bezwaarschrift tegen opgelegde last onder dwangsom
SAMENVATTING:
Vanwege een overtreding van de provinciale Landschapsverordening hebben Gedeputeerde Staten begin 2016 een last onder dwangsom opgelegd. Redenen zijn een tweetal in de Vecht bij Breukelen illegaal aanwezige meerpalen en een zogeheten botenlift. Tegen de opgelegde last onder dwangsom is bezwaar gemaakt. De Awb-adviescommissie van GS en PS adviseert Gedeputeerde Staten om bezwaarde gedeeltelijk gelijk te geven. Beide meerpalen staan namelijk in openbaar vaarwater en zijn daar niet door bezwaarde geplaatst. Wat betreft de botenlift is er geen zicht op legalisatie. Volgens de Awb-adviescommissie van GS en PS kan het besluit van Gedeputeerde Staten slechts ten dele in stand blijven en is er terecht om een vergoeding van proceskosten gevraagd. Gedeputeerde Staten besluiten het advies van de Awb-adviescommissie op te volgen, de last onder dwangsom wat betreft beide meerpalen te herroepen en een proceskostenvergoeding toe te kennen in overeenstemming met het Besluit Proceskosten Bestuursrecht.
BESLUIT:
Gedeputeerde Staten besluiten:
- het Awb-bezwaarschrift van 12 februari 2016, uitgezonderd het gestelde rond beide meerpalen, ongegrond te verklaren;
- het bestreden besluit van 4 januari 2016 wat betreft de last onder dwangsom inzake beide meerpalen te herroepen;
- een proceskostenvergoeding toe te kennen van € 992,- e.e.a. conform het Besluit Proceskosten Bestuursrecht;
- het bestreden besluit van 4 januari 2016 voor het overige in stand te laten;
- de beslissing op bezwaar vast te stellen, te verzenden en voor de motivering te verwijzen naar het advies van de Awb-adviescommissie van PS en GS d.d. 10 oktober 2016.
16 Communicatieadvies
Geen opmerkingen.
18 Rondvraag
Het verslag wordt vastgesteld in de vergadering van 6 december 2016,
voorzitter,
secretaris,