Ruimte voor de vleermuis op oude Utrechtse legerplaats

Voorzichtig schijnt Fiona Boonk met een zaklamp in de vleermuispaalkast. “Vorige maand zaten hier voor het eerst twee vleermuizen. Eens kijken of er nog wat zit”. En ja hoor: verstopt in een hoekje zien we een gewone dwergvleermuis. “Dat is goed nieuws”, zegt de ecoloog opgetogen, “Het betekent dat ze de nieuwe verblijven weten te vinden.”

Gewone dwergvleermuis
Gewone dwergvleermuis

We zijn in Kamp van Zeist, een voormalige legerplaats aan de Kampweg in Zeist, die sinds tien jaar buiten gebruik is. De provincie Utrecht, eigenaar van het terrein, maakt er de komende jaren een 29 hectare tellend natuurgebied waar ook wandelaars en fietsers welkom zijn. In 2030 moet het klaar zijn. 

Aanleg van ecoducten 

Het nieuwe natuurgebied Kamp van Zeist is onderdeel van ‘Hart van de Heuvelrug’. “Onder deze naam werken we sinds 2004 aan gebiedsontwikkeling rond Soesterberg, Soest en Zeist. Van nieuwe natuur tot woningbouw en van ecoducten tot duurzame bedrijventerreinen”, vertelt Joke Kleijweg, projectleider van Kamp van Zeist. “Er is al veel geïnvesteerd in de natuur. De afgelopen jaren zijn door aanleg van ecoducten verschillende natuurgebieden met elkaar verbonden. In 15 jaar tijd is hierdoor één groot aaneengesloten natuurgebied ontstaan van ruim 5.300 hectare.” 

Niet zomaar slopen 

Voordat Kamp van Zeist ook natuur wordt, moeten 14 gebouwen gesloopt worden, zoals het oude luchtvaartmuseum. Maar in en rond de gebouwen kunnen beschermde diersoorten leven. Volgens de wet moet daarom eerst ecologisch onderzoek plaatsvinden. “Fiona Boonk van adviesbureau Eelerwoude hielp ons hierbij”, vertelt Joke. “Zij onderzocht welke gebouwgebonden’ diersoorten aanwezig waren. Al gauw bleek dat het met name om vleermuizen ging. En die moeten én willen we graag behouden.”

Fiona Boonk en Joke Kleijweg bij de nieuwe vleermuistorenbop Kamp van Zeist
Fiona Boonk en Joke Kleijweg bij de nieuwe vleermuistoren.

Wisselende verblijfplaats

Fiona: “We moesten achterhalen welke vleermuizen er precies zaten en hoe ze het terrein gebruikten. In Nederland leven namelijk wel 18 soorten vleermuizen. Hun voorkeur voor een verblijfplaats verschilt: de ene soort huist graag in een holle boom of achter loshangend schors. De andere zoekt de bebouwing op, zoals holtes in spouwmuren, onder dakpannen en achter dakbeschot. Vleermuizen wisselen ook van verblijfplaats: in de zomer of in de kraamperiode kan deze op een andere plek zijn dan in de paarperiode of winter. Om alle aanwezige soorten op te sporen ben ik samen met collega’s meerdere keren naar het gebied gegaan. Zowel in de avond, nacht als vroege ochtend, want dan zijn vleermuizen actief. Zo ontdekten we verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de gewone grootoorvleermuis. Later kwam daar nog de watervleermuis bij.”  

In de vleermuistoren kan iedere vleermuis zijn favoriete plek zoeken.

Ecoloog Fiona Boonk

Eisen aan nieuwe voorzieningen 

De provincie Utrecht kreeg de sloopvergunning van de gemeente Zeist. Maar onder de voorwaarde dat er voldoende nieuwe voorzieningen voor alle aangetroffen vleermuizen komen én dat ze tijd hebben om hieraan te wennen. Joke: “We hebben vorig jaar vijf vleermuiskasten op een hoge paal neergezet. Via de onderkant kunnen de vleermuizen de kast invliegen. De kasten zijn geschikt voor verschillende soorten vleermuizen als zomer- en paarverblijf.” De locatie van de vleermuiskasten is zorgvuldig gekozen: “Maximaal 200 meter van de oude verblijfplaats en zo dicht mogelijk bij een bosrand waar veel insecten leven. Deze locaties worden door vleermuizen sneller gevonden, omdat ze graag langs de bosranden voedsel zoeken”, aldus Fiona. 

Vleermuistoren op Kamp van Zeist

Vleermuistoren 

“Onze nieuwste aanwinst is de vleermuistoren met kelder”, vertelt Joke met gepaste trots. “De toren is 5 meter hoog en ongeveer 1,5 meter breed en voorziet in alle verblijfsmogelijkheden die vleermuizen nodig hebben: als winter-, kraam-, zomer- en paarverblijfplaats. De vleermuizen kunnen de toren op verschillende manier betreden: via openingen achter de houten gevelbetimmering, onder het dak en via stootvoegen. Zowel buiten als in de toren zijn mogelijkheden om te hangen of weg te kruipen. De vleermuizen kunnen zo zelf hun favoriete plek zoeken. Een regenpijp aan de gevel vangt water op dat naar de kelder stroomt. De ruime kelder is een ideale winterverblijfplaats voor bijvoorbeeld de watervleermuis.” 

Heel belangrijk in de natuur 

“Of alle nieuwe voorzieningen straks door de vleermuizen gevonden worden, houden we de komende tijdgoed in de gaten. Maar het begin is er”, zegt Fiona. “In dorpen en steden hebben vleermuizen steeds minder plek, bijvoorbeeld door de isolatie van spouwmuren en daken. Terwijl vleermuizen heel belangrijk zijn in de natuur. Terwijl vleermuizen heel belangrijk zijn in de natuur, omdat ze bijvoorbeeld plaaginsecten bestrijden. Ik vind het dan ook heel tof dat ze op Kamp van Zeist kunnen blijven en de ruimte krijgen.”

Lees meer over het project Hart van de Heuvelrug